5. Stunde: naar/na - Übung: Schreibecke

Hallo :)
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hallo :)

Slide 1 - Diapositive

What to learn
  • Reading (Kapitel 6)
  • Wörterlisten, S. 78-79
  • Plauderecke C, S. 80
  • Grammar
    keuzevoorzetsels, S. 82
    zu, nach, in, S. 82
  • Schreibecke E: S. 80

Slide 2 - Diapositive

Naamvallen
Keuzevoorzetsels

Slide 3 - Diapositive


Slide 4 - Diapositive

DATIV (3e naamval)

je krijgt een antwoord op de vraag : wo? (=waar)

                                                                                       wann? (=wanneer)


ERGENS ZIJN (Als je op één plek blijft wordt het 3e naamval.)


Slide 5 - Diapositive

Akkusativ (4e naamval)

je krijgt een antwoord op de vraag: wohin?(=waarheen)


ERGENS KOMEN (Bij een verplaatsing wordt het 4e naamval.)

Slide 6 - Diapositive

NEU NEU NEU

Slide 7 - Diapositive

Betekenis voorzetsel


naar - na

Slide 8 - Diapositive

S. 62
Underline all prepostions that mean naar/na.

Slide 9 - Diapositive

Naar/na = nach/zu/in
zu (3e)
Personen/certain goal with an article
Sie will zu ihrem Onkel.
nach
cities, countries without article, (wind) direction, nach Hause kommen/gehen.
Sie fliegt nach Berlin.
in (naar binnen gaan)
(4e)
countries with article, fixed expressions (in die Schule gehen, ins Theater gehen)
Ich fahre in die Niederlande.
Ich gehe in den Club.

Slide 10 - Diapositive

S. 62

Slide 11 - Diapositive

Übung
S. 144 Nr. 3
S. 145 Nr. 2


SELBSTKONTROLLE!

Slide 12 - Diapositive

S. 144

Slide 13 - Diapositive

S. 145

Slide 14 - Diapositive

Tschüss Activity
Write down the two most important things you need to remember about today´s topic for testweek on the post it.

Slide 15 - Diapositive

Hallo :)

Slide 16 - Diapositive

S. 51

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive