018 Architectuur in de 2e helft van de 20e eeuw

Architectuur in de 2e helft v.d. 20e eeuw
1 / 49
suivant
Slide 1: Diapositive
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 49 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Architectuur in de 2e helft v.d. 20e eeuw

Slide 1 - Diapositive

Voorkennis activeren: In de tijd van het modernisme, voor 1950, spraken architecten ook wel van 'Less is more'.
Wat betekent in deze context 'Less is more'?
A
Dat een gebouw niet te duur mocht zijn
B
Dat de bouwwerken niet te groot van formaat moesten zijn
C
Dat architecten geen samenwerkingen aangingen, liever solistisch te werk gingen
D
Dat er aan de bouwwerken geen ornamenten of decoratie moest zitten en alles een functie had.

Slide 2 - Quiz

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Moderne architectuur is qua vormgeving meestal goed te herkennen. Noem 3 kenmerken van de vormgeving van het modernisme in de architectuur.

Slide 14 - Question ouverte

Leg uit waarom de moderne bouwkunst qua inhoud, vaak utopisch was?

Slide 15 - Question ouverte

De wederopbouw na WOII
Nederland werkt hard aan wederopbouw. Er is na WOII een babyboom en veel jonge mensen gaan samenwonen en stichten gezinnen. Daarom moet er veel en snel gebouwd worden. In deze video krijg je een impressie van deze tijd. 

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

De jaren 1960

Slide 19 - Diapositive

Le corbusier
Als architect sloot Le Corbusier nog aan bij het modernisme: 
Hij bouwde hoogwaardige flats, waarbij vooral de functionaliteit en efficientie centraal stonden. Le Corbusier hield niet van nutteloze elementen, decoratie of ornamenten in zijn ontwerp.  
Er was heel veel kritiek op zijn ontwerpen, met name omdat de mensen bang waren dat de flatgebouwen te uniform waren. 

Slide 20 - Diapositive

Controversieel
Hoewel Le Corbusier utopische ideeen had met zijn bouwkunst, er was veel weerstand tegen zijn ideeen voor grote flatgebouwen, die er onpersoonlijk uitzagen en met daarin ook winkels en entertainment. Men was bang dat het sociale en psychische welzijn van de mensen geen goed zou doen. 
In deze video zie je hoe Corbusier reageert op deze kritiek. https://www.lambo.nl/cursus/4bbd295e8fa3f2fce33892c5ed383d53/BOUWKUNST_subculturen_utopisch.htm

Slide 21 - Diapositive

Vinexwijken
Een andere manier om huisvesting te creëren voor mensen die werken in de grote steden waren de Vinexwijken. Omdat de huizen in de steden vaak in slechte staat waren, wilden de jonge mensen met hun gezin liever buiten de stad wonen, maar niet te ver, zodat het woon-werkverkeer niet te lang zou duren. 

Dit leidde tot de bouw van Vinexwijken. De huizen hebben veelal dezelfde vorm (uniformiteit) , waren betaalbaar en in de wijken zijn alle voorzieningen te vinden, zoals supermarkten, winkels, gezondheidszorg etc. 

Slide 22 - Diapositive

De Kasba in Hengelo

Piet Blom was in de jaren '60 een architect die in Hengelo de Kasba ontwierp. Een project voor sociale woningbouw met een duidelijke ideologie.
 Huizen die op palen staan en opgezet waren met het idee van harmonieus samenleven, met gedeelde tuinen en ruimte onder de huizen om samen te zijn. Qua idealisme past dit idee ook nog bij het utopische, het willen verbeteren van de wereld, net als de modernisten wilden. Qua vormgeving is dit al anders, want Piet Blom gebruikt kleur en bakstenen. 

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

De jaren '70 
In de jaren '70 en '80 zijn er een aantal vernieuwingen in de bouwkunst. 
De high-tech bouwkunst komt op en het postmodernisme krijgt nu ook steeds meer vorm. Daarover gaan de volgende slides. 

Slide 25 - Diapositive

High-tech bouwkunst

Deze bouwstijl lijkt nog functioneel en technisch. Leidingen, liftschachten, ventilatiesystemen kun je aan de buitenkant van het gebouw vaak zien. 

