01a introductie mijn lichaam, allerlei weetjes

We gaan kijken wat je misschien al weet van het menselijke lichaam.
A
ok
B
prima
C
goed
D
zeker
1 / 16
suivant
Slide 1: Quiz
Biologie / VerzorgingPraktijkonderwijsLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

We gaan kijken wat je misschien al weet van het menselijke lichaam.
A
ok
B
prima
C
goed
D
zeker

Slide 1 - Quiz

Nagels kun je knippen, maar hoeveel groeit een vingernagel gemiddeld
per week?
A
0,1 mm
B
0,7 mm
C
1,2 mm
D
2,0 mm

Slide 2 - Quiz

Muggen prikken om je bloed te krijgen, maar hoeveel liter bloed heeft een volwassene gemiddeld eigenlijk?
A
1 liter
B
2 liter
C
5 liter
D
10 liter

Slide 3 - Quiz

Waaruit bestaan je hersenen vooral?
A
VET
B
VOCHT
C
ZENUWCELLEN
D
BLOED

Slide 4 - Quiz

Je hart. Wat doet dat eigenlijk?
A
Het zorgt voor zuurstof
B
Het hart maakt het bloed schoon
C
Het hart pompt het bloed rond in je lichaam
D
Het hart heeft geen functie. Het is er voor de sier.

Slide 5 - Quiz

Hoe hard kun je niezen? Tip: dit kan je een fikse boete opleveren als je zo snel rijdt
A
100 kilometer per uur
B
200 kilometer per uur
C
300 kilometer per uur
D
400 kilometer per uur

Slide 6 - Quiz

Je lichaam beweegt door spieren en botten, maar hoe heten de scharnierpunten tussen 2 botten?
A
Gewrichten
B
Scharnieren
C
Vezels
D
Pezen

Slide 7 - Quiz

Weet je hoeveel botten een mens heeft? (een baby heeft er meer, want sommige groeien nog aan elkaar)
A
1000
B
603
C
400
D
206

Slide 8 - Quiz

Je hebt veel bloedvaten. Hoever kom je als je ze allemaal achter elkaar legt?
A
100 KM
B
1000 km
C
10.000 KM
D
100.000 KM

Slide 9 - Quiz

Hoeveel spieren gebruik je om 1 stap te zetten?
A
5 spieren
B
100 spieren
C
200 spieren
D
500 spieren

Slide 10 - Quiz

Hoeveel water zit er ongeveer in het lichaam van een volwassen mens?
A
30%
B
50%
C
70%
D
100%

Slide 11 - Quiz

Hoeveel liter bloed kunnen de nieren per dag filteren?
A
10 tot 50 liter
B
50 tot 100 liter
C
100 tot 150 liter
D
150 tot 200 liter

Slide 12 - Quiz

Je eten maakt een reis van 7 meter door je lichaam, maar welk orgaan wordt na het eten 3x zo groot?
A
Maag
B
Slokdarm
C
Mond
D
Lever

Slide 13 - Quiz

Wanneer gaat je hart sneller kloppen?
A
Wanneer je aan je hart denkt
B
Bij spanning en inspanning
C
Als je rust
D
Als je een boek leest

Slide 14 - Quiz

In welk lichaamsdeel vind je een hamer, aambeeld en een stijgbeugel?
A
Keel
B
Neus
C
Oor
D
knie

Slide 15 - Quiz

Astma is een ziekte die alleen zit in…:
A
je lever
B
je longen
C
je hart
D
je darmen

Slide 16 - Quiz