Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Hoofdstuk 5
Oefentoets
Slide 1 - Diapositive
Energieschema
Slide 2 - Diapositive
Auto op zonnecellen: De zonnecellen op deze eenpersoons auto zetten energie om in een andere soort die wordt opgeslagen in accu’s. Wat vul je in bij de pijlen? (1 = ... en 2= ...)
Slide 3 - Question ouverte
Zwavel in benzine zorgt voor zure regen In benzine zit ook zwavel. De zwavel reageert in de motor ook met de zuurstof uit de lucht. Hierbij ontstaat het gas zwaveldioxide. a) Zuurstof uit de lucht is een ....
A
beginstof
B
reactieproduct
Slide 4 - Quiz
Zwavel in benzine zorgt voor zure regen In benzine zit ook zwavel. De zwavel reageert in de motor ook met de zuurstof uit de lucht. Hierbij ontstaat het gas zwaveldioxide. a) Zwaveldioxide is een ....
A
beginstof
B
reactieproduct
Slide 5 - Quiz
Zwavel in benzine zorgt voor zure regen In benzine zit ook zwavel. De zwavel reageert in de motor ook met de zuurstof uit de lucht. Hierbij ontstaat het gas zwaveldioxide. a) Zwavel uit de lucht is een ....
A
beginstof
B
reactieproduct
Slide 6 - Quiz
Wanneer je aardgas volledig verbrand, reageert het aardgas met zuurstof uit de lucht. Er ontstaat bij deze verbranding alleen koolstofdioxide en water. Maak hiervan een reactieschema: ______________ + ____________ --> ______________ + _______________
Slide 7 - Question ouverte
Waarom is een onvolledige verbranding gevaarlijker dan een volledige verbranding? (Zeker als de verbranding binnen plaatsvind)
Slide 8 - Question ouverte
Bij volledige verbranding van aardgas, steenkool en benzine ontstaat geen roet of koolstofmonoxide, maar wel koolstofdioxide. Dit is geen giftig gas, maar heeft wel een ander nadeel. Wat is het probleem van koolstofdioxide?
Slide 9 - Question ouverte
In deze tekening is warmtegeleiding afgebeeld bij ...
A
de hand links onder
B
de hand bovenin het midden
C
de hand rechts
Slide 10 - Quiz
In deze tekening is warmtestraling afgebeeld bij ...
A
de hand links onder
B
de hand bovenin het midden
C
de hand rechts
Slide 11 - Quiz
Als je ouders in de winter tegen je zeggen dat je de deur achter je dicht moet doen, welke vorm van warmtetransport willen ze dan verminderen.
A
warmtestraling
B
warmtestroming
C
warmtegeleiding
Slide 12 - Quiz
In een badkamer is de radiator door plaatsgebrek vlak onder het plafond geplaatst. Zie tekening. Leg uit waarom de plaats van de radiator de oorzaak kan zijn van de koude badkamer.
Slide 13 - Question ouverte
Welke van deze materialen zal het laagste warmtedoorgangsgetal hebben?
A
papier
B
piepschuim
C
aluminium
D
glas
Slide 14 - Quiz
Warmteverlies = WDG x oppervlak x temp.verschil x tijd De ramen van een slaapkamer hebben een warmtedoorgangsgetal van 2,0. Het oppervlak van de ramen is 5 m2. In de winter koelt het snel af in de sere als de temperatuur binnen 20 graden is en buiten 5 graden. Wat is het warmteverlies in 1 minuut?