Carrousel les 4 (zinnen in WRTS)

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Animals and pets

Lesson 1

Which PETS do you have (or know)?
(English answers!)

Guess the animal:
Bird

1. Eend
2. Vogel
3. Ooievaar
4. Reiger

Guess the animal:
Chicken

1. Kuiken
2. Haan
3. Kip
4. Kalkoen

Guess the animal:
Cow

1. Koe
2. Kalf
3. Kat
4. Kuiken

Guess the animal:
Dog

1. Puppy
2. Kat
3. Cavia
4. Hond

Guess the animal:
Horse

1. Haan
2. Paard
3. Schaap
4. Ezel

Guess the animal:
Monkey

1. Meeuw
2. Mol
3. Aap
4. Chimpansee

Guess the word:
Farm

1. Dierenarts
2. Asiel
3. Dierentuin
4. Boerderij

Guess the word:
Bite

1. Bijten
2. Bijen
3. Beide
4. Geen van beide

Guess the word:
Sleep

1. Vallen
2. Rusten
3. Slapen
4. Slepen

Speaking

Let's try to pronounce the next sentences.

I have got a dog.

Ik heb een hond.

He has brown fur.

Hij heeft een bruine vacht.

My cat sleeps all day.

Mijn kat slaapt de hele dag.

She has dark eyes.

Ze heeft donkere ogen.

I got my pet on my birthday.

 Ik kreeg mijn huisdier voor mijn verjaardag.

I don't like my pet when he gets angry.

Ik hou niet van mijn huisdier als hij boos wordt. 

Cats eat catfood.

 Katten eten kattevoer.

Aan de slag in WRTS

Type de zinnen over in WRTS

Ga er mee oefenen!