1.4 Globalisering: economisch bekeken

1.4 Globalisering: economisch bekeken


H1 Globalisering
Domein Wereld
V5
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

1.4 Globalisering: economisch bekeken


H1 Globalisering
Domein Wereld
V5

Slide 1 - Diapositive

Waarom wordt de wereld een global village?
A
De wereldbevoljking krimpt zo snel dat er over 50 jaar nog maar een dorpje aan mensen over is
B
Door globalisering en tijd-ruimtecompressie ontstaat er een wereldcultuur en is informatie en goederen uitwisseling makkelijker dan ooit waardoor de wereld meer met elkaar verbonden is dan ooit.
C
Er komt door de klimaatverandering een nieuwe ijstijd waardoor we straks in één groot iglodorp gaan wonen.

Slide 2 - Quiz

Een econoom beweert dat als een land afhankelijk is van een of enkele grondstoffen de economie zeer kwetsbaar is. Leg dit uit
A
De economie is hierdoor kwetsbaar want als de economie van het land slecht gaat waar jij afhankelijk van bent, heeft dat ook gevolgen voor je eigen land omdat je dus afhankelijk bent van andere landen
B
De econoom heeft niet gelijk omdat je het land waar je afhankelijk van bent los kan laten en een ander land kan zoeken.
C
De economie is hierdoor kwetsbaar want je bent als land afhankelijk van één land voor bepaalde grondstoffen. Dit kan in de weg staan voor andere mogelijkheden door onderlinge ruzies.
D
De econoom heeft niet gelijk omdat landen altijd een back-up plan hebben waardoor dit de economie niet kwetsbaar maakt.

Slide 3 - Quiz

Bekijk bron 4 en 5. Beredeneer het verband tussen de vruchtbarheid en de score op de VN-welzijnsindex
A
Het heeft te maken met de welzijn omdat vrouwen veel gelukkiger zijn als ze geen kinderen hebben.
B
Er is een verband omdat als vrouwen beschikking hebben tot voorbehoedsmiddelen ze gelukkiger zijn omdat ze dan niet gedwongen zijn om zwanger te zijn en daardoor ligt het welzijn hoger in landen waar ze die hebben
C
Het welzijn ligt hoger als vrouwen vruchtbaar zijn

Slide 4 - Quiz

Waarom is er volgens de interactie theorie, geen handel mogelijk tussen Nederland en Azerbeidzjan?
A
Er is geen sprake van complementariteit
B
Er zijn andere tussenliggende mogelijkheden
C
Het is lastig om goederen tussen de twee landen te transporteren
D
De handel tussen de twee landen voldoet aan geen van de kenmerken van de interactietheorie

Slide 5 - Quiz

Lesdoel
  • Je kent de verschillende aspecten van economische globalisering.
  • Je weet dat economische ontwikkelingen de drijvende kracht zijn achter de globalisering.
  • Je kunt relaties leggen tussen het algemene proces van economische globalisering en de bijzondere regionale omstandigheden van gebieden, zoals ontwikkelingsgraad en positie in het wereldsysteem.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

0

Slide 8 - Vidéo

Economische globalisering
  • Instorten Sovjet-Unie en toetreding China tot WTO -> vrije markteconomie leidend economisch systeem.
  • Liberalisering wereldhandel -> productie en uitwisseling van goederen en diensten steeds internationaler.

Slide 9 - Diapositive

Motor achter eco. globalisering
  • MNO's (!)
  • Verbetering transport- en communicatietechnologie
  • opheffen handelsbelemmeringen (bv. importheffingen)
  • deregulering financiële markt waardoor banken en beurzen internationaal kunnen opereren.

Slide 10 - Diapositive

Gevolgen eco. globalisering
  • Snelle toename export
  • Sterke stijging buitenlandse investeringen
  • Groei internationale transport- en communicatieverkeer

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Uitrekken productieproces -> belangrijkste reden hierachter?
  • GELD!

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Nieuwe internationale arbeidsverdeling
Verschuiving rolverdeling in wereldsysteem
  • Vroeger: centrum productie van goederen en diensten, periferie levering van grondstoffen.

  • Nu: verschuiving delen van het productieproces naar semiperiferie (productie van goederen, maar ook diensten)
->Gevolg: toename in zowel regionale- als sociale ongelijkheid.

  • Doet iedereen mee aan dit systeem?

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Aan de slag!
Maak van par. 1.4 de opdrachten 1, 2 en 5.
OF
Maak een samenvatting of mindmap van par. 1.4.

Slide 17 - Diapositive