7.2 Analyse: macht en politieke instituties

7.2 Analyse: Macht en politieke instituties
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

7.2 Analyse: Macht en politieke instituties

Slide 1 - Diapositive

Huiswerk bespreken

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Machtsbronnen
  • Economisch - schaarse goederen
  • Cognitief - waardevolle kennis
  • Politiek - middelen tot legitiem uitoefenen van dwang
  • Affectief - emotionele binding

Slide 4 - Diapositive

macht en gezag
  • macht
  • formele macht
  • informele macht
  • gezag

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Waaraan kun je merken dat ouders gezag uitoefenen over hun kinderen?

Slide 7 - Question ouverte

politieke instituties
Complex van regels die het gedrag van mensen en hun onderlinge relaties rond politieke machtsuitoefening en politieke besluitvorming reguleren

 voorbeelden is : de staat 

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

iemand anderen kan laten doen wat hij wil, of verbieden wat hij niet wil.
macht die iemand op grond van zijn positie heeft.
de macht die iemand heeft door zijn uitstraling
Informele macht noemen we ook wel...
Macht
formele macht
informele macht
Gezag

Slide 10 - Question de remorquage

Een docent heeft formele macht.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Wat klopt niet?
A
Macht kun je op formele en informele basis hebben
B
Macht is altijd vastgelegd in de wet
C
Vrienden hebben ook een vorm van macht
D
Macht gaat niet altijd gepaard met geweld

Slide 12 - Quiz

wie heeft in Nederland de hoogste macht?
A
de regering
B
het volk
C
de koning
D
de eu

Slide 13 - Quiz

Niet alle partijen hebben evenveel macht. Waar komt de macht van politieke partijen niet tot uiting?
Verhouding: verwijst naar de wijze waarop mensen zich van elkaar onderscheiden en tot elkaar verhouden en de manier waarin samenlevingen in sociale zin vorm geven aan deze verschillen. Het verwijst ook naar onderlinge betrekkingen tussen staten
macht:
Het vermogen om hulpbronnen in te zetten om bepaalde doelstellingen te bereiken en de handelingsmogelijkheden van anderen te beperken of te vergroten
A
aantal zetels
B
coalitiepartijen
C
samenwerkende partijen
D
ideologieën

Slide 14 - Quiz

KERNCONCEPT Macht (1)
Het vermogen om                           in te zetten om bepaalde                             te bereiken en de handelingsmogelijkheden van anderen te                    of te                   .
hulpbronnen
doelstellingen
vergroten
beperken

Slide 15 - Question de remorquage

Wat is de juiste volgorde?
1
2
3
4
5
DE MACHT VAN DEZE KLEINE GROEP WERD OP DEN DUUR NIET MEER GELEGITIMEERD DOOR HET VOLK. 
DOOR ALLERLEI POLITIEKE INSTITUTIES, ZOALS VOLKSVERTEGENWOORDIGING, WERDEN DE BURGERS STEEDS MEER GEREPRESENTEERD
HET VOLK KWAM IN OPSTAND EN WILDE INSPRAAK EN GEREPRESENTEERD WORDEN
IN DE 20STE EEUW KREGEN BURGERS MEER RECHTEN IN HET PROCES VAN DEMOCRATISERING
IN FRANKRIJK, MAAR OOK IN ANDERE LANDEN, WAS ER IN DE 18E EEUW EEN MACHTIGE VORST EN ADEL

Slide 16 - Question de remorquage

vragen
VRAGEN? 

Slide 17 - Diapositive

Huiswerk
Samenvatten tm 7.2
Maken blz 26/27 opdracht 5

Slide 18 - Diapositive