Klas 4 oefenen proefwerk spelling module 2 deel 1

Spelling module 2 -  oefenen
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Spelling module 2 -  oefenen

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  1. Hoofdletters
  2. Leestekens
  3. Trema en koppelteken
  4. Tussenletters
  5. Meervoud van zelfstandige naamwoorden
  6. Bijvoeglijke naamwoorden
  7. Werkwoordspelling PV TT
  8. Werkwoordspelling PV VT
  9. Werkwoordspelling PV VD
  10. Werkwoordspelling gemengd

Slide 2 - Diapositive

In welke zin staan de hoofdletters en leestekens juist?

A
'S avonds gaat mevrouw de Bruin naar Apeldoorn.
B
's Avonds gaat mevrouw de Bruin naar Apeldoorn.
C
'S avonds gaat mevrouw De Bruin naar Apeldoorn.
D
's Avonds gaat mevrouw De Bruin naar Apeldoorn.

Slide 3 - Quiz

Welk woord is juist gespeld?
A
diplomauitreiking
B
radiouitzending
C
niveauindeling
D
politieauto

Slide 4 - Quiz


In welke zin zijn de werkwoorden juist gespeld?

A
Hij erkent dat ze is verandert.
B
Hij erkent dat ze is veranderd.
C
Hij erkend dat ze is verandert.
D
Hij erkend dat ze is veranderd.

Slide 5 - Quiz

Welke samenstelling is fout gespeld?
A
apentrots
B
apenkooi
C
apennootje
D
apenkont

Slide 6 - Quiz

Welk bijvoeglijk naamwoord is fout gespeld?
A
de verwoeste stad
B
de beantwoorde vraag
C
het gerade antwoord
D
het verwende kind

Slide 7 - Quiz

Wat zijn de twee meervoudsvormen van datum?
A
datums -data
B
datum's - data
C
datums - data's
D
datum's - data's

Slide 8 - Quiz

Welke meervoudsvorm is fout gespeld?
A
baby's
B
café's
C
accu's
D
ski's

Slide 9 - Quiz

Welk woord is juist gespeld?
A
theories
B
theoriën
C
theoriëen
D
theorieën

Slide 10 - Quiz

Bij welke naam zijn de hoofdletters juist geplaatst?
A
de heer Van der Maas
B
mevrouw Van Den Berg
C
Maarten Van het Hert
D
Michiel Van Der Voort

Slide 11 - Quiz

1. Typ de zin over met de hoofdletters op de juiste plaats.

in het noord-brabantse oss kun je in de paasvakantie met je giant-mountainbike lekker crossen.

Slide 12 - Question ouverte

Welke woorden schrijf je juist niet met een hoofdletter?
A
namen van tijdperken
B
namen van feestdagen
C
woorden die zijn afgeleid van een eigennaam
D
namen van historische gebeurtenissen

Slide 13 - Quiz

Welk woord is NIET juist gespeld?
A
ANWB
B
Bevrijdingsdag
C
Allah
D
VMBO

Slide 14 - Quiz

Welk woord is NIET juist gespeld?
A
middeleeuwen
B
Pinksteren
C
pasen
D
btw

Slide 15 - Quiz

Wat is het meervoud van politicus?

A
politica
B
politici
C
politicussi
D
politicussen

Slide 16 - Quiz

Hoe spel je het meervoud van bacterie?
A
bacteries
B
bacteriën
C
bacteriëen
D
bacterieën

Slide 17 - Quiz

2. Typ de zin over met leestekens op de juiste plaats.

Ik was te laat op school omdat mijn nieuwe mooie fiets stuk is

Slide 18 - Question ouverte

Heeft hij dat niet ... ?


A
vertelt
B
verteld
C
verteldt

Slide 19 - Quiz

Mijn vader .... vroeger het vlees op de barbecue.
A
bereide
B
berijde
C
bereidde
D
bereidden

Slide 20 - Quiz

... het niet tijd om hiermee te stoppen?
A
word
B
Word
C
wordt
D
Wordt

Slide 21 - Quiz

Welk woord is juist gespeld?
A
ziektekiem
B
ziekezorg
C
secondenwijzer
D
zonnenschijn

Slide 22 - Quiz

de ... stad

A
verwoest
B
verwoeste
C
verwoestte
D
verwoesten

Slide 23 - Quiz

Wat is geen voltooid deelwoord?

A
gebeeldhouwd
B
gestofzuigd
C
gebekvecht
D
weggevliegd

Slide 24 - Quiz