Voltooid en onvoltooid deelwoord

Lezen uit je leesboek

10 minuten
in stilte
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Lezen uit je leesboek

10 minuten
in stilte

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
Lezen uit je leesboek

Werkwoordspelling
Wat weet je nog?
Uitleg voltooid en onvoltooid deelwoord
Opdrachten maken
Afsluiter

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Voltooid of onvoltooid deelwoord?

Een voltooid deelwoord geeft aan dat iets al is afgelopen, het is al gebeurd.


Een onvoltooid deelwoord geeft aan dat iets nog bezig niet volledig is afgerond, je bent er nog mee bezig.


De spelling van vd en od is dan ook verschillend.

Slide 5 - Diapositive

Voltooid deelwoord

Bij een zwak werkwoord vind je de laatste letter (de uitgang) door het woord langer te maken, of het 'taxi kofschip' te gebruiken.


Passen --> langer maken/taxi kofschip --> gepast

Verdelgen --> langer maken/taxi kofschip --> verdelgd



Slide 6 - Diapositive

Voltooid deelwoord

Bij een sterk werkwoord gebruik je het hele werkwoord en zet je ge/be/ve ervoor.

Soms moet je het woord wat aanpassen.


lezen --> Ik heb dat boek gelezen.

lopen --> Wij zijn naar school gelopen.

rijden --> Wij zijn naar België gereden.



Slide 7 - Diapositive

Onvoltooid deelwoord

Je schrijft een onvoltooid deelwoord altijd hetzelfde:
hele werkwoord  + d:
fluitend
lopend
wachtend

Slide 8 - Diapositive

Wat is een onvoltooid deelwoord?
A
lopen
B
lopend
C
gelopen
D
liepen

Slide 9 - Quiz

Wat is het onvoltooid deelwoord van lopen?
A
gelopen
B
lopend

Slide 10 - Quiz

Wat is een onvoltooid deelwoord?
A
smeltend
B
gesmolten
C
gerend
D
rennen

Slide 11 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van:

BELONEN
A
Beloond
B
Beloont
C
Belonen
D
Belonend

Slide 12 - Quiz

voltooid deelwoord
proeven
A
geproefd
B
geproeft
C
geproeven

Slide 13 - Quiz

Huiswerk
Opdrachten 3, 4 en 6
Bladzijdes 114 + 115
Fluisteren
Maandag 10 maart
Vragen? Zie bladzijde 182 van je handboek
Klaar? Lees verder in je leesboek / werk verder aan ander huiswerk

Slide 14 - Diapositive

Lezen uit je leesboek

10 minuten
in stilte

Slide 15 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
Lezen uit je leesboek

Voltooid en onvoltooid deelwoord
Wat weet je al?
Eventjes herhalen
Opdrachten maken

Slide 16 - Diapositive

De bosbrand werd gelukkig snel (doven)

Slide 17 - Question ouverte

De mannen waren bijna vanaf de pier in het water (plonzen)

Slide 18 - Question ouverte

Laatst werd ik (uitnodigen) door mijn tante.

Slide 19 - Question ouverte

Op haar reizen heeft ze de wonderlijkste avonturen (beleven)

Slide 20 - Question ouverte

Wat was er laatst (gebeuren)?

Slide 21 - Question ouverte

Denk je dat zijn vriend hem heeft (beïnvloeden)?

Slide 22 - Question ouverte

Voltooid of onvoltooid deelwoord?

Een voltooid deelwoord geeft aan dat iets al is afgelopen, het is al gebeurd.


Een onvoltooid deelwoord geeft aan dat iets nog bezig niet volledig is afgerond, je bent er nog mee bezig.


De spelling van vd en od is dan ook verschillend.

Slide 23 - Diapositive

Voltooid deelwoord

Bij een zwak werkwoord vind je de laatste letter (de uitgang) door het woord langer te maken, of het 'taxi kofschip' te gebruiken.


Passen --> langer maken/taxi kofschip --> gepast

Verdelgen --> langer maken/taxi kofschip --> verdelgd



Slide 24 - Diapositive

Voltooid deelwoord

Bij een sterk werkwoord gebruik je het hele werkwoord en zet je ge/be/ve ervoor.

Soms moet je het woord wat aanpassen.


lezen --> Ik heb dat boek gelezen.

lopen --> Wij zijn naar school gelopen.

rijden --> Wij zijn naar België gereden.



Slide 25 - Diapositive

Onvoltooid deelwoord

Je schrijft een onvoltooid deelwoord altijd hetzelfde:
hele werkwoord  + d:
fluitend
lopend
wachtend

Slide 26 - Diapositive

Maak twee zinnen:
1. met een voltooid deelwoord
2. met een onvoltooid deelwoord

Slide 27 - Question ouverte

Alles bij elkaar
Voltooid deelwoord
ex-kofschip

Onvoltooid deelwoord
hele werkwoord + d

Slide 28 - Diapositive

Opdrachten maken

Klik op de onderste link en maak de oefeningen.


Maak oefeningen 2, 3 en 4

Slide 29 - Diapositive