2pA 25/04/24

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Jeudi 25 avril 2024

Programme: 

• Devoirs Plenda
• Chap. 3 Leçon F "
• Kahoot... les vêtements!

Devoirs 15/05:

Chap. 3 Leçon F afmaken, leren voca F p. 129, herhalen Voca E

Devoirs 17/05:

Chap. 3 leçon G afmaken, leren phrases les p. 130. Herhalen EF

Chap. 3 PW  24/05/24 

Chap. 1,2,3 PW LUVA 31/05

Questions?

Qu'est-ce que tu veux acheter?

Je c...

Alors on va...

BONJOUR ET BIENVENUE 2AHA!

Bonjour

et 

bienvenue!!

Bienvenue!

Pak je boek, schrift en je laptop en login!

Aujourd'hui

• Planning 
• Kort opdrachtje over het thema
• Bron F: lire

Horen de woorden hieronder bij 'kledingstuk' of bij 'accessoires'?

Sleep de woorden naar het juiste blok.

le vêtement

les accessoires

le pantalon

le T-shirt

la ceinture

les lunettes de soleil

le sac

la robe

le bracelet

les bottes

Regarde cette fille...

Qu'est-ce qu'elle porte?

Elle est comment?

Beschrijf dit meisje in het Frans. 

Maak hierbij gebruik van 

het aanwijzend vnw.

Beschrijf dit meisje in het Frans.
Maak hierbij gebruik van
het aanwijzend vnw.

Vocabulaire E + F

page 129

Let op! Bron E behandelen we pas volgende week, maar die zul je wel vast moeten leren.

Le Coin des Goodies

page 118

Maak ter voorbereiding ex. 24

Fini? Lees de titel en introductie van tekst F en maak evt. ook 25a.

Le Coin des Goodies

page 119

We lezen samen tekst F.

Onderstreep/markeer woorden die je niet begrijpt of moeilijk vindt, zodat je die kunt opzoeken in het woordenboek.

Le Coin des Goodies

page 118-121

Maak nu zelfstandig ex. 24, 25a,b, 26, 27.  Zoek moeilijke woorden op in de WL of het woordenboek!

___ jupe est rouge.

1. Ce
2. Cet
3. Cette
4. Ces

Il va faire froid ___ hiver

1. Ce
2. Cet
3. Cette
4. Ces

___ garçon est petit.

1. Ce
2. Cet
3. Cette
4. Ces

J'aime ___ couleurs brillantes.

1. Ce
2. Cet
3. Cette
4. Ces

Imagine: c’est bientôt l’anniversaire de ton meilleur ami ou de ta meilleure amie. Tu veux organiser une fête et acheter un cadeau. Écris une invitation à tous tes amis.

Vertel waarom je schrijft.

Vertel wat voor een feest je wilt organiseren, waar en wanneer.

Vertel welke vier cadeaus je in gedachten hebt voor je vriend(in), hij/zij is gek op kleding.

Zoek plaatjes bij de cadeaus of teken zelf een voorbeeld.

Geef informatie over de cadeaus (prijs, kleur, etc.) zoals in het onderstaande voorbeeld.

Exemple: Ces baskets rouges Adidas: 37,50 €

ÉCRIRE

C'est bientôt l'anniversaire de notre amie Sarah!

Je veux organiser une fête chez moi, ce weekend.

Sarah aime faire du shopping et les vêtements.

J'ai quatre idées pour des cadeaux:

• Ces basckets rouge Adidas: 37 Euros 50
• Cette robe noire: 25 Euros
• Cette jupe blanche: 29 Euros 99
• Ce sac bleu: 21 Euros 50

Qu'est-ce que vous en pensez? À bientôt!

ÉCRIRE

Bonjour !

Comment ça va?

Quelle est la date d'aujourd'hui?

Quel temps fait-il? 

Tu veux acheter quelque chose?

Qu'est-ce que tu aimes porter?

écrire une invitation

Je nodigt je vriendengroep uit: 

- je zegt dat je een feest wil organiseren

- je zegt waar het is en om hoe laat

- je geeft een cadeautip (kleding)

- je zegt hoe die kleding eruit ziet (kleur, prijs, ...)

je schrijft een UITNODIGING

dus je groet je vriendengroep

je sluit je bericht af

het enthousiasme straalt ervan af!

Mind map over verjaardag:

• les jours de la semaine
• les mois
• les vêtements
• les couleurs
• le temps des verbes

Les nombres

60 = soixante                                                 80  = quatre-vingts (4x20)  
61  = soixante et un                              ! 81  = quatre-vingt-un
62 = soixante-deux                                    82  = quatre-vingt-deux
etc.                                                                     etc.

70  = soixante-dix (60+10)                       90  = quatre-vingt-dix (4x20+10)
71   = soixante et onze                             ! 91   = quatre-vingt-onze
72  = soixante-douze                                 92  = quatre vingt-douze
etc.                                                                     etc.

LET OP: bij 81 en 91 geen et maar een streepje

Apprendre/leren:

vocabulaire 

Réviser/Herhalen 

vocabulaire 

-DEVOIRS-

Huiswerk, pour vendredi :

• Apprendre 1 page 32
• Online methode: civilisation
  (inhoudsopgave & quiz)