03-06 t/m 05-06 3H Duits

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Programm

Planung

• was soll diese Woche bearbeitet werden?

Lernziel

• was werdet ihr diese Woche lernen?
  

Aufgaben der Woche

• Alle Aufgaben der D-Prüfung

Toets 

Schritt 29-34

10 juni 2020

Planung 

D-Prüfung

• Wiederholung alle Themen der Schritte 29 - 34

Sehen

• Aufgaben während des Sehens (Wiederholung)
  

Lernziel der Woche

Sehen

Du kannst eine informationsreiche Sendung verstehen

Sehen

• Ihr seht  jetzt eine Sendung von Drehscheibe.
  
• Ihr bearbeitet diese Übung selbständig
  
• Ihr sollt zuhause bei LessonUp einloggen mit dem Link
  
• Beantworte während des Sehens die Aufgaben
  

Kijk- en luisteroefening

We gaan een kijk- en luisteroefening doen. We gaan kijken naar een fragment uit het programma Drehscheibe van 4 mei 2020.

1. We  bekijken de inleiding

2. We beantwoorden enkele vragen.

3. Bekijken het fragment in stukken met vragen tussendoor.

4. Ik check je antwoorden en bespreek ze volgende les

0

Er is geen goed of fout bij het beantwoorden van deze vraag.
Tijdens de inleiding......

1. Ging het allemaal veel te snel. Ik heb geen idee.
2. Heb ik vooral plaatjes gekeken. Ik heb nu wel een idee.
3. Het ging wel snel, maar heb wel enkele woorden gehoord.
4. Ik heb een combinatie gemaakt van kijken naar de plaatjes en luisteren naar bekende woorden.

Deze Duitse woorden heb ik gehoord in de inleiding.

Deze plaatjes heb ik gezien.

Als je zou moeten zeggen/bedenken waar het filmpje over gaat. Wat denk je dan?

17:14

Waar is de auto-disco?

1. Sachsen
2. Saarburg
3. Bayern
4. Schuttdorf

17:14

Vul het ontbrekende woord in.
So klingt es wenn in Zeiten von Corona gefeiert wird. 250 ..... hupen zum Sound des DJ's.

1. LP's
2. LKW's
3. PKW's
4. CD's

17:14

PKW is een afkorting. Wat betekent het woord in het Nederlands. Het gaat niet om waar de afkorting voor staat. Het gaat om de betekenis.

17:47

Er wordt over de "Spaßtempel" gesproken. Waar verwijst het woord naar?

1. de parkeerplaats
2. de dansers
3. de eigenaren
4. de disco

18:10

In het filmpje wordt door de eigenaar het getal 4000-5000 genoemd. Waarvoor staat het getal?

18:10

In het filmpje wordt door de eigenaar het getal 32. Waarvoor staat het getal?

18:38

Het is bij de uitleg van de indeling van de parkeerplaats niet alleen belangrijk om de RIVM maatregelen te volgen maar ook ....

1. Dat de gasten het goed horen en deuren open kunnen doen.
2. Dat de gasten iets zien en dat de parkeerplaats effectief is ingedeeld.
3. Dat de gasten het goed horen en makkelijk weg kunnen gaan.
4. Dat de gasten het goed zien en geen last hebben van elkaar.

19:11

Wat wordt er gezegd over eten en drinken tijdens het feest?

20:13

Hoe duur is een entreeticket?

1. 22 euro per auto
2. 20 euro per auto
3. 22 per persoon
4. 20 per persoon

20:39

Hoe snel waren de tickets uitverkocht?

21:18

Er wordt veel getoeterd. Toch is de muziek voor de bezoekers te horen. Hoe is dit geregeld?

22:17

Hoeveel auto’s kregen hulp bij het starten?

1. 10
2. 11
3. 12
4. 13

22:17

Wat voor hulp is er en waarom?

23:05

Er zijn twee redenen, waarom Mickie Krause bij deze Auto-disco een optreden geeft. Probeer ze allebei op te noemen.

24:04

Komt er een vervolg?

1. Ja
2. misschien
3. nee

24:04

Wat was het probleem bij de organisatie van dit evenement wat de volgende keer anders moet?

Programm

Planung

• was soll diese Woche bearbeitet werden?

Lernziel

• was werdet ihr diese Woche lernen?
  

Aufgaben der Woche

• Alle Aufgaben der D-Prüfung
• Hilfe bei den Aufgaben

Toets 

Schritt 29-34

10 juni 2020

Planung 

D-Prüfung

• Wiederholung alle Themen der Schritte 29 - 34

Sehen

• Aufgaben während des Sehens (Wiederholung)
  

Lernziel der Woche

Sehen

Du kannst eine informationsreiche Sendung verstehen

Klausurvorbereitung

Du kannst alle wichtige Themen im Buch finden und verwenden 

Vokabeln: S. 99 + S. 119

Redemittel: S. 100 + S. 105 + S. 112 + S. 127

Grammatik: S. 105/107 + S. 112/113/115

3 HAVO

 Grammatik 3H

1. Achterhalen wat de zinsdelen zijn

• onderwerp
• persoonsvorm/gezegde
• lijdend voorwerp

2. Bepalen welk woord je moet invullen (1 óf 4)

• gebruik het schema/ Spickzettel

3. Checken of je antwoord klopt

3 VWO

Vokabeln: S. 94 + S. 111

Redemittel: S. 94 + S. 101 + S. 118 + S. 126

Grammatik: S. 93 + S. 119/120

 Grammatik 3 VWO

1. Achterhalen of er een voorzetsel staat

• staat deze in de +3 rij?
• staat deze in de +4 rij?
• hoort deze bij de 7/2-regel

2. Bepalen welk woord je moet invullen uit de der-/ein-groep

• gebruik het schema/ Spickzettel

3. Checken of je antwoord klopt

keuzevoorzetsel of 7/2-regel

• bij een beweging + 4
• bij stilstand +3

bij geen van beide -> auf + über + 4 -> anders +3

Spickzettel

Gebruik deze!

Ook bij je toetsen mag je dez gebruiken!

Aufgaben 

3 HAVO -> D-Prüfung der Schritte 29-34 ab Seite 133

3 VWO -> D-Prüfung der Schritte 9-13 ab Seite 133