2021 2VM H5.4 Wat houd je over?

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

2021 2VM H5.4 Wat houd je over?

Leerdoelen:

• Je kunt uitleggen wat de inkoopwaarde is
• Je weet wat brutowinst is en hoe je deze berekent
• Je kunt voorbeelden geven van bedrijfskosten
• Je weet wat nettowinst is en hoe je deze berekent

Omzet

Omzet = afzet × verkoopprijs

(afzet = aantal stuks)

Omzet  voorbeeld

GHC verkoopt warme sjaals. Na een dag heeft GHC 10 sjaals verkocht. De sjaals kosten € 3 per stuk. Bereken de omzet op die dag.

STAPPENPLAN UITWERKING:

1. Omzet = afzet x verkoopprijs
   
2. Afzet = 10 stuks
3. Verkoopprijs = € 3
   
4. Omzet = 10 x € 3 = € 30

Hoe bereken je de omzet?

1. afzet x inkoopprijs
2. afzet x verkoopprijs

In een zwembad verkoopt Ron op een dag 372 blikjes fris.
De prijs van één blikje is € 2,25.
Hoeveel omzet heeft Ron?

Inkoopwaarde

Het totale bedrag dat ik in de winkel betaal voor de inkoop van de producten

Bijvoorbeeld: ik koop tien sjaals in voor in totaal € 10

Dus 1 sjaal inkoop kost € 1,-

Inkoopprijs vs. inkoopwaarde

Inkoopprijs = de prijs per stuk die je betaald voor 1 product dat                                 je  inkoopt.

Inkoopwaarde = de waarde van alle ingekochte producten, 

                                   dus meer dan 1!!!

Voorbeeld inkoopprijs vs. inkoopwaarde

Inkoopprijs van 1 rookworst van de HEMA = € 0,45

Inkoopwaarde van de alle rookworsten van HEMA op 9 februari =

100 rookworsten van € 0,45  per stuk = 100 x € 0,45  = € 45,-

Wat is juist,
inkoopwaarde is...

1. De prijs per stuk die je betaald voor 1 product dat je inkoopt.
2. De waarde van alle ingekochte producten.

HEMA koopt in:
100 schriften voor € 0,15 per stuk
20 handdoeken voor € 2,- per stuk
100 paar sokken voor € 1,75 per paar
Bereken de inkoopwaarde

Brutowinst

 Omzet                 = opbrengst = prijs x aantal verkochte artikelen

Inkoopwaarde = waarde van alle ingekochte artikelen

 Brutowinst        = Omzet - inkoopwaarde.

Brutowinst

Inkoopwaarde = € 175,-

Omzet = € 325,-

Wat is de brutowinst?

Omzet - inkoopwaarde = brutowinst

325 - 175 = 150

Brutowinst = € 150,-

Hoe bereken je de brutowinst?

1. Omzet - Inkoopwaarde
2. Afzet x Inkoopwaarde
3. Omzet + Inkoopwaarde
4. Omzet - inkoopprijs

Inkoopwaarde = € 7 500,-
Omzet = € 11 300,-
Wat is de brutowinst?

Brutowinst is dé winst?

Is brutowinst het inkomen van de ondernemer?

NEE!!!!!

Naast de kosten van inkoop van spullen, heb je nog meer kosten.

Welke?

Geef een voorbeeld van bedrijfskosten?

Bedrijfskosten

De kosten die een winkel moet maken om te functioneren.

Voorbeelden van bedrijfskosten zijn:

• huur
  
• loon
  
• verzekeringen
  
• elektriciteit
  
• reclamekosten
  

Wat als je alles betaald hebt?

Wanneer je als eigenaar.....

 de inkoopkosten hebt betaald,

&

de ander kosten hebt betaald,

....

blijft er hopelijk iets over?

Brutowinst vs. nettowinst

Nettowinst is er als alle kosten betaald zijn. 

Omzet                                (afzet x verkoopprijs)

Inkoopwaarde -

Brutowinst

Bedrijfskosten -           (kosten voor machines, gebouwen, arbeid)

Nettowinst / verlies

Wat is juist?

1. omzet - verkoopwaarde = nettowinst
2. omzet - inkoopwaarde = nettowinst
3. omzet - bedrijfskosten = nettowinst
4. omzet - inkoopwaarde = brutowinst

Wat is juist?

1. Brutowinst - 0mzet = Nettowinst / verlies
2. Brutowinst - Bedrijfskosten = Nettowinst / verlies
3. Brutowinst - inkoopwaarde = Nettowinst / verlies
4. Brutowinst + Bedrijfskosten = Nettowinst / verlies

Hoe bereken je nettowinst/ verlies?

1. Omzet - Inkoopwaarde = nettowinst - Bedrijfskosten = brutowinst / verlies
2. Omzet + Inkoopwaarde = Brutowinst - Bedrijfskosten = Nettowinst / verlies
3. Omzet - bedrijfskosten = Brutowinst - inkoopwaarde = Nettowinst / verlies
4. Omzet - Inkoopwaarde = Brutowinst - Bedrijfskosten = Nettowinst / verlies

Omzet = € 50,- Inkoopwaarde = € 5,-
Bedrijfskosten zijn € 25,-
Bereken de brutowinst en de nettowinst

0

In een maand heeft GHC 400 kerstengeltjes ingekocht. De kerstengeltjes kosten € 2,50 per stuk. Bereken de inkoopwaarde voor het GHC.

Het Sophianum koopt kerstbrood in bij de bakker voor in totaal € 1.680. Het Sophianum verkoopt in de maand december 800 kerstbroden voor € 2,40 per stuk. De bedrijfskosten in de maand december zijn € 140 in totaal.
Bereken het nettoresultaat voor het Sophianum in december

Nettoresultaat berekenen uitwerking

Het Sophianum koop kerstbrood in bij de bakker voor in totaal € 1.680. Het Sophianum verkoopt in de maand december 800 kerstbroden voor € 2,40 per stuk. De bedrijfskosten in de maand december zijn € 140 in totaal. 

Bereken het nettoresultaat voor het Sophianum in december.

1. Nettoresultaat = Brutoresultaat - bedrijfskosten
   
2. Brutoresultaat = Omzet – Inkoopwaarde
   
3. Omzet = 800 x € 2,40 = € 1.920
   
4. Inkoopwaarde = € 1.680
   
5. Brutoresultaat = € 1.920 - € 1.680 = € 240
   
6. Nettoresultaat = € 240 - € 140 = € 100
   

Kosten hoger en winst lager

Wat betekend dit?

Failliet gaan is?