LiV staatsvormen

• Geschiedenis
• Basisschool
• Groep 8

   Het Koninkrijk der Nederlanden

en de monarchie

Wat weet je nog van de vorige les?

Lesdoel

Aan het einde van de les kun je verschillende staatsvormen benoemen en uitleggen aan de hand van voorbeelden.

Geef de leerlingen een overzicht van het doel van de les en wat ze aan het einde ervan zullen kunnen doen.

Staatsvormen

Een staatsvorm is de manier waarop een land wordt bestuurd. Er zijn verschillende staatsvormen met elk hun eigen kenmerken.

Introduceer het begrip 'staatsvorm' en leg uit dat het verwijst naar de manier waarop een land wordt geregeerd.

Wat weet je al over verschillende staatsvormen en hoe ze werken?

Verschillende staatsvormen

Constitutionele monarchie

Een constitutionele monarchie is een staatsvorm waarbij de koning of koningin voornamelijk ceremoniële functies heeft en de macht beperkt is door een grondwet. Een monarchie is een staatsvorm waarbij een koning of koningin het staatshoofd is.  Hij is niet gekozen, maar erft deze functie.

Nederland is een constitutionele monarchie. Aan het hoofd van het land staat een monarch, koning of koningin, die zich heeft te houden aan de constitutie, oftewel de Grondwet. De koning heeft geen macht, de macht is bij de eerste en de tweede kamer, samen het parlement. 

 

Beschrijf de monarchie als een staatsvorm en geef een voorbeeld van een land waar dit systeem wordt toegepast.

Wie heeft de meeste macht in een constitutionele monarchie?

1. De adel en aristocraten.
2. De gekozen regering of het parlement.
3. De koning of koningin.

Republiek

Een republiek is een staatsvorm waarbij het staatshoofd een president is, de president wordt gekozen. Een voorbeeld hiervan is de Verenigde Staten, waar de president het land bestuurt.

Leg uit wat een republiek is en geef een voorbeeld van een land waar dit systeem wordt gebruikt.

Democratie

Een democratie is een staatsvorm waarbij het volk de macht heeft. Het volk kiest vertegenwoordigers die namens hen beslissingen nemen. Een voorbeeld hiervan is Nederland, waar we stemmen voor de Tweede Kamer.

Leg uit wat een democratie is en geef een voorbeeld van een land waar dit systeem wordt gebruikt.

Parlementaire Republiek

Een parlementaire republiek is een staatsvorm waarbij het staatshoofd een president is en de macht wordt gedeeld met een parlement.

Beschrijf de parlementaire republiek als een staatsvorm en geef een voorbeeld van een land waar dit systeem wordt toegepast.

Dictatuur

Een dictatuur is een staatsvorm waarbij één persoon of een kleine groep mensen alle macht heeft. Een voorbeeld hiervan is Noord-Korea, waar Kim Jong-un als leider aan de macht is.

Beschrijf de dictatuur als een staatsvorm en geef een voorbeeld van een land waar dit systeem wordt toegepast.

Absolute Monarchie

Een absolute monarchie is een staatsvorm waarbij de koning of koningin alle macht heeft, zonder beperkingen.

Een voorbeeld hiervan is Saoedi-Arabië, waar koning Salman bin Abdoel Aziz al-Saoed aan de macht is. Andere voorbeelden zijn . Oman, de Verenigde Arabische Emiraten en Qatar.

Beschrijf de absolute monarchie als een staatsvorm en geef een voorbeeld van een land waar dit systeem wordt toegepast.

Eenpartijstaat

Een eenpartijstaat is een staatsvorm waarbij één politieke partij alle macht heeft en andere partijen verboden zijn. Een voorbeeld hiervan is China, waar de Communistische Partij van China de enige toegestane partij is.

Leg uit wat een eenpartijstaat is en geef een voorbeeld van een land waar dit systeem wordt gebruikt.

Wat is de definitie van dictatuur?

1. Een politiek systeem waarin de macht verdeeld is over verschillende partijen
2. Een politiek systeem waarin de macht verdeeld is over verschillende regio's
3. Een politiek systeem waarin één persoon of een kleine groep mensen absolute macht heeft
4. Een politiek systeem waarin het volk direct regeert

Welke staatsvorm heeft jouw voorkeur?

Afsluiting

Je hebt zojuist geleerd over verschillende staatsvormen en voorbeelden van landen waar ze worden toegepast. 

Sluit de les af door de leerlingen te herinneren aan wat ze hebben geleerd en hoe ze deze kennis kunnen toepassen.