Herhaling atlasvaardigheden Bovenbouw

Leerdoelen
- Je kan van de verschillende onderdelen uitleggen wat de functie ervan is: Algemene legenda, algemene inhoud, bladwijzer, register van topografische namen, trefwoordenregister
- Je kan met behulp van de atlas informatie verschaffen over een land/gebied/regio
- Je kan met behulp van de atlas inzoomen en uitzoomen
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Leerdoelen
- Je kan van de verschillende onderdelen uitleggen wat de functie ervan is: Algemene legenda, algemene inhoud, bladwijzer, register van topografische namen, trefwoordenregister
- Je kan met behulp van de atlas informatie verschaffen over een land/gebied/regio
- Je kan met behulp van de atlas inzoomen en uitzoomen

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Algemene Legenda

Slide 3 - Diapositive

Je wisselt van schaalniveau: Lokaal tot mondiaal

Slide 4 - Diapositive

Bladwijzer: Mooi middel om snel overzichtkaarten te zoeken. 
Let op: Een land kan op meerdere overzichtskaarten staan

Slide 5 - Diapositive

In het algemeen staan alle landen, steden, rivieren, gebergten erin.  

Slide 6 - Diapositive

Per onderwerp (thema) wordt aangegeven op welke bladzijde je daarover wat vindt. Hoort dus bij Thematische kaarten

Slide 7 - Diapositive

Landenregister: Hiermee vind je op welk kaartblad je een bepaald land kan vinden.
Afkortingen: Spreek voor zichzelf.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Les 2: leerdoelen
- je kan met behulp van de atlas absolute afstanden berekenen
- je kan de schaal van kaarten omrekenen naar werkelijke eenheden
- je kan a.d.h.v. geografische coördinaten plekken op de wereld opzoeken met behulp van de atlas
 

Slide 15 - Diapositive

Uitleg schaal berekenen
 Kaarten zijn kleiner dan de werkelijkheid. Het verkleinen van de werkelijkheid heet “op schaal tekenen”. Schaal 1:10.000 betekent dat de werkelijkheid 10.000 (tienduizend) maal verkleind is. Voor het omrekenen van het aantal centimeters op de kaart naar het aantal kilometers in werkelijkheid streep je van de schaal vijf nullen weg (of schuif je de komma vijf plaatsen naar links): dus bij een kaart met een schaal van 1:200.000 is 1 cm op de kaart 2 km in werkelijkheid. Bij een schaal van 1:10.000 is 1 cm op de kaart 0,1 km in het echt. 

Bij het meten van afstanden gaan we ervan uit dat je dat in een rechte lijn doet. Je noemt dat hemelsbreed.








Slide 16 - Diapositive

Dus
Om te rekenen van cm naar km moet je 5 nullen weghalen.
cm-dm-m-dam-hm-km.
Er moet dus “een handvol nullen eraf”
VB:     200.000cm = 2 km
         15.000.000cm = 150 km
         3.500.000cm =35 km 

Slide 17 - Diapositive

Wat is de werkelijke afstand als je 1 cm meet op een kaart met een schaal van 1:50.000.000?
A
50 kilometer
B
500 kilometer
C
5 kilometer
D
500 meter.

Slide 18 - Quiz

Wat is de werkelijke afstand als je 2 cm meet op een kaart met een schaal van 1:3500?
A
70 meter
B
70 decimeter
C
7 meter
D
7 kilometer

Slide 19 - Quiz

Wat is de werkelijke afstand als je 5 cm meet op een kaart met een schaal van 1:250.000?
A
125 hectometer
B
125 kilometer
C
1,25 kilometer
D
2,5 kilometer

Slide 20 - Quiz

Geografisch plaatsbepaling 1.
Geografische plaatsbepaling (zie ook het plaatje op de volgende bladzjide)

 Een kaart is een plat vlak. Als je wilt uitleggen waar een plaats op de kaart ligt, kun je bijvoorbeeld vanuit de linker benedenhoek werken: ga eerst 5 centimeter naar rechts en dan 3,2 centimeter naar boven. De aarde is een bol. Als je dan wilt uitleggen waar een plaats ligt, kun je niet zoals op een kaart te werk gaan. Dan moet je eerst afspreken waar vandaan op de bol je gaat werken. We hebben afgesproken dat we de aarde verdelen in een westelijke en een oostelijke helft. De grens van die twee helften is de 0-meridiaan die over Greenwich bij Londen loopt. Daarnaast verdelen we de aarde ook in een noordelijke en een zuidelijke helft. De grens daartussen in natuurlijk de evenaar. 

Slide 21 - Diapositive

geografische plaatsbepaling 2.
Je kunt nu elke plaats op aarde vinden door te vertellen hoe ver iemand vanaf de evenaar naar het noorden of zuiden moet en hoe ver iemand vanaf de 0-meridiaan naar het oosten of westen moet.

 Als je in de atlas kijkt op bladzijde GB 55 KB 234-235, zie je bovenaan en onderaan de kaart de graden ooster- en westerlengte en links en rechts van de kaart de graden noorder- en zuiderbreedte. Elke plaats op aarde heeft dus een ligging op noorder- of zuiderbreedte en ooster- of westerlengte. Bijvoorbeeld Tokyo in Japan ligt op ongeveer 35 graden noorderbreedte en 140 graden oosterlengte. 

Slide 22 - Diapositive

En verder
  • Kent de atlas lijn-staafdiagrammen (statistische tabellen)
  • Cirkeldiagrammen (hele cirkel is 100%)
  • stroomdiagrammen (dikte lijn geeft de hoeveelheid aan)
  • statistiek (iets met tabellen)
  • Relatieve en Absolute getallen ( 8 graden = A. promillen = R) of: De stad Groningen ligt op 53 graden NB en 6 graden OL  (absoluut) Groningen is een uur rijden vanaf Zwolle (relatief)

Slide 23 - Diapositive

Geef de juiste coördinaten die passen bij de stad New York? 
A
50°NB, 60°WL
B
40° NB, 74° OL
C
50°NB, 60°OL
D
40° NB, 74° WL

Slide 24 - Quiz

Welke plaats ligt in welke land op 64 graden N.B, 11 graden O.L.?  Plaats ____ Land _____

Slide 25 - Question ouverte

Wat wordt de schaal van de kaart als 2 cm op de kaart in werkelijkheid 420 meter is?
A
1:42 000 
B
1:21 000 
C
1:210 000 
D
1:4 200 

Slide 26 - Quiz

De stad Quito heeft naast dat het een hoofdstad is nog een speciaal kenmerk. Wat is dat?
A
A Quito is de hoogst gelegen hoofdstad van de wereld.
B
C Quito is de enige hoofdstad welke onder zeeniveau ligt.
C
B Quito is niet de enige hoofdstad van het land.
D
D Quito is enige hoofdstad welke bijna op de evenaar ligt.

Slide 27 - Quiz

Hoeveel meter is de zeespiegel sinds het jaar 1860 tot het jaar 2000 gestegen?

Slide 28 - Question ouverte

Wat betekent de beige kleur tussen de Waddeneilanden en het vaste land op kaart 55e (GB 20 – 21)?

Slide 29 - Question ouverte

Hoe hoog is de berg de Mont Blanc(= Mt. blanc) ?
A
3012 meter
B
4102 meter
C
4810 meter
D
2772 meter

Slide 30 - Quiz

Waar in Marokko valt de meeste neerslag? Kies uit: Noord/oost/zuid/west of een combinatie hiervan
A
Noord of Noord west
B
Zuiden
C
Western
D
Zuid Oosten

Slide 31 - Quiz

Welke beweging maken de aardplaten aan de westkust van Amerika

Slide 32 - Question ouverte

Door deze presentatie heb ik mijn atlasvaardigheden ontwikkeld.
0100

Slide 33 - Sondage

Wat heb je tijdens de les over atlasvaardigheden nog gemist?

Slide 34 - Question ouverte

Ik voel me
😒🙁😐🙂😃

Slide 35 - Sondage

Waarom voel jij je zo? geef een reden

Slide 36 - Question ouverte

Slide 37 - Vidéo