Rekenen met gewicht en lengte

Rekenen met maten
Gewicht en lengte
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Rekenen met maten
Gewicht en lengte

Slide 1 - Diapositive

Eenheden van gewicht

kg = kilogram 1 kg = 1000 g
hg = hectogram 1 hg = 100 g
dag = decagram 1 dag = 10 g
g = gram (standaardmaat) 1 g = 10 dg = 100 cg = 1000 mg
dg = decigram 1 dg = 0,1 g = 10 cg
cg = centigram 1 cg = 0,01 g = 10 mg
mg = milligram 1 mg = 0,001 g

Slide 2 - Diapositive

Eenheden van gewicht
Ton 1 ton = 1000 kg
Pond 1 pond = 500 g
Ons 1 ons = 100 g

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

400 gram =
A
4 kg
B
44 kg
C
0,4 kg
D
0,04 kg

Slide 5 - Quiz

9 ons =
A
4,25 kg
B
9 kg
C
19 kg
D
0,9 kg

Slide 6 - Quiz

9 pond =
A
1800 gram
B
18 gram
C
4500 gram
D
45 gram

Slide 7 - Quiz

Een olifant weegt 12 ton. Hoeveel volwassen mannen van 80 kg wegen evenveel?

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Reken uit:
4 x 60 cm = .... m
7400 m = .... km
390 cm = ..... m
30 x 3,5 m = ....m

Slide 11 - Question ouverte

Je arm meet je in ...
A
cm
B
dm
C
m
D
km

Slide 12 - Quiz

De afstand naar huis meet je in...
A
km
B
hm
C
m
D
cm

Slide 13 - Quiz

9,5 kg =
A
950 g
B
9,5 g
C
9500 g
D
95000 g

Slide 14 - Quiz

46 cm =
A
4,6 m
B
0,46 m
C
0,046 m
D
46 m

Slide 15 - Quiz

11 ons =
A
1,1 g
B
110 g
C
1100 g
D
11.000 g

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Diapositive

Ik vond de les ...
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Sondage