Nederlands herhaling mavo 2

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Nederlands

Proefwerkweekstof 

H3: grammatica, spelling, 

over taal en lezen

H4: grammatica en spelling

Succes, kanjers! 

Hoofdstuk 3 grammatica 

Aan het einde van deze paragraaf: 

- kun je de bijvoeglijke bepaling en de bijstelling in zinsdelen benoemen; 

- ken je het verschil tussen de bijwoordelijke bepaling en bijvoeglijke bepaling; 

- kun je het koppelwerkwoord benoemen. 

Zinsontleding

Persoonsvorm: vraagzin maken, tijd of getal veranderen

Zinsdelen: elk woord voor de persoonsvorm plaatsen

Werkwoordelijk gezegde: persoonsvorm + overige werkwoorden

 

Zinsontleding

Onderwerp: wie/wat + werkwoordelijk gezegde?

Lijdend voorwerp: wie/wat + werkwoordelijk gezegde + onderwerp?

Meewerkend voorwerp: Aan of voor wie + werkwoordelijk gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp? 

Hoe onthoud je de volgorde?

De zin met een vaste volgorde ontleden (persoonsvorm t/m meewerkend voorwerp), daarna de bijwoordelijke en bijvoeglijke bepaling zoeken.

Pip Zingt Werkelijk Ook Leuk Mee.

Wat is het onderwerp? Gisteren hebben de jongens goed geleerd.

1. Gisteren
2. hebben geleerd
3. de jongens
4. goed

Wat is het meewerkend voorwerp? Ik heb de toets aan de docent gegeven.

1. Ik
2. de toets
3. de docent
4. aan de docent

Bijvoeglijke bepaling 

- Geen zinsdeel, maar een deel van een ander zinsdeel.

- Noemt een kenmerk of eigenschap van een zelfstandig naamwoord in een zinsdeel.

- Kan voor of achter het zelfstandig naamwoord staan.

Voorbeeldzin:

Een bekende artiest uit Amerika / heeft / 750 albums / verkocht.

Wat is de bijvoeglijke bepaling? Mijn tante uit Amsterdam komt morgen langs.

1. Mijn tante
2. uit Amsterdam
3. komt
4. morgen

Ontleedtekens 

Bijstelling

- Een bijstelling is geen zinsdeel, maar een deel van een ander zinsdeel. 

- Een bijstelling noemt dezelfde zaak of persoon nog een keer, maar dan met andere woorden.

Voorbeeldzin:

Door meneer Vissers, mijn docent, vind ik Duits leuk.

Waaraan herken je een bijstelling?

1. staat in een vraagzin
2. begint nooit met een voorzetsel
3. aan de komma's
4. staat altijd achteraan in de zin

Wat is de bijstelling? De maaltijd, een heerlijke pastaschotel, werd snel gebracht.

1. De maaltijd, een heerlijke pastaschotel,
2. een heerlijke pastaschotel
3. werd
4. werd gebracht

Wat is het verschil
tussen zinsontleding
en woordsoortbenoeming?

Woordsoortbenoeming

Lidwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord, voorzetsels, koppelwerkwoord, persoonlijk voornaamwoord, bezittelijk voornaamwoord, wederkerend voornaamwoord en wederkerig voornaamwoord.

Bekijk de PowerPoints op Itslearning! 

Koppelwerkwoord

- Er zijn negen koppelwerkwoorden: zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen, heten, dunken, voorkomen. 

- Het koppelwerkwoord geeft géén handeling aan, maar het koppelt het onderwerp van een zin aan het deel waarin een bijvoeglijk en/of zelfstandig naamwoord staat. Het onderwerp doet niet iets, maar is iets.

Hoofdstuk 4 grammatica 

Aan het eind van deze paragraaf: 

- kun je het naamwoordelijk gezegde in een zin benoemen;

- kun je het bijvoeglijk naamwoord in een zin met een koppelwerkwoord benoemen. 

Naamwoordelijk gezegde

Het koppelwerkwoord komt voor bij een naamwoordelijk gezegde en koppelt het onderwerp aan een eigenschap. 

Voorbeeld:

De boom is prachtig.

De boom = prachtig

Naamwoordelijk gezegde = is prachtig 

Verschil 

Werkwoordelijk gezegde = handeling

Naamwoordelijk gezegde = doet niks, maar is iets

Evert schijnt boos te zijn op zijn vriend vanwege een nare opmerking.

1. naamwoordelijk gezegde
2. werkwoordelijk gezegde

De griepgolf is dit jaar gelukkig aan mij voorbijgegaan.

1. naamwoordelijk gezegde
2. werkwoordelijk gezegde

Het bijvoeglijk naamwoord hoort bij grammatica zinsontleding.

😒🙁😐🙂😃

Bijvoeglijk naamwoord 

- Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord. Het voegt een eigenschap toe. 

- Het kan op verschillende plaatsen in de zin staan.

Voorbeeld:

Een achtbaan is meestal spannend.

Spannend is een achtbaan meestal.

Wat is het woord elkaar? De mensen mogen elkaar geen knuffel geven.

1. wederkerend voornaamwoord
2. persoonlijk voornaamwoord
3. wederkerig voornaamwoord
4. bezittelijk voornaamwoord

Wat is het woord saai? De film die ik heb gezien was saai.

1. zelfstandig naamwoord
2. bijvoeglijk naamwoord
3. voorzetsel
4. wederkerend voornaamwoord

Iemand nog vragen
over grammatica?

Oefenvragen 

Oefenvragen over spelling, over taal en lezen. 

Honden zijn de … dieren die worden behandeld als mensen.

1. enige
2. enigen

Wat is de juiste meervoudsvorm?

1. monniken
2. moniken
3. monnikken
4. mooniken

Maak een samenstelling van rogge + brood.

1. roggenbrood
2. roggebrood

Noteer de woorden korter:
inrit en uitrit

1. In en uitrit
2. in- en uitrit
3. kan niet korter
4. inrit en uit-

Is het woord kano’tje goed of fout geschreven?

1. goed
2. fout

Wat is een ander woord voor fysiek?

1. lichamelijk
2. geestelijk

Dat … jij wel zeggen, maar ik heb zelf gezien dat het niet zo is.

1. ken
2. kun

Wat is een kernzin?

Wat is een infographic?

Welke vragen heb
je nog?

Ik denk dat ik voor het proefwerk een voldoende ga halen.

😒🙁😐🙂😃