Slide 26 - Diapositive

Het tonen van alle techniek en de structuur van het gebouw is, omdat het niet echt functioneel is, daardoor dus een vorm van decoratie. Met een doel om een supermoderne indruk te maken. Daarom wordt dit tot een vorm van post-modernisme gerekend.

Slide 27 - Diapositive

Maar deze high-tech gebouwen gaan uiteindelijk toch meer over de high-tech uitstraling, of over hun boodschap, dan dat al deze onderdelen echt functioneel zijn. Hiernaast zie je het Centre Pompidou, in Parijs

Slide 28 - Diapositive

Postmodernisme: architectuur

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Postmoderne architectuur is vaak eclectisch, maar wat betekent eclectisch
A
verschillen van elkaar: niet alleen qua uiterlijk, maar ook op het gebied van culturele achtergrond en gedachtegoed.
B
het combineren van kenmerken van verschillende bouwstijlen of kunststromingen tot een bevallig geheel.
C
een verzamelnaam voor kunstvormen zoals architectuur die op een uitgesproken manier gebruikmaken van nieuwe media en technologie
D
een kunstvorm waarbij men de grens tussen leven en kunst tracht te doorbreken

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Vidéo

Venturi huis - Postmodernisme
Venturi museum - Postmodernisme

Slide 33 - Diapositive

Hergebruiken van bestaand materiaal
Door het toenemende bewustzijn over het milieu en klimaat, neemt ook in de wereld van design en architectuur het hergebruik toe. we nemen een kijkje in het Restaurant van interieur designer Piet Hein Eek: 

Slide 34 - Diapositive

De kenmerken van het Post- Modernisme zijn: 

- Het vermengen van verschillende stijlen en genres (of: stilistisch onzuiver).  
- Het hergebruiken van bestaand materiaal.
- Het vervagen van grenzen tussen populaire cultuur en kunst (‘lage’ en ‘hoge’ kunst).
- Voorkeur voor ironie en parodie (citeren of soms belachelijk maken van oude bouwstijlen) 

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Diapositive

Postmodernisme is de 'opvolger' van het modernisme. Noem 3 algemene kenmerken van het postmodernisme.

Slide 41 - Question ouverte

Slide 42 - Diapositive

En dan hebben wij gewoon alle stof behandeld!

Wil je de les na de vakantie nou iets specifieks bespreken mail mij dan voor 5 maart je vraag dan zal ik dit meenemen in de les.

Maar eerst VAKANTIE

Slide 43 - Diapositive

Slide 44 - Diapositive

Oefening: Architectuur analyseren
I Voorstelling: Wat is er te zien op een schilderij? Wat geeft een sculptuur weer? Wat is
er te zien op een object? Wat is er te zien en/of te horen in een installatie?

II. Inhoud: Waar gaat het werk over: wat is het onderwerp, het verhaal, het thema, het
idee of concept? Wat is de boodschap of (diepere) betekenis?

III. Vormgeving: Hoe wordt het kunstwerk vormgegeven door middel van beeld? Hoe wordt
het gebouw/object/affiche vormgegeven?

IV. Materiaal/techniek: Waarmee, met welke materialen en technieken, wordt de
voorstelling/het gebouw/object/affiche vormgegeven?

Slide 45 - Diapositive

I Voorstelling: Wat is er te zien op een schilderij?
  Wat geeft een sculptuur weer? Wat is
er te zien op een object? Wat is er te zien en/of te horen in een installatie?

Slide 46 - Diapositive

II. Inhoud:  (diepere) betekenis? Waar gaat het werk over?
Wat is het onderwerp, het verhaal, het thema, het idee of concept? Wat is de boodschap? 

Slide 47 - Diapositive

III. Vormgeving: Hoe wordt het kunstwerk vormgegeven door middel van beeld? 
Hoe wordt het gebouw/object/affiche vormgegeven? 

Slide 48 - Diapositive

IV. Materiaal/techniek
Waarmee, met welke materialen en technieken, wordt de
voorstelling/het gebouw/object/affiche vormgegeven?

Slide 49 - Diapositive