Les 4 - debatteren

Debatteren
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Debatteren

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
  • Je leert bij debatteren je eigen mening te onderbouwen en goed onder woorden te brengen.
  • Je leert ook kritisch te luisteren en je te verplaatsen in de gedachten van anderen.
  • Je leert anderen te overtuigen.

Slide 2 - Diapositive

Waar denk je aan bij het woord 'debatteren'?

Slide 3 - Diapositive

Debatteren, hoe gaat dat?
Een debat is een gesprek over een 
onderwerp waarover de deelnemers 
het oneens zijn. 

Tijdens een debat wordt het eigen 
standpunt verdedigd met als doel 
een derde partij te overtuigen.

Slide 4 - Diapositive

Hoe houd je een goed debat?
Bij debatteren zijn twee dingen belangrijk:

Inhoud:                   Hier gaat het om wat je zegt.  
                                                 
Presentatie:           Hier gaat het om hoe je het zegt.


Slide 5 - Diapositive

AUB - methode

Stelling:             Mensen moeten minder papier gebruiken.

                               Argument

                               Uitleg             

                               Bijvoorbeeld
                           

Slide 6 - Diapositive

Argument: Dat is beter voor het milieu.
Uitleg: Als we minder papier gebruiken, worden er minder bomen gekapt. Bossen zijn enorm belangrijk, niet alleen voor het zuurstof- gehalte, maar ook voor 80% van alle dieren op aarde. 
Bijvoorbeeld: Zo leven er door de ontbossing in Indonesië bijna geen tijgers meer: er zijn er op dit moment minder dan 400. Dat blijkt uit een rapport dat Greenpeace onlangs heeft gepubliceerd.

Slide 7 - Diapositive

Regels tijdens het debat:

1. Debatsleider leidt de discussie en bepaalt wie en wanneer je mag praten.
2. Je gaat staan wanneer je je argument noemt.
3. Je gebruikt geen scheldwoorden
4. Blijf bij de stelling
5. Je valt nooit een persoon aan maar de argumenten van de persoon
6. Je lacht een ander niet uit

Slide 8 - Diapositive


  1.  Het is niet de bedoeling dat je van mening verandert. 
  2.  Je probeert niet je tegenstander, maar de jury te overtuigen. 
  3.  De jury bepaalt welke partij gewonnen heeft.

Slide 9 - Diapositive

Voorbeeldfilmpje

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Teams maken
Voorstanders
Tegenstanders
Juryleden
Gespreksleider

Slide 12 - Diapositive

Werkwijze
Er verschijnt een stelling op het bord
5 min de tijd met je groepje om argumenten te bedenken en informatie op te zoeken over het onderwerp
De gespreksleider geeft om de beurt iemand het woord

Slide 13 - Diapositive

Als je een argument wil inbrengen ga je staan
De gespreksleider geeft iemand het woord
De jury bepaald aan het einde wie er heeft gewonnen

Slide 14 - Diapositive

Stelling 1
    Sociale media moet worden afgeschaft


Slide 15 - Diapositive

Stelling 2
Alle docenten moeten verplicht een IQ test doen

Slide 16 - Diapositive

Stelling 3
Bijstandsuitkeringen van verslaafden (alcohol, drugs, gokken) moeten worden stopgezet

Slide 17 - Diapositive

Terugkoppeling
Wat heb je geleerd deze les?
Welke vaardigheden kan je toepassen in een vergadering?

Slide 18 - Diapositive