H3.1 - Lezen 2

👨‍🏫 Volgorde van de les
1- STILLEZEN
2- INSTRUCTIE (herhaling) 
3- ZELFSTANDIG WERKEN
4- QUIZ
 
     
WELKOM 1MH2
👨‍🏫 DIT GAAN WE VANDAAG DOEN
Hoofdstuk 3 – Lezen - blz. 70 
Zoekend lezen (herhaling) 







📃 REGEL VAN DE WEEK
 Je bent stil tijdens de instructie.
En wat als dit een week lang goed gaat?

Belangrijke mededelingen
Vrijdag heb je een SO-woordenschat bij meneer Melis. 
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

👨‍🏫 Volgorde van de les
1- STILLEZEN
2- INSTRUCTIE (herhaling) 
3- ZELFSTANDIG WERKEN
4- QUIZ
 
     
WELKOM 1MH2
👨‍🏫 DIT GAAN WE VANDAAG DOEN
Hoofdstuk 3 – Lezen - blz. 70 
Zoekend lezen (herhaling) 







📃 REGEL VAN DE WEEK
 Je bent stil tijdens de instructie.
En wat als dit een week lang goed gaat?

Belangrijke mededelingen
Vrijdag heb je een SO-woordenschat bij meneer Melis. 

Slide 1 - Diapositive

👨‍🏫 Volgorde van de les
1- STILLEZEN
2- INSTRUCTIE (herhaling)
3- ZELFSTANDIG WERKEN
4- QUIZ

     
INSTRUCTIE
Wanneer gebruik je Zoekend Lezen?




Waar let je op bij zoekend lezen?




Belangrijke mededelingen
Vrijdag heb je een SO-woordenschat. 

Slide 2 - Diapositive

👨‍🏫 Volgorde van de les
1- STILLEZEN
2- INSTRUCTIE (herhaling)
3- ZELFSTANDIG WERKEN
4- QUIZ

     
INSTRUCTIE
Bespreek in je groepje de onderstaande vragen:
  1. Wie ontdekte vuurwerk?
  2. Wie ontdekte het buskruit?
  3. Waarom steken we vuurwerk af met oud & nieuw?
  4. Waarom geven mensen zo veel geld uit aan vuurwerk?
Belangrijke mededelingen
Vrijdag heb je een SO-woordenschat. 

Slide 3 - Diapositive

👨‍🏫 Volgorde van de les
1- STILLEZEN
2- INSTRUCTIE (herhaling)
3- ZELFSTANDIG WERKEN
4- QUIZ

     
ZELFSTANDIG WERKEN


Gebruik zoveel mogelijk ZOEKEND LEZEN. 

Belangrijke mededelingen
Vrijdag heb je een SO-woordenschat. 
📝 MAKEN (HUISWERK) 
 H3 – Lezen - blz. 72 + 73 
Maak opdracht 4 & 5

De eerste 5 minuten werken we in stilte. Daarna kun je vragen stellen. 

Opdrachten die je kunt aankruisen, onderstrepen of verbinden maak je in het lesboek. 
Andere opdrachten maak je in jouw schrift.


timer
1:00

Slide 4 - Diapositive

👨‍🏫 Volgorde van de les
1- STILLEZEN
2- INSTRUCTIE (herhaling)
3- ZELFSTANDIG WERKEN
4- QUIZ

     
AFSLUITING

We herhalen woordenschat van hoofdstuk 3 met een quiz. Je hebt steeds 10 seconden om antwoord te geven. 

Belangrijke mededelingen
Vrijdag heb je een SO-woordenschat. 
  • Ruim eerst je boeken en schriften op. 
  • Log dan in bij LESSONUP.APP met jouw eigen naam.

Je hebt hier 1 minuut de tijd voor.


timer
1:00

Slide 5 - Diapositive

Wat betekent deze uitdrukking?
Een warm bad
A
Iemand die alles goed vindt.
B
er is gedoe
C
een prettig, aangenaam gevoel
D
een oud gebruik

Slide 6 - Quiz

Wat betekent deze uitdrukking?
"Het circus is begonnen"
A
Iemand die alles goed vindt.
B
er is gedoe
C
flink feestvieren
D
een oud gebruik

Slide 7 - Quiz

Wat betekent deze uitdrukking?
"de bloemetjes buiten zetten"
A
Iemand die alles goed vindt.
B
zonder toezicht, doen kinderen alles wat ze willen.
C
flink feestvieren
D
een oud gebruik

Slide 8 - Quiz

Wat betekent deze uitdrukking?
"een zacht gekookt ei"
A
Iemand die alles goed vindt.
B
zonder toezicht, doen kinderen alles wat ze willen.
C
nu begint de ruzie of ellende...
D
het middelpunt van een feest zijn.

Slide 9 - Quiz

Wat betekent deze uitdrukking?
"het feestvarken"
A
Iemand die alles goed vindt.
B
zonder toezicht, doen kinderen alles wat ze willen.
C
nu begint de ruzie of ellende...
D
het middelpunt van een feest zijn.

Slide 10 - Quiz

Wat betekent deze uitdrukking?
"Nu heb je de poppen aan het dansen!"
A
Iemand die alles goed vindt.
B
zonder toezicht, doen kinderen alles wat ze willen.
C
nu begint de ruzie of ellende...
D
het middelpunt van een feest zijn.

Slide 11 - Quiz

Wat betekent deze uitdrukking?
"Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel."
A
Iemand die alles goed vindt.
B
zonder toezicht, doen kinderen alles wat ze willen.
C
nu begint de ruzie of ellende...
D
het middelpunt van een feest zijn.

Slide 12 - Quiz

Hoe goed ken jij deze uitdrukkingen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Sondage