Comparisons (part 2)

English 
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

English 

Slide 1 - Diapositive

Comparisons (vergelijkingen) Part 2

Slide 2 - Diapositive

Planning:
- Comparisons

Goal:
I can use the comparisons 
in a sentence. 

Slide 3 - Diapositive

What do you remember from the comparisons yesterday?

Slide 4 - Question ouverte

Comparisons
In het Nederlands: trappen van vergelijkingen.

Gebruik: Om mensen of dingen te beschrijven/vergelijken

C
B
A
Box A is small.
Box B is smaller than box A.
Box C is the smallest of all.

Slide 5 - Diapositive

Vergelijkingen
Woorden van 1 lettergreep:
- Vergrotende trap: -er
- Overtreffende trap: -est
old
older
oldest

Slide 6 - Diapositive

Vergelijkingen
Spelling 1 lettergreep:
Woorden die eindigen op een -e 
Nice - Nicer - Nicest

Woorden die eindigen op een klinker + medeklinker
Fat - Fatter - Fattest 




Slide 7 - Diapositive

Welk rijtje is juist?
A
long - longger - longest
B
good - gooder - goodest
C
small - more small - smallest
D
small - smaller - smallest

Slide 8 - Quiz

Geef de vergrotende en overtreffende trap van: fast

Slide 9 - Question ouverte

2+ lettergrepen
Woorden van 2 lettergrepen of meer:
- Vergrotende trap: more 
- Overtreffende trap: most
expensive
more expensive
most expensive

Slide 10 - Diapositive

Uitzondering 2 lettergrepen

Woorden die eindigen op een -y 
Lazy - Lazier - Laziest 
Happy - Happier - Happiest 

Slide 11 - Diapositive

Geef van de volgende bijvoeglijke naamwoorden de vergrotende en overtreffende trap:
1. expensive 2. happy 3. tired 4. famous

Slide 12 - Question ouverte

Onregelmatig 
Good - Better - Best
Bad - Worse - Worst 

Deze leer je uit je hoofd! 

Slide 13 - Diapositive

Samenvatting
Klik hier voor de poster die je aan rechts in je scherm ziet. 

Slide 14 - Diapositive

Welk rijtje is juist?
A
Good - Better - Best
B
Good - Gooder - Goodest
C
Beautiful - Beautifuler - Beautifulest
D
Small - More small - Most small

Slide 15 - Quiz

Welk rijtje is juist?
A
Short - Shorter - Shortest
B
Short - more short- most short
C
Ugly - Uglier - most ugliest
D
Ugly - uglyer - uglyest

Slide 16 - Quiz

That group is ... (serious) than the other group.
A
the more serious
B
the most serious
C
more serious
D
most serious

Slide 17 - Quiz

Maak 2 korte zinnetjes met de vergrotende trap & maak 2 kort zinnetjes met de overtreffende trap.

Slide 18 - Question ouverte