les 4 - sociaal zekerheidsrecht 2023

1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
rechtenMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noteer de pagina's uit de KG over de AOW waar staat wanneer je verzekerd bent, recht hebt op en wat de hoogte is van de AOW-uitkering

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat heb je nog meer geleerd over de hoogte van de uitkering, namelijk of je de volledige uitkering krijgt of niet en geef dat hier aan.

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zoek de AKW op in je KG en geef aan of en zo ja wat de verschillen zijn met de AOW mbt wanneer je verzekerd bent.

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kijk in de KG naar het recht op de AKW en geef aan wat de hoofdregel is bij de AKW om recht te hebben op de kinderbijslag?

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kijk in je kleine gids en geef aan of de kinderbijslag afhankelijk is van het inkomen.

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar is het kinderbijslag wél van afhankelijk?

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

AKW 
we gaan oefenen met de AKW

voordat we beginnen met de AKW, eerst nog even een stukje herhaling over de AOW 

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

als je van de 50 jaar voorafgaande aan je AOW-leeftijd 5 jaren in het buitenland hebt gewoond, hoeveel percentage van je AOW-uitkering krijg je dan minder? en stel dat je AOW-uitkering 1000 euro is, wat krijg je dan?

Slide 16 - Question ouverte

5x 2% = 10%
ze krijgt dan 90% van 1000= 900 
Wat krijgt Inez die 70 jaar oud is en samenwoont aan AOW-uitkering? Noem het bedrag

Slide 17 - Question ouverte

844,40
oefenen met de AKW 
We gaan oefenen met de AKW en wel over de volgende 2 vragen:
  • Ben je verzekerd voor de AKW?
  • Heb je recht op de AKW?
  • Wat is de hoogte van de AKW?

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Anja woont in Amsterdam. Is zij verzekerd?
A
ja
B
nee

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Anja uit Amsterdam heeft geen kinderen. Heeft zij nu ook recht op de AKW?
A
ja
B
nee

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

de 2 kinderen van Anja zijn 3 en 4 jaar oud. Welk bedrag krijgt zij per kind aan kinderbijslag?
A
224,87
B
236,59
C
321,24
D
273,05

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Sarah woont in Dusseldorf, maar werkt in Nederland als zelfstandige waar ze een theehuis heeft. Is zij verzekerd?
A
ja
B
nee

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Sarah is verhuisd en woont nu boven het theehuis in Nederland. Ze heeft een zoon van 18 jaar oud. Heeft zij recht op kinderbijslag voor haar zoon?
A
ja
B
nee

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

als je verzekerd bent voor de AKW, wat is er nog meer nodig om recht te hebben op kinderbijslag als je minderjarige kind niet meer thuis woont?

Slide 24 - Question ouverte

bewijs dat je dat kind onderhoudt

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

We hebben nu 2 volksverzekeringen besproken AOW en AKW waarbij beide uitkeringen inkomensonafhankelijk zijn.
Bij de ANW zijn er 2 verschillende soorten uitkeringen, namelijk de nabestaande-uitkering en de wezenuitkering. Welke is óók inkomensonafhankelijk?

Slide 28 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

wanneer recht op wezenuitkering?

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Check de KG en zoek uit waar je tot je 16e aan moet voldoen om recht te hebben op een wezenuitkering

Slide 30 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bart en Anne wonen in eindhoven met hun 2 minderjarige kinderen. Zijn Bart en Anne verzekerd voor de wezenuitkering?
A
ja
B
nee

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bart en Anne die wonen in Eindhoven met hun 2 minderjarige kinderen, krijgen een ongeluk. Bart overlijdt. Hebben hun 2 kinderen nu recht op een wezenuitkering?
A
ja
B
nee

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het wordt namelijk erger, want Anne wordt ziek en overlijdt een jaar later alsnog. Hebben de kinderen nu recht op een wezenuitkering?
A
ja
B
nee

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Siem en Job, de kinderen van Bart en Anne, zijn 9 en 10 jaar oud als Anne overlijdt. Krijgen zij allebei dezelfde bedragen?
A
ja
B
nee

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Tot welke leeftijd hebben zij sowieso recht op een wezenuitkering? Noem een voorwaarde waarmee de uitkering kan worden verlengd

Slide 36 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Stel dat Rashid 1450,50 verdiende met een baan. Wat krijgt hij dan aan ANW-uitkering? Zet de stappen erbij!

Slide 37 - Question ouverte

stap 1: vrijstellingsbedrag uitrekenen:
1440-840= 600 : 3 = 200
840 + 200= 1040
stap 2: wat is het resterende bedrag vh inkomen, dus wat is de uitkomst van het inkomen minus het vrijlatingsbedrag:
1440-1040= 400 is hier het resterende bedrag
stap 3: de hoogte vd nabestaandenuitkering:
ipv dat het hele inkomen van de maximale uitkering af gaat, zoals bij bijv een ww-uitkering, gaat alleen het resterende bedrag eraf, dus 1243,94 - 400= 843,94