Beroepsethiek les 2

Beroepsethiek


Lesweek 2
Periode 10
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Beroepsethiek


Lesweek 2
Periode 10

Slide 1 - Diapositive

Lesinhoud
  • Terugblik

  • Theorie

  • Opdrachten bespreken

  • Aan de slag

Slide 2 - Diapositive

Terugblik
Wat weet je nog....

  • Wie is de grondlegger van ethiek?

  • Hoe kun je informele beroepsethiek eigen maken?

  • Wat is moraal?

Slide 3 - Diapositive

Vier ethische waarden
1.  Autonomie
zo veel mogelijk zelfstandigheid en eigen regie voor de cliënt

2.  Niet schaden
Geen handelingen verrichten die schadelijk kunnen zijn voor de cliënt

3.  Weldoen
Bijdragen aan het welzijn van de cliënt

4.  Rechtvaardigheid
Gelijke behandeling voor de cliënten

Slide 4 - Diapositive

Soorten ethiek
  1. Normatieve ethiek
    Het achterhalen van wat goed is en wat fout is en schrijft voor hoe je moet handelen. 

  2. Descriptieve ethiek
    Hier wordt beschreven welke morele opvattingen, ideeën over wat goed is en wat fout is, er in een groep of samenleving zijn. 

  3. Analytische ethiek
    Er wordt gekeken naar de manier waarop een ethisch oordeel tot stand is gekomen. 

Slide 5 - Diapositive

Voorbeeld
In Duitsland werd er een experiment uitgevoerd waarbij een docent een groep studenten indoctrineert met een verhaal over dat mensen met bruine ogen en bruin haar slechte mensen waren en dat ze compleet genegeerd en buitengesloten moesten worden. De studenten geloofden na enkele dagen ook echt dat deze mensen slecht waren. 

Tijdens dit experiment was er sprake van het vervagen van grenzen , algemene waarden en normen. Er is onderzoek gedaan naar wat er voor heeft gezorgd dat de studenten ook daadwerkelijk deze docent zijn gaan geloven en de mensen met bruine haren en bruine ogen hebben genegeerd. 

Dit is een voorbeeld van ….. ethiek. 

Slide 6 - Diapositive

Ethiek en niveaus
Gezonde zorg speelt zich af op drie niveaus.

Het niveau van de individu
Het niveau van de organisatie 
Het niveau van de samenleving

Bij elk ethisch dilemma is het belangrijk dat je jezelf afvraagt op welk niveau dit dilemma zich afspeelt. 

Slide 7 - Diapositive

Voorbeeld 1
Een agressieve psychiatrische cliënt wordt langdurig opgesloten in de separeer, omdat hij een mogelijk gevaar vormt voor de andere cliënten in de instelling. 

Organisatie niveau

Slide 8 - Diapositive

Voorbeeld 2
Mogen we als maatschappij toestaan dat ouderen die vinden dat hun leven voltooid is, kiezen voor euthanasie?

Samenleving niveau 

Slide 9 - Diapositive

Voorbeeld 3
Wat doe je als je een terminaal zieke cliënt stiekem ziet roken? Spreek je hem aan op zijn gedrag of accepteer je dit?

Individu niveau 

Slide 10 - Diapositive

Aan de slag
Maak deze week:
Opdracht 6: Normatieve, descriptieve en analystische ethiek Opdracht 7:  Normatieve, descriptieve en analytische ethiek

Slide 11 - Diapositive