DT GRAMMAR LEERWIJZER

DOSSIERTOETS: GRAMMAR
WAT MOET JE WETEN?

IF-ZINNEN
PRESENT SIMPLE
PRESENT PERFECT
SIMPLE PAST
FUTURE
ADVERBS
WORD ORDER
BEZIT 
ONREGELMATIGE WERKWOORDEN



1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte et 6 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

DOSSIERTOETS: GRAMMAR
WAT MOET JE WETEN?

IF-ZINNEN
PRESENT SIMPLE
PRESENT PERFECT
SIMPLE PAST
FUTURE
ADVERBS
WORD ORDER
BEZIT 
ONREGELMATIGE WERKWOORDEN



Slide 1 - Diapositive

IF-ZINNEN
IF SHE PASSES HER EXAMS, SHE WILL FEEL GOOD.
SHE WILL FEEL GOOD, IF SHE PASSES HER EXAMS. 

REGEL = 
BIJZIN: IF => GEBRUIK PRESENT SIMPLE
HOOFDZIN: WILL + HELE WERKWOORD

Slide 2 - Diapositive

PRESENT SIMPLE= tegenwoordige tijd
+ I FEEL SICK
- I DON'T FEEL SICK
? DO YOU FEEL SICK?

Slide 3 - Diapositive

WANNEER gebruik je present simple?

Als iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt.




SIGNAALWOORDEN voor present simple:
 always, often, usually, regularly, sometimes


HOE maak je present simple?
+ BEVESTIGENDE ZINNEN
shitregel= bij she/he/it ->  werkwoord+S
f.e. She EATS breakfast every morning.

? VRAGENDE ZINNEN:   DO/DOES
f.e. DOES she EAT breakfast every morning?


-  ONTKENNENDE ZINNEN: DON'T/DOESN't
f.e. She DOESN'T EAT breakfast in the morning.

LET OP: GEEN 'S' BIJ ? en - ZINNEN!!



Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

PRESENT PERFECT
+ I HAVE BEEN SICK
- I HAVEN'T BEEN SICK
? HAVE I BEEN SICK?

Slide 6 - Diapositive

WANNEER gebruik je de 
present perfect?

a. Gebeurd in het verleden, specifieke tijd is niet belangrijk.
f.e. I've been sick. 

b. Gestart in verleden en gaat nog steeds door. 
f.e. I've been sick for 3 days.





HOE maak je present perfect?
- have/has + voltooid deelwoord

*Hoe maak je het voltooid deelwoord
- Regelmatige werkwoorden: + (e)d
- Onregelmatige werkwoorden: eigen vorm (lijst 3e kolom) 

+ I have been to Iceland.
- I haven't been to Iceland
? Have you been to Iceland?

Slide 7 - Diapositive

SIMPLE PAST= verleden tijd
+ I FELT SICK
- I DIDN'T FEEL SICK
? DID YOU FEEL SICK?

Slide 8 - Diapositive

WANNEER gebruik je de simple past?
Als iets in het verleden gebeurd is en het belangrijk is wanneer het is gebeurd en een afgesloten periode.
f.e. I was sick yesterday. 

SIGNAALWOORDEN voor simple past:
yesterday, last night, in 2015, when I was young, five minutes ago.
(dit zijn woorden die aangeven dat het een afgesloten tijd betreft)
HOE maak je simple past?

+ Bij bevestigende zinnen
- regelmatige werkw -> ww + (e)d
- onregelm. werkw ->  eigen vorm (2e kolom)

? Bij vragende zinnen DID toevoegen.

- Bij ontkennende zinnen DIDN'T toevoegen.

+ I went to Iceland last year.
- I didn't go to Iceland last year.
? Did you go to Iceland last year?


Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

TOEKOMSTIGE TIJD / FUTURE

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

ADVERBS / BIJWOORDEN

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

WOORDVOLGORDE

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

BEZIT: 'S   '    OF

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Extra opdrachten
Kies opdrachten voor irregular verbs en tenses (present simple, present perfect, simple past):



Slide 19 - Diapositive