Taalverzorging h2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Taalverzorging H 2 

Lees de opdrachten en teksten goed door  en beantwoord daarna de vragen.

Succes!

Noteer de juiste vorm van de persoonsvorm.
12. haasten – vt

Wij ... ons om op tijd te komen bij de film.

Noteer de juiste vorm van de persoonsvorm.
13. springen – vt

Katja ... een gat in de lucht van blijdschap.

Noteer de juiste vorm van de persoonsvorm.
14. raden – tt

... jij hoeveel dropjes er in deze pot zitten?

15. Welke uitspraak is waar?

1. Bij elke persoonsvorm hoort een onderwerp.
2. Een voegwoord verbindt altijd twee korte zinnen aan elkaar.
3. In elke zin staan twee persoonsvormen.

16. Welke zin is niet samengesteld?

1. Arnold wordt boos, als je hem steeds treitert.
2. De TomTom gaf aan dat we rechtsaf moesten, de weilanden in.
3. In de bocht met grind ging Tom met zijn fiets onderuit.
4. Toen de reizigers niet verder konden met de trein, werden er bussen ingezet.

Noteer van elke samengestelde zin de persoonsvormen én de onderwerpen.
21. Het boek Boy 7 is erg spannend, want het verhaal gaat over een jongen met geheugenverlies.
persoonsvormen: …
onderwerpen: …

Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen. Als de tijd niet uit de zin blijkt, dan vul je de tegenwoordige tijd in.

23. De jongens … (lachen) gisteren steeds, omdat de beginnende schaatser vaak … (uitglijden).

Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen. Als de tijd niet uit de zin blijkt, dan vul je de tegenwoordige tijd in.

24. Oom Arie … (toeren) door Afrika in zijn jeep, terwijl hij constant naar de olifanten … (toeteren).

Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen. Als de tijd niet uit de zin blijkt, dan vul je de tegenwoordige tijd in.

25. Aiden … (e-mailen) naar Saar dat hij op zondag altijd … (bowlen).

Zet de volgende zin in een andere tijd door alleen de persoonsvormen te veranderen. Schrijf de hele zin op!

26. Ik werd voor het eerst bekeurd, omdat ik door rood reed.

Zet de volgende zin in een andere tijd door alleen de persoonsvormen te veranderen. Schrijf de hele zin op!

28. Mijn hoofd ontploft door het vele leerwerk, maar gelukkig weet ik al erg veel!

Kies of het woord dat je invult een persoonsvorm (pv) of een voltooid deelwoord (vd) is en noteer daarna de juiste vorm.

41. pv/vd - Mijn oma is snel [hersteld/herstelt] van haar heupoperatie.

Kies of het woord dat je invult een persoonsvorm (pv) of een voltooid deelwoord (vd) is en noteer daarna de juiste vorm.

42. pv/vd - Tibbe [betaald/betaalt] voor ons de ijsjes.

Kies of het woord dat je invult een persoonsvorm (pv) of een voltooid deelwoord (vd) is en noteer daarna de juiste vorm.

43. pv/vd - Wij krijgen bericht dat James afgelopen zomer naar IJsland is [verhuisd/verhuist].