WO - Grote contrasten in klimaat

Grote contrasten in het klimaat
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 26 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Grote contrasten in het klimaat

Slide 1 - Diapositive

4 seizoenen: 
ons klimaat
Tussen de poolcirkels en de keerkringen telt het klimaat vier seizoenen

Wist je dat we op een enige plek op de aarde wonen?

Elk jaar na de winterse kou kijken we uit naar het lenteweertje. En wat zalig om in de zomer 's avonds heel laat buiten te kunnen spelen! Of geniet je liever van de lange winteravonden met kaarsjes en ...

Slide 2 - Diapositive

4 seizoenen:
ons klimaat

Ook planten en dieren passen zich aan de seizoenen aan.
   
Van de temperatuur en de neerslag wordt een gemiddelde (over 30 jaar) berekend: zo verzamelt men klimaatgegevens.

Slide 3 - Diapositive

Klimaat in Europa

Slide 4 - Diapositive

WB p. 108 opdracht 1

Slide 5 - Diapositive

Besluit
In Noord - Europa is het klimaat kouder dan bij ons.
Hoe dichter bij de noordpool, hoe kouder het klimaat wordt.

In Oost - Europa is het klimaat droger dan bij ons.
Hoe verder we van de zee weggaan, hoe droger het klimaat wordt.

Slide 6 - Diapositive

Koud, warm, nat & droog! 
Waar op aarde?

Slide 7 - Diapositive

Koude klimaten
Tussen de noordpoolcirkel en de noordpool en tussen de zuidpoolcirkel en de zuidpool is het klimaat koud.
In dit deel op aarde ziet men de zon nooit hoog boven de horizon staan. De temperatuur komt er maar zelden boven het vriespunt, het is er altijd koud.
De temperatuur kan er gemakkelijk dalen tot -50°C en nog lager.
Dicht bij de polen groeit er niets: er is alleen maar ijs en sneeuw. Dit is de ijswoestijn

Slide 8 - Diapositive

Koude klimaten
Dichter bij de poolcirkel dooit het ijs gedurende enkele maanden en kunnen grassen, kleine struiken en mossen groeien.

Dit gebied wordt de toendra genoemd. Ook de dieren en de mens hebben zich er aangepast aan de koude.

Het is ook het gebied van de middernachtzon of de pooldag.

Slide 9 - Diapositive

Warme klimaten - warm & nat
In de buurt van de evenaar, tussen de keerkringen is het klimaat warm en nat. 

De zon staat altijd heel hoog aan de hemel en de dagen duren er even lang als de nachten.

Daarom is het er heel het jaar door warm. 

Er is geen winter en zomer zoals bij ons.

Slide 10 - Diapositive

Warme klimaten - 
warm & nat
In de buurt van de evenaar is het altijd warm en het regent er ook veel. 

Elke dag valt er een tropische regenbui

Dit is het gebied van het regenwoud met grote bomen, dichte bossen en vele planten en dieren.

Hier is het leven aangepast aan de warmte en aan veel neerslag

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Lien

Warme klimaten - 
warm & nat

Verder van de evenaar kom je in het gebied van de savanne met uitgestrekte grasgebieden en alleenstaande bomen.

Hier leven kuddedieren en roofdieren die zich ook moeten aanpassen aan het droge seizoen.

Slide 13 - Diapositive

Warme klimaten - Warm & droog
In de buurt van de keerkringen is het klimaat warm en droog. 

De zon staat altijd heel hoog aan de hemel en de dagen duren er even lang als de nachten. Daarom is het er heel het jaar door warm.

Er is geen winter en zomer zoals bij ons. Het is er erg droog waardoor er geen bomen groeien, enkel korte grassen. 
Dit is de steppe

Slide 14 - Diapositive

Warme klimaten - Warm & droog

Waar het heel zelden regent, vind je woestijnen

Toch leven ook hier mensen en dieren: nomaden trekken er rond met hun vee, anderen wonen in oasen.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Lien

Hoe passen mensen elders in de wereld zich aan het klimaat aan?
Woestijnbewoners dragen lange losse kleding. Het beschermt tegen de brandende zonnestralen en zorgt dat de transpiratie kan ontsnappen.

Dankzij hun donkere huid zijn deze mensen tegen de zon beschermd: het zwarte pigment in de huid, melanine, helpt om de schadelijke ultraviolette stralen (uv) tegen te houden.

Slide 17 - Diapositive

Hoe passen mensen elders in de wereld zich aan het klimaat aan?
In een woestijn is het 's nachts soms koud! Omdat er geen wolken zijn, koelt het heel erg af!

Mensen die rondtrekken in de woestijn steken een kampvuur aan.

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Lien

Hoe passen mensen elders in de wereld zich aan het klimaat aan?
In het binnenland van Azië, ver van de zee, heerst een extreem landklimaat: de winters zijn zeer lang en koud, de zomers kort en warm. 
Op de hoogvlakte van Mongolië zie je uitgestrekte grassteppen. 

Vele Mongolen die met hun kuddes paarden, schapen of geiten rondtrekken, wonen in een yurt, een ronde tent, gemaakt van houten stokken, wollen doeken en tentzeilen.

Slide 20 - Diapositive

Hoe passen mensen elders in de wereld zich aan het klimaat aan?
Inuïts bouwen af en toe nog iglo's, zoals hun voorouders dat deden: van blokken sneeuw maken ze een ronde basis. 

Daar stapelen ze meer blokken op zodat een koepelstructuur met een toegangstunnel aan één kant ontstaat. 

Sneeuw isoleert zo goed dat het binnen warm blijft, ook al zijn de buitenmuren bevroren.

Slide 21 - Diapositive

Klimaat in de bergen: op elke hoogte anders
In de warme klimaten reis je van het regenwoud aan de voet van de berg tot de eeuwige sneeuw op de top van de Andes op een hoogte van meer dan 6 000 meter.

In de bergen zie je grote verschillen: beneden groeien loofbossen, maar ga je klimmen dan kom je bij de naaldbomen. Nog hoger, boven de boomgrens zie je enkel nog struiken en bloemen. 

En daarna kom je tussen kale rotsen of eeuwige sneeuw terecht.

Hoe hoger in de bergen, hoe kouder het wordt: de lucht wordt ijler en kan minder warmte vasthouden. Weet je nog hoe mensen zich aan die ijle lucht aanpassen?

Slide 22 - Diapositive

WB p. 109 opdracht 2

Slide 23 - Diapositive

Besluit
Wij wonen in een klimaat waar loofbomen groeien.

Rond de evenaar is het klimaat warm en nat.
Daar groeit het regenwoud. Het grootste regenwoud ligt in Zuid - Amerika.

De grootste woestijn op aarde is de Sahara in Afrika.

Hoe dichter ik bij de polen kom, hoe kouder het wordt.

Naaldbossen zien we vooral in Noord - Amerika en in het noorden van Azië.

Slide 24 - Diapositive

correctiesleutel

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive