Geschiedenis

Geschiedenis van de GHZ
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
gehandicaptenzorgMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Geschiedenis van de GHZ

Slide 1 - Diapositive

-> tot 19e eeuw: aalmoezen, liefdadigheid en kerk
-> vanaf 19e eeuw: krankzinnigenwet
"'krankzinnigen' hebben recht op verpleging en moeten genezen worden."
-> vanaf 20e eeuw: besef geen genezing mogelijk en onderscheid tussen krankzinnigheid en zwakzinnigheid.

Zwakzinnigen onderverdeeld in 'idioten', 'imbecielen' en 'debielen'.
Ontwikkelingsmogelijkheden zijn afhankelijk van ernst van de beperking


Slide 2 - Diapositive

tot halverwege 20e eeuw: medisch model
Medisch model: medische zorg, instellingen volledig afgesloten van buitenwereld

1945 aandacht voor onderzoek, diagnostiek, behandeling en preventie, maar nog wel vooral in grote instellingen.

Mensen met lichamelijke beperking -> revalidatie -> verpleeghuis

1950 Meer woonvoorzieningen voor mensen met een lichamelijke beperking
1970 Meer voorzieningen voor mensen met een verstandelijke beperking 'dennendal-affaire'
1980 zelfbeschikking (individuele rechten en mogelijkheden) + zorgvraag centraal

Slide 3 - Diapositive

Wetten;
- Bopz -> Wet Zorg en Dwang
- Wgbo
- PGB
- WMO

- Kleinere instellingen/organisaties, zo lang mogelijk thuis blijven, modernisering van de zorg

Slide 4 - Diapositive

Voorzieningen
Vormen van wonen:
* Tijdelijke opvang
* Permanent wonen intramuraal
* Permanent wonen extramuraal
* Specifieke woonvormen
Vormen behandeling en verpleging:
* Revalidatiecentra
* Semimurale revalidatie
* Zorgcentra
Vormen van dagbesteding: 
* Intramurale dagbesteding
* Extramurale dagbesteding
* Begeleid zelfstandig werken
* Zelfstandig werken
* Speciaal onderwijs

Slide 5 - Diapositive

Maatschappelijke ontwikkelingen
Vergrijzing (over 15 jaar helft minder verpleegkundigen)

Culturele diversiteit: verscheidenheid aan culturen in een land, regio of de wereld als geheel, met als gevolg grote verschillen tussen mensen in de manier waarop ze met elkaar omgaan en over allerlei onderwerpen denken en oordelen.

Intercultureel werken: manier van werken die rekening houdt met en respect toont voor andere culturen
Voorbeelden: -  diversiteit duidelijk zichtbaar maken in de samenstelling van de teams
                             -  organisatie zorgt samen met de medwerkers voor een sfeer van veiligheid en verbondenheid
                             -  organisatie handelt samen met de medewerkers vanuit een open houding en respect voor verschillen
                                 tussen mensen.
Media

Integratie in maatschappij; voor en nadelen

Slide 6 - Diapositive

Spel

Slide 7 - Diapositive

Herhaling vorige lessen

Slide 8 - Diapositive

Noem het verschil tussen een stoornis en een handicap.

Slide 9 - Question ouverte

Verstandelijke beperking wordt vast gesteld aan de hand van de volgende combinatie
A
IQ, Conceptuele vaardigheden, sociale vaardigheden, praktische vaardigheden
B
IQ, Praktische vaardigheden, communicatieve vaardigheden, conceptuele vaardigheden
C
IQ, lezen en schrijven en praktische vaardigheden
D
conceptuele vaardigheden, praktische vaardigheden, cognitieve vaardigheden.

Slide 10 - Quiz

Wat is het verschil tussen aangeboren of verworven stoornis?

Slide 11 - Question ouverte

Hoe noem je achteruitgang door stoornis of beperking?

Slide 12 - Question ouverte

Er zijn zes dimensies die vallen onder positieve gezondheid. 1 daarvan is: kwaliteit van leven. Noem er nog drie.

Slide 13 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen subjectieve en objectieve ziekteverschijnselen. Geef van ieder één voorbeeld.

Slide 14 - Question ouverte

Etiologische diagnostiek maakt onderscheid in de volgende factoren als oorzaak
A
Genetische, neurologische en pyschische factoren
B
erfelijke, neurologische en fysieke factoren
C
erfelijke, lichamelijke en psychische factoren
D
Genetische, psychische en lichamelijke factoren.

Slide 15 - Quiz

Wat is aggraveren?
A
Ziekteverschijnselen minder ernstig aangeven dan ze zijn.
B
Ziekteverschijnselen erger voordoen dan ze zijn.
C
Ziekteverschijnselen voorwenden die er niet zijn.

Slide 16 - Quiz

Welke drie pijlers met betrekking tot opsporen ziekte/gedrag van client zijn belangrijk voor jou als verpleegkundige?

Slide 17 - Question ouverte

Wat is een incomplete dwarslaesie?

Slide 18 - Question ouverte

Noem 3 symptomen van spina bifida

Slide 19 - Question ouverte

Wat is ander wordt voor spierziekten?

Slide 20 - Question ouverte

Wat is geslachtsgebonden recessieve overerving?

Slide 21 - Question ouverte

Noem een verschil tussen spierdystrofie van Duchenne en spierdystrofie van Becker

Slide 22 - Question ouverte

Onderzoek om spierziekte vast te stellen is spierbiopsie, noem er nog twee.

Slide 23 - Question ouverte

Waardoor ontstaat een buitenoorontsteking?

Slide 24 - Question ouverte

Wat is de ziekte van Ménière?
A
een aandoening in het evenwichtsorgaan
B
De helft van het gezichtsveld ontbreek door een beschadiging aan optische zenuwbanen.
C
Een aandoening aan het oog.
D
aanvallen van plotselinge duizeligheid, met oorsuizen, gehoorverlies en soms braken en misselijkheid

Slide 25 - Quiz

Wat is een refractieafwijking?
A
Lichtstralen komen niet in een brandpunt samen op het netvlies.
B
Ooglens is stugger en vermogen om scherp te stellen neemt af.
C
Visuele hallucinaties

Slide 26 - Quiz

Glaucoom
cataract
Entropion
Ectropion
Ablatio retinae
Syndroom van Charles Bonnet
Groene staar
Grijze staar
Visuele hallucinaties
Naar binnen gekeerd ooglid
Naar buiten gedraaide rand van onderooglid
Netvliesloslating

Slide 27 - Question de remorquage