Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Welkom bij Nederlands les over schrijfvaardigheid
Slide 1 - Diapositive
leerdoelen
Aan het eind van deze les...
Weet je wat leestekens zijn en wanneer je ze gebruikt.
Weet je wat deelonderwerp is en hoe je het vindt.
Weet je hoe je een zakelijke e-mail/brief schrijft.
Weet je hoe je rekening houdt met je publiek.
Slide 2 - Diapositive
Leestekens
Leestekens zijn tekens die je bij het schrijven gebruikt om een tekst begrijpelijker te maken. Voorbeelden zijn de punt, het vraagteken en het uitroepteken.
De punt staat altijd aan het einde van een zin(.).
Wanneer je een vraag stelt, gebruik je een vraag teken(?).
Als je iets met extra nadruk wilt schrijven, gebruik je een uitroepteken(!).
Slide 3 - Diapositive
DEELONDERWERPEN
In een tekst kunnen verschillende dingen over een onderwerp gezegd worden.
Deze kleinere aspecten van het onderwerp zijn deelonderwerpen.
Meestal wordt er in één alinea één deelonderwerp behandeld.
Slide 4 - Diapositive
DEELONDERWERPEN
Als je heel snel wilt weten wat de deelonderwerpen in een tekst zijn, dan lees je een tekst globaal.
Bij globaal lezen lees je alleen de eerste en de laatste zin van elke alinea.
Slide 5 - Diapositive
Zakelijke e-mail/brief
Stappenplan:
Bovenaan noteer je je eigen naam en adres.
Daaronder noteer je de naam en het adres van de ontvanger.
Daaronder noteer je de plaats je de brief schrijft en de datum.
Begin met een beleefde aanhef.
Begin de de eerste alinea met een hoofdletter.
Schrijf je middenstuk.
Schrijf je slot.
sluit af met een beleefde groet gevolgd door een komma. Zet daaronder je voor- en achternaam.
Zet je handteken eronder.
Slide 6 - Diapositive
Publiek
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Wat is de eerste stap wanneer je zakelijk e-mail/brief schrijft?
A
Begin met een beleefde aanhef.
B
sluit af met een beleefde groet gevolgd door een komma. Zet daaronder je voor- en achternaam.
C
Bovenaan noteer je je eigen naam en adres.
D
Daaronder noteer je de plaats je de brief schrijft en de datum.
Slide 9 - Quiz
Wat is de tweede stap wanneer je zakelijke e-mail/brief schrijft?
A
Daaronder noteer je de naam en het adres van de ontvanger.
B
Bovenaan noteer je je eigen naam en adres.
C
sluit af met een beleefde groet gevolgd door een komma. Zet daaronder je voor- en achternaam.
D
Begin met een beleefde aanhef.
Slide 10 - Quiz
Wat is een deelonderwerp?
Slide 11 - Question ouverte
Waar staat de punt altijd?
Slide 12 - Question ouverte
Hoe houd de schrijver rekening met de publiek bij het schrijven van een tekst?
Slide 13 - Question ouverte
Hoe kan je een deelonderwerp heel snel vinden?
Slide 14 - Question ouverte
Welke leesteken gebruik je als je een vraag stelt?
A
?
B
:
C
.
D
!
Slide 15 - Quiz
Hoe vond je het gaan?
😒🙁😐🙂😃
Slide 16 - Sondage
Wat wist je al?
Slide 17 - Question ouverte
Is er iets wat je nog niet zo goed snapt? Zo ja, schrijf dit op.