4.5 SOA en voorbehoedsmiddelen

Herhaling
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Herhaling

Slide 1 - Diapositive

Herhaling: hoeveel zaadcellen worden er geproduceerd uit één spermatogonium via meiose?
A
1
B
2
C
4
D
8

Slide 2 - Quiz

Herhaling: waar vindt de bevruchting plaats en wat nestelt zich vervolgens in in de baarmoeder?
A
In de vagina; de bevruchte eicel
B
In de baarmoeder; de bevruchte eicel
C
In de eileider; de blastula
D
In de eileider; de foetus

Slide 3 - Quiz

Welk hormoon zorgt (als je zwanger bent en in de pil) indirect voor het voorkómen van de rijping van een eicel?
A
FSH
B
LH
C
Oestrogeen
D
Progesteron

Slide 4 - Quiz

Waarom is bij een bevalling sprake van positieve terugkoppeling?
Maak af: meer oxytocine betekent meer weeën, en dus meer druk op de baarmoedermond, en dus...
A
minder oxytocine
B
meer oxytocine

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Vidéo

Sommige soa’s kunnen worden overgedragen door uit hetzelfde glas te drinken als iemand die een soa heeft
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Welke SOA's zijn er?
  • Bacteriële SOA
  • Virale SOA
  • Insecten/Parasieten
  • Welke kennen jullie?

Slide 8 - Diapositive

SOA

Slide 9 - Carte mentale

Bacterie
- Chlamydia
- Gonorroe
- Syfilis

Slide 10 - Diapositive

Chlamydia

Chlamydia
Chlamydia is een soa die wordt veroorzaakt door een bacterie.
Deze nestelt zich in de slijmvliezen.

Chlamydia is de meest voorkomende soa in Nederland, vooral onder de jongeren.

Deze soa is goed te behandelen.

Tijdens onveilige seks kun je deze soa overdragen

Slide 11 - Diapositive

HPV
Vaccinatie tegen dit virus is mogelijk voor meisjes én jongens

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

HIV-VIRUS
HIV-virus

Slide 14 - Diapositive

Waarom is het HIV virus zo moeilijk te bestrijden door je lichaam?
A
Omdat het een RNA virus is
B
Omdat het virus een afweercel als gastheer heeft
C
Omdat het virus zich 'verstopt' in een cel
D
Omdat het virus zich snel verspreidt

Slide 15 - Quiz

Betrouwbaarheid van voorbehoedsmiddelen

Slide 16 - Diapositive

VOORBEHOEDSMIDDELEN!

Slide 17 - Diapositive

Welk voorbehoedsmiddel beschermt ook tegen SOA?
A
alleen het condoom
B
het condoom en het vrouwencondoom
C
het condoom, vrouwencondoom en het pessarium
D
het condoom en het pessarium

Slide 18 - Quiz

Waardoor is coïtus interruptus geen betrouwbare anticonceptiemethode?
A
Omdat er in voorvocht al zaadcellen zitten
B
Omdat het vaak mis gaat en de man alsnog ejaculeert in de vagina
C
Omdat er vaak al sperma uit de penis komt voor de echte zaadlozing

Slide 19 - Quiz

Ik heb vandaag iets geleerd
Nee, ik wist alles al
Nee, ik heb niet zo goed opgelet
Ja, ik heb wel wat geleerd
Ja, ik heb veel geleerd

Slide 20 - Sondage