Paragraaf 3.1 Regionale beeldvorming

3.1 Regionale beeldvorming
H3 Zuid-Amerika
Domein Gebieden
4V
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

3.1 Regionale beeldvorming
H3 Zuid-Amerika
Domein Gebieden
4V

Slide 1 - Diapositive

Programma:

3.1 Regionale beeldvorming
3.2 Landschappen
3.3 Klimaten
3.4 Bevolking: spreiding, samenstelling en groei.
3.5 Welvaart en welzijn
3.6 Ontwikkeling van de economie
3.7 Economische integratie en infrastructuur
3.8 Politieke ontwikkelingen
3.9 Vergelijking van Zuid-Amerika en Zuidoost-Azie: Sociaal-cultureel
3.10 Vergelijking van Zuid-Amerika en Zuidoost-Azie: sociaal-economisch



H3. Zuid-Amerika

Slide 2 - Diapositive

Voorkennis
Begrippen die je begrijpt, kunt uitleggen en toepassen:

Platentektoniek, oceanische korst, continentale korst, Midoceanische rug, stroomgebied, landdegradatie, buitenlandse directe investeringen, fossiele brandstoffen, globalisering, handelsgewassen

Slide 3 - Diapositive

Dimensies: met een andere bril

Slide 4 - Diapositive

Beslissingen gebaseerd op juiste geografische beelden pakken in het algemeen beter uit dan beslissingen op basis van stereotiepe beelden
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Hoeveel landen bevat
Zuid-Amerika?

Slide 6 - Question ouverte

Het noordelijkste puntje van Zuid-Amerika
ligt op 12°NB.
Wat is de breedtegraad van het zuidelijkste punt?
A
34°ZB
B
44°ZB
C
54°ZB
D
64°ZB

Slide 7 - Quiz

Hoeveel inwoners heeft Zuid-Amerika (in miljoen)?

Slide 8 - Question ouverte

Wat is "typisch"
Zuid-Amerika?

Slide 9 - Carte mentale

3.1 Regionale beeldvorming
H3 Zuid-Amerika
Domein Gebieden
4V

Slide 10 - Diapositive

Vandaag
  • §1: Regionale beeldvorming Zuid- Amerika
  • Stereotypes Zuid-Amerika
  • 'Mental Map'

Slide 11 - Diapositive

Lesdoel
  • Je kent een aantal stereotiepe beelden over Zuid-Amerika. 
  • Je begrijpt dat zowel stereotiepe beelden als geografische beelden in de loop der tijd veranderen en van invloed zijn op het ruimtelijk gedrag van bedrijven, consumenten, politici en burgers.

Slide 12 - Diapositive

Beeldvorming
Een stereotype is een beeld dat mensen van een onbekend gebied hebben, gebaseerd op vooroordelen.

Stereotypes ontstaan door perceptie (de manier waarop je op basis van juiste of onjuiste informatie de werkelijkheid inkleurt).

Slide 13 - Diapositive

Welke vooroordelen
heb je over Z.-A.?

Slide 14 - Carte mentale

Waarom is het zo belangrijk om een juist geografisch beeld van Zuid Amerika te hebben?

Slide 15 - Question ouverte

Perceptie is de manier waarop je de werkelijkheid ervaart en inkleurt
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quiz

Stereotypes Zuid-Amerika
  • Indianen
  • Katholiek
  • Spaans
  • Armoede
  • Sloppenwijken
  • Corruptie
  • Geweld / drugs

Slide 17 - Diapositive

Hoeveel procent van de populatie van Z.-A. is 'Indiaan' (native American)?
A
Minder dan 10%
B
Tussen de 10% - 30%
C
Tussen de 30% - 50%
D
Meer dan 50%

Slide 18 - Quiz

Indianen
“Indianen” (native Americans) 8% populatie. Grote verschillen per land. Minderheid geworden door oorlog, ziektes, komst van de Europeanen.

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Katholiek
Katholiek: ja. Maar:
  • Ca 10-40% protestanten
  • Diverse andere religies
  • Tot 40% niet-religieus
  • Religie speelt vooral een rol 
in tradities, feesten etc. 

Slide 21 - Diapositive

In hoeveel van de 13 landen in Z-A spreekt men Portugees
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 22 - Quiz

Geweld
Moord per 
100.000 inwoners:
Hoog, maar per 
land verschillend.

Slide 23 - Diapositive

In welk land is de meeste corruptie?
A
Brazilië
B
Colombia
C
Peru
D
Uruguay

Slide 24 - Quiz

Drugs
Veel handel. 

Slide 25 - Diapositive

Armoede & sloppenwijken
Grote sociale ongelijkheid (bron 3)
.
Per land % mensen in sloppenwijken 
verschillend.

Slide 26 - Diapositive

Geografische beeldvorming & mental map
Aardrijkskunde is er voor geografische beeldvorming (= een beeld van een gebied op basis van controleerbare informatie over de ligging van het gebied, de ruimtelijke kenmerken ervan en de samenhang daartussen).

> Opgeslagen in ‘mental map’ (= ruimtelijke beeld dat een persoon van een bepaald gebied in zijn hoofd heeft opgeslagen).

Slide 27 - Diapositive

Z-A in de media
Van:
  • instabiele landen
  • corrupte landen
  • grote sociale ongelijkheid

Naar:
  • politiek stabiele landen
  • sociaal stabiele landen

Slide 28 - Diapositive

Welk begrip uit de paragraaf past het best bij de tekening? 
Sleep dit begrip naar het plaatje.
Geografisch beeld
Mental map
Stereotyp beeld

Slide 29 - Question de remorquage

Welk begrip uit de paragraaf past het best bij de tekening? Sleep dit begrip naar het plaatje.
Geografisch beeld
Mental map
Stereotyp beeld

Slide 30 - Question de remorquage

Vanuit welke dimensie is de tekening vooral opgebouwd?
Politiek
Sociaal
Ecologisch
Economisch
Cultureel

Slide 31 - Question de remorquage

3.1 Regionale beeldvorming
H3 Zuid-Amerika
Domein Gebieden
4V

Slide 32 - Diapositive

Lesdoel
  • Je kent een aantal stereotiepe beelden over Zuid-Amerika. 
  • Je begrijpt dat zowel stereotiepe beelden als geografische beelden in de loop der tijd veranderen en van invloed zijn op het ruimtelijk gedrag van bedrijven, consumenten, politici en burgers.

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Vidéo

De mental map is het ruimtelijk beeld dat een persoon van een gebied in zijn geheugen heeft opgeslagen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 35 - Quiz

Het beeld van Zuid Amerika Is in de ogen van veel Europeanen een stuk positiever geworden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 36 - Quiz

Het ruimtelijk gedrag van burgers bepaalt de geografische beelden van Zuid Amerika
A
Juist
B
Onjuist

Slide 37 - Quiz

Perceptie is de manier waarop je de werkelijkheid ervaart en inkleurt
A
Juist
B
Onjuist

Slide 38 - Quiz

In hoeveel van de 13 landen in Z-A spreekt men Portugees
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 39 - Quiz

Lesdoel
  • Je kent een aantal stereotiepe beelden over Zuid-Amerika. 
  • Je begrijpt dat zowel stereotiepe beelden als geografische beelden in de loop der tijd veranderen en van invloed zijn op het ruimtelijk gedrag van bedrijven, consumenten, politici en burgers.

Slide 40 - Diapositive

Heb je nog vragen over paragraaf 3.1?

Slide 41 - Question ouverte