h5na les14b

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Planning en Leerdoelen

-voorkennis test

- paragraaf 9.3

- aan de slag

Quiz cirkelbeweging

00:48

00:48

Om het pakje kaarten om te stoten, moet de ring opgetild worden als de bal zich bevindt in punt

1. A
2. B
3. C
4. D

00:58

Ga ervan uit dat er geen wrijving is tussen bal en ondergrond. Welke bewering is juist?
Zodra je de ring optilt,

1. werkt er een middelpuntzoekende kracht op de bal.
2. werkt er geen resulterende kracht op de bal.
3. werkt er een kracht op de bal in zijn bewegingsrichting.
4. werkt er alleen zwaartekracht op de bal.

01:24-01:27

= Middelpuntzoekende

   kracht

02:45

De verslaggever zegt: "Hij heeft moeite met de snelheid, moeite met het houden van de bocht."
Leg uit wat er aan de hand is. Maak gebruik van 𝐹_𝑚𝑝𝑧.

Middelpuntzoekende kracht

InHoe krijgen we een voorwerp in een cirkelbaan? 

Dit doen we door een kracht 

uit te oefenen loodrecht op 

de bewegingsrichting van 

het voorwerp. 

We zien dit gebeuren in de 

afbeelding hiernaast.

In de onderstaande afbeelding zien we een voorwerp dat in een cirkelbaan beweegt. Zoals je kunt zien staat er tijdens de gehele beweging een kracht loodrecht op de bewegingsrichting. 

Merk ook op dat deze kracht telkens naar het midden van de cirkelbaan gericht is. We noemen een dergelijke kracht daarom ook wel een middelpuntzoekende kracht (F_mpz).

Opgave bobslee

opgave e 

Opgave bobslee

opgave f 

Opgave bobslee

De rest is onderdeel van het HW

Uitleg looping

Wie levert Fmpz?

- Wrijvingskracht (auto in de bocht).  Wrijvingskracht

- De wand of de looping uit de voorgaande filmpjes. Normaalkracht

- Touw bij een schommel. spankracht.

- Rondzwaaien emmer met water. spierkracht (ofwel de spankracht)

- Aarde en maan  de gravitatiekracht (zwaartekracht) par. 3

Je zit in de Python. Neem aan dat je gedurende een looping dezelfde snelheid houdt.

Wat is de richting van de resulterende kracht die op je werkt, wanneer je in het hoogste punt van de looping zit (punt A)?

1. Omhoog
2. Omlaag
3. Naar rechts (in het plaatje)
4. Naar links (in het plaatje)

Je zit in de Python. Neem aan dat je gedurende een looping dezelfde snelheid houdt.

Van welke kracht(en) is 𝐹_𝑚𝑝𝑧 het resultaat in punt B?

1. Zwaartekracht
2. Normaalkracht en middelpuntzoekende kracht
3. Zwaartekracht en wrijvingskracht
4. Zwaartekracht en normaalkracht

Je zit in de Python. Neem aan dat je gedurende een looping dezelfde snelheid houdt.

Welke bewering klopt niet?

1. 𝐹_𝑚𝑝𝑧 in A is even groot als 𝐹_𝑚𝑝𝑧 in B.
2. In B heb je een groter gewicht dan in A.
3. 𝐹_𝑚𝑝𝑧 in A is groter dan 𝐹_𝑚𝑝𝑧 in B.
4. 𝐹_res in A is gelijk aan 𝐹_res in B.

Je gaat de tweede looping in, die precies even groot is als de eerste looping.
In tegenstelling tot bij de eerste looping, kom je bij de tweede looping in punt A los van je stoel.

Wat zegt dit over je snelheid tijdens de tweede looping?

1. Die is groter dan tijdens de eerste looping
2. Die is kleiner dan tijdens de eerste looping
3. Dit zegt niks over de snelheid.
4. Die is anders van richting dan tijdens de eerste looping.

Uitleg looping; niet eenparig

Hoe staat de normaalkracht als de beweging niet eenparig is?

Leerdoelen:

- Rekenen aan cirkelbanen.

- Het begrip middelpuntzoekende kracht en het rekenen hiermee

praktikum cirkelbeweging

Demo
meteen uitwerken

aan de slag

HW maken

vragen stellen