Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
zelfstandige naamwoorden
1 / 18
suivant
Slide 1:
Diapositive
Taal
Speciaal Onderwijs
Leerroute 6
Cette leçon contient
18 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
15 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Hoe herken je een naamwoord?
Kun je er '
de
', '
het
' of '
een'
voorzetten?
Is het een mens een dier of een ding?
Slide 2 - Diapositive
De ridder slaapt in zijn tent.
wat is het zelfstandig naamwoord?
A
ridder
B
in
C
slaapt
D
zijn
Slide 3 - Quiz
Aisha smeert tandpasta op haar tanden.
wat is het zelfstandig naamwoord?
A
smeert
B
op
C
haar
D
tanden
Slide 4 - Quiz
De juf kijkt naar de kinderen.
wat is het zelfstandig naamwoord?
A
de
B
juf
C
naar
D
kijkt
Slide 5 - Quiz
Opa staat bij de deur.
wat is het zelfstandig naamwoord?
A
staat
B
bij
C
opa
D
de
Slide 6 - Quiz
Het paard snuffelt aan de wortel.
wat is het zelfstandig naamwoord?
A
paard
B
snuffelt
C
de
D
aan
Slide 7 - Quiz
Buiten spelen heel veel kinderen.
wat is het zelfstandig naamwoord?
A
buiten
B
veel
C
spelen
D
kinderen
Slide 8 - Quiz
De paarden hinniken in de wei.
wat is het zelfstandig naamwoord?
A
wei
B
in
C
de
D
hinniken
Slide 9 - Quiz
De zon schijnt aan de hemel.
wat is het zelfstandig naamwoord?
A
schijnt
B
de
C
zon
D
aan
Slide 10 - Quiz
waar kun je een zelfstandig naamwoord aan herkennen?
Slide 11 - Carte mentale
Hoe herken je een naamwoord?
Kun je er 'de', 'het' of 'een' voorzetten?
Is het een mens een dier of een ding
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Lidwoorden
de
het
een
Slide 14 - Diapositive
'
speciale
'
naamwoorden
Voor sommige naamwoorden kun je geen
lidwoord
zetten
Mama loopt naar de kast ze pakt een boek
Mama
loopt
naar
de
kast
ze
pakt
een
boek
ze = ook een naamwoord
Slide 15 - Diapositive
Ik fiets ook naar school.
Wat is het 'speciale' naamwoord
A
Ik
B
fiets
C
ook
D
naar
Slide 16 - Quiz
Hij rent naar de aula.
Wat is het speciale naamwoord?
A
rent
B
naar
C
de
D
hij
Slide 17 - Quiz
Zij zwemmen naar de overkant.
Wat is het speciale naamwoord?
A
naar
B
de
C
zij
D
zwemmen
Slide 18 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
zelfstandige naamwoorden
Septembre 2022
- Leçon avec
23 diapositives
Taal
Speciaal Onderwijs
Leerroute 6
lidwoorden, zelfstandige naamwoorden
Octobre 2022
- Leçon avec
21 diapositives
Taal
Speciaal Onderwijs
Leerroute 6
werkwoorden
Septembre 2024
- Leçon avec
19 diapositives
Taal
Basisschool
Groep 6
zelfstandige naamwoorden les 2
Septembre 2022
- Leçon avec
19 diapositives
Taal
Speciaal Onderwijs
Leerroute 6
werkwoorden
Janvier 2022
- Leçon avec
10 diapositives
Taal
Basisschool
Groep 6
Lidwoorden en zelfstandige naamwoorden
Avril 2023
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
werkwoorden Les 1
Septembre 2023
- Leçon avec
15 diapositives
Taal
Basisschool
Groep 6
Deviant op weg naar 1F thema 2 spelling en grammatica deel 2
Juin 2022
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1