H8.3 De Gouden Eeuw

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

H8 'Hoe ontstond Nederland'

cursus 8.3 'De Gouden Eeuw'

Tijdvak 6:

Tijd van regenten en vorsten (1600-1700)

Planning

• Lesdoelen vorige les
• Lesdoelen deze les
• Instructie / zelfstandig werken
• Aan de slag
• Lesdoelen evalueren

Herhaling lesdoelen 8.2

Je kunt uit uitleggen wat er met het begrip De Nederlandse Opstand / Tachtigjarige Oorlog wordt bedoeld.

1. De oorlog tussen Nederland en Engeland van 1568-1648
2. De oorlog tussen Nederland en Frankrijk tussen 1566-1646
3. De oorlog tussen Nederland en Spanje tussen 1568-1648
4. De oorlog tussen Nederland en Spanje tussen 1566-1646

Wat gebeurde er in het jaar 1581?

Je kunt uitleggen wat er met het begrip Republiek wordt bedoeld.

1. Naam van Nederland in de 16e t/m de 18e eeuw.
2. Staat zonder vorst zoals een koning of een keizer.
3. Ergens tegen in opstand komen.
4. Als burgers wetten maken en niet een vorst.

Lesdoelen 8.3

•  Je kunt uitleggen wat er met het begrip Gouden Eeuw.

• Je kunt uitleggen wat er met een stedelijke cultuur wordt bedoeld.

 

• Je kunt uitleggen uitleggen hoe het kwam dat er veel werkgelegenheid ontstond in de Gouden Eeuw.

Gouden Eeuw

Zelfstandig / Instructie volgen

Zelfstandig werken:

•Je leest eerst alle leerstoffen door (ong. 10-15min).

•Je maakt eerst de begrippen en betekenissen van de cursus.

•Je maakt alle opdrachten van de cursus, ook de blauwe.

•Tijdens de instructie ben je stil!

•Je kunt aan het einde van de les de lesdoelen beantwoorden

Instructie volgen:

•Je doet mee met de uitleg.

•Je maakt aantekeningen als dat nodig is.

•Je hoeft niet alle opdrachten te maken.

Wie bestuurden de steden en provincies in de Gouden Eeuw?

1. Stadhouders
2. Burgers
3. Kooplieden
4. Regenten

Stedelijke cultuur

• = dat de steden heel belangrijk zijn voor het land: voor de handel, het bestuur en de cultuur.
• Amsterdam was het handelscentrum van Nederland.
  

Stad en land

• In de steden werd veel gehandeld. Dit zorgde voor een groeiende werkgelegnheid.
• Steeds meer mensen vertrokken naar de stad, omdat daar veel werk te vinden was.
• Ook de boeren werden steeds rijker. Zij gingen zich specialiseren.
• Niet iedereen was rijk. De meeste mensen waren arm.
  

Lees de leerstof op blz. 65.
Wat is specialisatie?

Aan de slag

Maken:

• Cursus 8.3 blz. 62 t/m 67 opdr. 2, 3, 6, 7, 10, 11, 13
  
• Begrippen en betekenissen

Klaar:

• Alle blauwe opdr.
• Verdieping blz. 76, 77
  
• Topografie blz. 78, 79
  

Evaluatie Lesdoelen 8.3

• Je kunt uitleggen wat er met het begrip Gouden Eeuw.
• Je kunt uitleggen wat er met een stedelijke cultuur wordt bedoeld.
• Je kunt uitleggen uitleggen hoe het kwam dat er veel werkgelegenheid ontstond in de Gouden Eeuw.