Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 80 min
Éléments de cette leçon
11.4 Je lijkt op...
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
Waar jouw bouwbeschrijving zit;
Hoe de eigenschappen op de chromosoom liggen/zitten;
Waardoor je op je ouders lijkt;
Of alle eigenschappen erfelijk zijn.
Slide 2 - Diapositive
DNA
DNA: stof waaruit je chromosoom bestaat
DNA bevat alle informatie om jou te maken
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
Waar zit jouw bouwbeschrijving?
Chromosomen: draden in de kern van elke cel.
Chromosomen bestaan uit DNA.
Je hebt 23 chromosomenparen, 23 van je vader en 23 van je moeder. Er zitten dus 46 chromosomen in elke cel.
Alle chromosomen samen noem je het genoom.
Slide 5 - Diapositive
Waar zit jouw bouwbeschrijving?
Chromosomenparen: 23 dubbelen = 46 chromosomen in elke cel!!
Slide 6 - Diapositive
Waardoor lijk je op je ouders?
In voortplantingscellen zitten 23 chromosomen.
Wanneer de kern van de eicel en de kern van de zaadcel (de bevruchting) samensmelten, heb je 2 x 23 = 46 chromosomen.
Je krijgt dus de helft van de chromosomen van je vader en de helft van je moeder. Omdat de eigenschappen in deze chromosomen zitten lijk je dus op je ouders.
Slide 7 - Diapositive
Ben je een jongen of een meisje?
Je hebt dus 46 chromosomen en 23 chromosoomparen.
22 van deze paren zijn nagenoeg hetzelfde.
Het 23e paar kan twee vormen hebben: een X-vorm en een Y-vorm.
XX = het een vrouw.
XY = het een man.
De X en Y chromosomen noem je geslachtschromosomen.
Slide 8 - Diapositive
Jongen of Meisje
Slide 9 - Diapositive
Hoe zitten de eigenschappen op de chromosomen?
Het stukje DNA dat informatie geeft voor een eigenschap => gen.
De invulling voor een gen oogkleur, kan variëren (blauw, groen, bruin).
Zo'n variant heet een allel.
Slide 10 - Diapositive
Heb je al je eigenschappen van je ouders geërfd?
Eigenschappen als oog- en huidskleur worden door je chromosomen (dus je DNA) bepaald. Dit zijn erfelijke eigenschappen.
Ergens heel erg goed in zijn, zoals voetbal is gedeeltelijk erfelijk. Dit noem je aanleg.
Niet erfelijke eigenschappen worden bepaald door invloeden vanuit je omgeving.
Slide 11 - Diapositive
Genotype vs Fenotype
Genotype => de informatie op je genen.
Fenotype => dat wat je ziet van een eigenschap, blauwe ogen of blond haar. Kan je zelf beinvloeden.
Slide 12 - Diapositive
Aangeboren aandoeningen
Aangeboren aandoeningen kunnen door verschillende oorzaken ontstaan:
Door schadelijke stoffen en/of ziekteverwekkers;
Door een "Fout" in chromosomen of genen, Te veel chromosomen: syndroom van Down (vader of moeder geeft 2x chromosoom 21. Hierdoor zijn er daarvan uiteindelijk 3 ipv 2)
Door een fout in de structuur van een chromosom (kleurenblindheid)