Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
WELCOME BACK
Slide 1 - Diapositive
Today’s lesson
Homework check -> past perfect / past simple
Lesson 4: Past continuous / past simple
Explain the two tenses
Short quiz
Continue with the assignments of lesson 4
Finished? Continue with lesson 5/6
Also finished with that? Have a look at ‘Fake news project’ in your studiewijzer.
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Past Simple
Slide 4 - Diapositive
Past simple
Je gebruikt de Past Simple als je zeker weet dat iets in het verleden gebeurd is en nu afgelopen is.
Je gebruikt deze vorm als je het hebt over feiten, gewoonten etc. die in het verleden gebeurd zijn en nu helemaal klaar zijn.
Je vormt de Past Simple door de stam van een werkwoord te pakken en daar –ed aan vast te plakken. De Past Simple van ‘to work’ is dus de stam (work) met –ed erachter worked.
Slide 5 - Diapositive
Past Simple - Signaalwoorden
In de zin staan vaak eentijdsbepaling van verleden tijd.
yesterday
last week
ten minutes ago
in 2007
this morning
Slide 6 - Diapositive
Past continuous
was/were + werkwoord + ing
Je gebruikt deze tijd om aan te geven dat je in het verleden iets aan het doen was. Als je de zin naar het Nederlands vertaald hoor je vaak ook “was…..of waren aan het……”
Of wanneer iets was aan de gang in het verleden en werd onderbroken. Het is onduidelijk of de handeling voltooid werd.
I was having a bath when the phone rang.
Slide 7 - Diapositive
Past continuous
Examples:
Erin was washing her dog in the garden yesterday.
We were celebrating my uncle’s fortieth birthday last weekend.
Lindy was cleaning her entire house this morning.
Slide 8 - Diapositive
Past Simple - Signaalwoorden
Signaalwoorden voor de past continuous zijn:
While/When
At the same time.
Deze signaalwoorden staan niet altijd in de zin, dus onthoud goed: je gebruikt de present continuous als iets in het verleden aan het gebeuren was of als je iets in het verleden een tijdje deed.
Slide 9 - Diapositive
I __________ (work) late last night.
Slide 10 - Question ouverte
We _________ (swim) in the ocean last night.
Slide 11 - Question ouverte
You ________ (watch) tv all night.
Slide 12 - Question ouverte
Slide 13 - Diapositive
PAST CONTINUOUS & PAST SIMPLE
Als ze samen in een zin staan dan:
geeft de past continuous de langer durende actie aan
geeft de Past simple de korter durende actie aan
Slide 14 - Diapositive
PAST CONTINUOUS & PAST SIMPLE
Als ze samen in een zin staan dan:
geeft de PCde langer durende actie aan
geeft de PSde korter durende actie aan
Example:
I was walking when I dropped my marker.
Merlin was sleeping when Wieke called her.
Slide 15 - Diapositive
EVEN OEFENEN!
In deze zinnen moet je de Past Simple OF Past Continuous invullen.
Type je antwoorden met één spatie ertussen.
Slide 16 - Diapositive
EVEN OEFENEN!
Bijvoorbeeld:
We ___________ (watching) tv when my uncle ______ (call).
Je typt dan:
Slide 17 - Diapositive
EVEN OEFENEN!
Bijvoorbeeld:
We ___________ (watching) tv when my uncle ______ (call).
Je typt dan:
were watching called
Slide 18 - Diapositive
I _______ (kiss) a boy when my mom _______ (enter) my room.
Slide 19 - Question ouverte
Dano ________ (train) in the gym, when his friend Colin ______ (call) him.
Slide 20 - Question ouverte
We _______ (walk) on the street when someone ________ (rob) us.
Slide 21 - Question ouverte
When he _______ (arrive), Renske ________ (cook) dinner.
Slide 22 - Question ouverte
You _______ (watch) Netflix when Iris _______ (text) us.