Griekse en Romeinse godsdienst en opkomst jodendom

Polytheïsme: Egyptische, Griekse en Romeinse godsdiensten
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Polytheïsme: Egyptische, Griekse en Romeinse godsdiensten

Slide 1 - Diapositive

Monotheïsme:

Jodendom, christendom en de islam

Slide 2 - Diapositive

Waarom is de Griekse godsdienst een voorbeeld van een natuurgodsdienst?

Slide 3 - Question ouverte

Welke Olympische goden ken je? Noem er drie

Slide 4 - Question ouverte

Waarom maakten de Grieken zulke mooie tempels?

Slide 5 - Question ouverte

Noem drie voorbeelden van Romeinse staatsgoden.

Slide 6 - Question ouverte

Past de goddelijke status van de Romeinse keizer meer bij de Egyptische godsdienst of bij de Griekse godsdienst?
A
Egyptische godsdienst
B
Griekse godsdienst

Slide 7 - Quiz

Wat betekent godsdienstige verdraagzaamheid in het Romeinse Rijk?

Slide 8 - Question ouverte

Wat was een duidelijk verschil tussen de Griekse en Romeinse godsdienst?

Slide 9 - Question ouverte

Leerdoelen
- Je kent de ontstaansgeschiedenis van het joodse geloof, daarbij kun je onderscheid maken tussen feiten, meningen en verzinsels. 

Slide 10 - Diapositive

Abrahams roeping

Slide 11 - Diapositive

Monotheïstische godsdienst
Geloven in één god

Slide 12 - Diapositive

Hongersnood
  • In Kanaän is hongersnood. 
  • Joden gaan naar Egypte omdat daar wel eten is. 
  • Joodse volk wordt te groot en de Farao beveelt de joden tot slaven te maken 

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Mozes en de uittocht uit Egypte 

Mozes
Mozes en de uittocht
Eén van de twaalf zonen van Jacob heeft Jozef. Hij wordt de koning in Egypte. Eeuwelang woont het volk er vreedzaam, tot er een Farao komt die hen tot slaaf maakt. Onder leiding van MOzes ontsnapt het volk en gaat opnieuw op reis naar het beloofde land. Tijdens de toch krijgt Mozes van God de Tien Woorden. De uittocht uit Egypte wordt elk jaar herdacht tijdens Pesach, het paastfeest. 
Volk woont vreedzaam in Egypte -> Farao maakt slaven van ze.  Onder leiding van Mozes ontsnapt het volk en gaan ze op reis naar het beloofde land ( Exodus)
Deze tocht wordt elk jaar herdacht met pasen (Pesach).
De Exodus

Slide 15 - Diapositive

Midden in de woestijn sluit god met de joden een verbond. 
Joden moeten zich aan tien leefregels moeten houden.

De tien geboden.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Heilige boek
Tenach is het heilige boek van de joden.

De verhalen van Arbaham, Mozes etc. staan in de Thora ( de eerste 5 boeken van de Tenach)

Slide 18 - Diapositive

Leerdoelen
- Je kent de ontstaansgeschiedenis van het joodse geloof, daarbij kun je onderscheid maken tussen feiten, meningen en verzinsels. 

Slide 19 - Diapositive

Wat is een feit?

Slide 20 - Question ouverte

Vaardigheid: Feiten en meningen:
  • Feit: Iets wat echt gebeurd is, wat je kunt controleren, noemen we een feit.
  • mening: iets wat mensen denken, wat een persoon vindt van een gebeurtenis. Subjectief en persoonsgebonden.

Slide 21 - Diapositive

Waarom weten we niet zeker of het verhaal van Mozes echt is gebeurd?

Slide 22 - Question ouverte

Slide 23 - Diapositive

Leerdoelen
- Je kunt uitleggen hoe het christendom is ontstaan en je kunt verschillen met het jodendom benoemen en herkennen. 

Slide 24 - Diapositive

Het begin van het christendom
Volgens overleveringen trok Jezus van Nazareth rond 30 n.C. door Judea.



Volgens de verhalen was Jezus een joodse prediker.
Hij predikte over naastenliefde en zorgen voor zwakke medemensen en over het Koninkrijk Gods.  Daar zou iedereen kunnen komen, mits je op aarde goed had geleefd. 

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Volgelingen en vijanden
- Jezus werd erg populair onder de bevolking. Mensen gingen hem zien als een verlosser, de Messias.
- De Romeinen en joodse leiders zagen Jezus daarom als een bedreiging voor hun macht en invloed.

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Op welke dag herdenken volgelingen van Jezus Zijn kruisiging?

Slide 30 - Question ouverte

Jezus Christus
- Volgelingen van Jezus denken dat Jezus zich geofferd heeft voor de zonden van de mensen. 
Zij zien Jezus als de Messias, de Verlosser en de zoon van God. 
Ze noemen Jezus Christus  en zichzelf christenen. 

Slide 31 - Diapositive

Apostelen
Apostelen verspreiden het christendom;
  • Ze begonnen in Judea;
  • Vervolgens naar andere steden.
  • Petrus verspreidde het christendom in Rome

Slide 32 - Diapositive

Waarom verboden Romeinse machthebbers het christendom?

Slide 33 - Question ouverte

Slide 34 - Diapositive

Staatsgodsdienst
Keizer Constantijn
Godsdienstvrijheid

Keizer Theodosius
Staatsgodsdienst


Slide 35 - Diapositive

Wat betekent staatsgodsdienst voor de verspreiding van het christendom?
A
Het christendom wordt groter
B
Het christendom wordt kleiner

Slide 36 - Quiz

Wat betekent staatsgodsdienst voor de godsdienstige verdraagzaamheid in het Romeinse Rijk?

Slide 37 - Question ouverte

Wie werd de leider van de christelijke kerk?
A
bisschop
B
priester
C
paus

Slide 38 - Quiz

Welke stad werd het machtscentrum van de christelijke kerk?
A
Aken
B
Jeruzalem
C
Rome
D
Bethlehem

Slide 39 - Quiz