6.3 + 6.4

Eerste verdedigingslinie
Extern, aspecifiek (=niet-specifiek):
  • Mechanische afweer :
    huid, slijmvliezen

       
  • Chemische afweer:
    zoutzuur in maagsap, pH huid
*(huid heeft ook rol bij thermoregulatie, bescherming tegen uitdroging en UV-licht)
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 25 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Eerste verdedigingslinie
Extern, aspecifiek (=niet-specifiek):
  • Mechanische afweer :
    huid, slijmvliezen

       
  • Chemische afweer:
    zoutzuur in maagsap, pH huid
*(huid heeft ook rol bij thermoregulatie, bescherming tegen uitdroging en UV-licht)

Slide 1 - Diapositive

Tweede verdedigingslinie:
Afweer door het immuunsysteem (witte bloedcellen) 

  • Aangeboren = (niet specifiek, tegen alle lichaamsvreemde stoffen)
    macrofaag/fagocyt* 



  • Aangeleerd / verworven = (wel specifiek, je moet eerst ziek zijn geweest en geheugencellen aanmaken)
  B- en T-cellen 

Slide 2 - Diapositive

6.2 Afweer

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Cellulaire afweer
Humorale afweer
B-cellen maken antistoffen die binden aan ziekte-verwekkers
T-cellen prikken geïnfecteerde lichaamscellen kapot

Slide 5 - Diapositive

Pokken (variola)
Pokken (variola)
In Nederland is 1823 'pokkenbriefje in gevoerd'.  In 1857 weer afgeschaft, maar na uitbraak 1870 met ±23.000 doden weer ingevoerd.

Wereld in 1980 pokkenvrij volgens WHO

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Immuniteit
Hoe kan dit?




Slide 9 - Diapositive

Immunisatie
(= weerstand opbouwen tegen ziekteverw.)

Natuurlijk

Kunstmatig


Actief

Normaal ziekte doorlopen en (B- en T-) geheugencellen opbouwen

(opzettelijk) gevaccineerd worden met alleen antigeen of verzwakte ziekteverwekker 




Passief 


Antistoffen binnenkrijgen 



Antistoffen binnenkrijgen
Voorbeelden? Waarom nodig?

Slide 10 - Diapositive

6.3 Immuniteit
Maak opdrachten 
14 t/m 24 

De meeste daarvan zijn echt heel snel te maken nu
Daarna start 6.4



timer
15:00

Slide 11 - Diapositive

13.4   Transplantatie en bloedtransfusie

Thema 13 Afweer

Slide 12 - Diapositive

Leerdoel
Je kunt beschrijven welke problemen door antigenen kunnen ontstaan bij transplantaties en bloedtransfusies.

Slide 13 - Diapositive

Orgaandonatie
Orgaantransplantatie betekent dat je "kapotte" orgaan vervangen wordt door een ander orgaan. Hier zijn orgaandonaties voor nodig.

Helaas zijn er nog steeds te weinig orgaandonoren en overlijden er mensen omdat er geen donororgaan beschikbaar is.

Slide 14 - Diapositive

De nieuwe donorwet
Cette vidéo n'est plus disponible
De eerste kamer heeft inmiddels beslist en de nieuwe donorwet is in werking getreden op 1 juli 2020

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Afstotingsreacties
Menselijke cellen hebben ook antigenen.                              (= het HLA-systeem)
Hierdoor kunnen jouw lymfocyten je lichaamseigen cellen onderscheiden van lichaamsvreemde cellen (van het donororgaan). 

T-cellen: vernietigen de cellen van het donororgaan
B-cellen: acute afstoting door gevormde antistoffen
Medicijnen: onderdrukken de afstotingsreactie
                                                                                                       (Human Leukocyte Anitgen)

Slide 17 - Diapositive

Wat is HLA?
Het HLA zijn de antigenen op lichaamscellen van mensen.

Welk type HLA je hebt is erfelijk bepaald. 
Familieleden hebben dus vaak overeenkomsten.

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Verdeling bloedgroepen

Slide 20 - Diapositive

Hoe bepaal je of bloed gaat klonteren?
1. welke antistoffen heeft de ontvanger?   (antistof A of B of allebei of niets)

2. welke antigenen heeft de donor? (A of B of allebei of niets)

3. als er twee op elkaar passen kan er geen bloedtransfusie plaatsvinden (wat dan is er klontering van het donorbloed)
De regel is: De ontvanger mag géén antistoffen in het plasma hebben tegen het antigeen op de bloedcellen van de donor.

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Resusfactor - ontdekt bij apen

Slide 24 - Diapositive

Resusbaby
  • Een resusnegatieve moeder kan in verwachting zijn van een resuspositief kind.
  • Bij de eerste zwangerschap levert dat geen problemen op.
  • Bij bevalling: contact tussen bloed moeder en kind -> moeder maakt anti-resus en geheugencellen.
  • Bij tweede zwangerschap: anti-resus door placenta naar foetus -> bloedafbraak bij het kindje.
Resusfactor
In deze afbeelding is te zien wat er gebeurt als een vrouw in verwachting is van een resuspositief kindje.

Slide 25 - Diapositive