Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 120 min
Éléments de cette leçon
H3 Constante en variabele kosten
Slide 1 - Diapositive
Lesdoelen
Weet je wat constante kosten zijn
Weet je wat variabele kosten zijn
Weet je wat het onderscheid is bij variabele kosten in het verloop
Kun je het constantenkostentarief berekenen
Kun je het bezettingsresultaat berekenen
Theorieboek hoofdstuk 3 vanaf pagina 74
Slide 2 - Diapositive
Agenda
1e uur uitleg theorie in LessonUp
2e uur werken aan opgaven
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Wat zijn kosten? En welke kosten maakt een bedrijf?
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Vidéo
timer
1:00
Noem zoveel mogelijk kosten
Slide 7 - Carte mentale
Kosten
Zijn alle op geld gewaardeerde offers die gebracht zijn bij de productie of verkoop. Bijvoorbeeld: grondstofkosten, afschrijvingskosten, loonkosten etc.
Let op: NIET alle kosten zijn ook uitgaven.
Slide 8 - Diapositive
Constante kosten
De kosten veranderen niet wanneer je productie toeneemt of afneemt.
Slide 9 - Diapositive
Constante kosten
Slide 10 - Diapositive
Variabele kosten
Deze kosten veranderen wanneer je productie toeneemt of afneemt.
Slide 11 - Diapositive
Variabele kosten
Slide 12 - Diapositive
De variabele kosten zijn .... afhankelijke van de productie / omzet ?
A
Niet
B
Gedeeltelijk
C
Soms
D
Wel
Slide 13 - Quiz
Constante of Variabele kosten? (Transport)
A
Constante kosten
B
Variabele kosten
Slide 14 - Quiz
Constante of variabele kosten? (Werknemers)
A
Constante kosten
B
Variabele kosten
Slide 15 - Quiz
Constante of variabele kosten (afschrijvingen)
A
Constante kosten
B
Variabele kosten
Slide 16 - Quiz
Soorten variabele kosten
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Normale en werkelijke afzet/productie
Onder normale afzet(omzet) verstaan we de afzet (omzet) die je onder normale omstandigheden denkt te realiseren.
De werkelijke afzet (omzet) is de afzet (omzet) die daadwerkelijk is gerealiseerd in een bepaalde periode
Slide 19 - Diapositive
Wat hebben we tot nu toe gedaan?
timer
1:00
Slide 20 - Diapositive
H3 Constante en variabele kosten
Slide 21 - Diapositive
Wat hebben tot nu toe gedaan deze week?
Slide 22 - Question ouverte
Tekst
Tekst
voor 1000 pennen koop ik 10 liter inkt
10.000 pennen extra gemaakt. 5 mensen hebben overgewerkt tegen 200% loon.
Bij afname van 100 liter inkt ontvangt u 10% korting op de prijs.
Slide 23 - Question de remorquage
variabele kosten per pen
constante kosten per pen
normale productie
werkelijk productie
Slide 24 - Question de remorquage
Constantekostentarief
Het constante kostentarief is het bedrag dat de onderneming voor het dekken van de constante kosten in de kostprijs opneemt.
Constante kosten/normale afzet = constante kostentarief per product
Slide 25 - Diapositive
Constante kosten per stuk worden berekend door te delen door …?
timer
1:00
A
Werkelijke productie
B
Geraamde productie
C
Normale productie
D
Werkelijke omzet
Slide 26 - Quiz
Volgende les:
Deelname les = camera aan
Maken opgaven 1 t/m 9 van H3 met behulp van het theorieboek
Zie bericht in teams over PDZ workshop
Slide 27 - Diapositive
Bezettingsresultaat
Slide 28 - Diapositive
Slide 29 - Vidéo
Bezettingsresultaat
W = Werkelijke afzet
N = Normale afzet (Gemiddeld)
C = Constante kosten
(W−N)⋅NC=bezettingsresultaat
Slide 30 - Diapositive
Volgende les: Directe / indirecte kosten
Slide 31 - Diapositive
Volgende les: Indirecte kosten
Indirecte kosten zijn kosten die niet direct kunnen worden toegerekend aan een product of dienst van een bedrijf, zoals