Les 22: Unité 2 - avoir (6 december, 1BCD)

Aujourd'hui, c'est vendredi le 6 décembre 2024
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Aujourd'hui, c'est vendredi le 6 décembre 2024

Slide 1 - Diapositive

La question du jour
Tu es français(e)?

Tu habites où?

Slide 2 - Diapositive

Aan het einde van de les:

* ken je een nieuw onregelmatig werkwoord. Dit werkwoord kan je herkennen en toepassen in zinnen


Slide 3 - Diapositive

1. Dictée 2.0

3. Grammaire I =(2.3)

3. Travailler 

4. Menu au choix







Slide 4 - Diapositive

1. = 3 minuten
A: loopt heen en weer naar de woordenlijst en vertelt het woord aan B (niet roepen)
B: schrijft de Franse woorden goed op. 
A mag ze spellen.
2. = 1,5 minuten
Je schrijft samen de vertaling achter de woorden. 
Wie heeft de meeste woorden goed?

Dictée 2.0
timer
3:00

Slide 5 - Diapositive

Proefwerk - ma phrase favorite

Slide 6 - Diapositive

Wat zijn ook alweer een onregelmatig werkwoorden?

Welke hebben jullie al geleerd?

Slide 7 - Diapositive

Het werkwoord avoir betekent "hebben".

Net als être is avoir is een belangrijk werkwoord, omdat je er heel veel zinnen mee kan maken.





Slide 8 - Diapositive

1. J'ai deux sœurs et un frère. 
2. Mon père a trois frères. 
3. Tu as des grand-parents?
4. À la maison nous avons un chat.
5. Tu as aussi un animal?
 .  

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

                     Avoir
Schrijf het rijtje in je schrift.
We oefenen de uitspraak.

Let op:
Tu as quel âge ? = 
J'ai douze ans = 

Slide 11 - Diapositive

Quoi? (wat):
1. onderstreep alle vormen van 'avoir' in de tekst van page 47
2. exercice 8A, 8C, 8D = page 49 + 50

Comment? (hoe): zelfstandig. Eerste 10 min. ZS

Aide? (hulp): Na 10 min: vraag je buur.
Ik loop rond.
Au travail ! 
timer
15:00

Slide 12 - Diapositive

Maak je zin met een vorm van 'avoir' erin en schrijf op de post-it.

keuze 1: verder oefenen met 'avoir' met wordwall (Teams)

keuze 2: woordjes leren apprendre 1 + 2
Maak flitskaarten! f StudyGO

keuze 3: uitdaging: maak exercice 8E, page 50
Menu au choix
timer
10:00

Slide 13 - Diapositive

Aan het einde van de les:

* ken je een nieuw onregelmatig werkwoord. Dit werkwoord kan je herkennen en toepassen in zinnen

Plak je post-it mét zin op de bord


Slide 14 - Diapositive

Wat betekent "tu as"?
A
zij hebben
B
hij heeft
C
jij hebt
D
ik heb

Slide 15 - Quiz

Wat betekent "nous avons"?
A
ik heb
B
u heeft
C
wij hebben
D
zij hebben

Slide 16 - Quiz

Wat betekent "il a" ?
A
hij heeft
B
zij heeft
C
u heeft
D
zij hebben

Slide 17 - Quiz

Les devoirs (11 décembre)
Leren:
apprendre 1 + 2 + 3 (=avoir), page 64/65














Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Les devoirs pour le 17 novembre
Leren : Apprendre 1 + 10 pg. 68 + 69
Lire : Apprendre 2 pg. 68
Gebruik de QR-code voor de uitspraak !

Faire: exercice 4 = online !

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Et toi, tu as des frères et soeurs ? (tip: ik heb = j'ai)

Slide 22 - Question ouverte

Slide 23 - Diapositive

Quoi? faites exercice 1 et 2 page 11 
Comment? tout seul
Aide?: boek, woordenboek 
Durée? 10 minuten 
Pourquoi? om kennis te maken met de Franse cultuur, landen en producten. 
Fini? leer je nieuwe Franse zinnen

Slide 24 - Diapositive