13 juni 2024, Het hart & de bloedvaten

het hart.
Het hart & de bloedvaten 
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, t, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

het hart.
Het hart & de bloedvaten 

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Hart en bloedvaten

Slide 3 - Carte mentale

het hart aan de buitenkant 

Slide 4 - Diapositive

het hart aan de binnenkant

Slide 5 - Diapositive

Slagaders

Bloed stroomt weg van het ...............

bloed stroomt naar ................toe

bloed is zuurstofrijk/arm? 

wanden zijn dun/dik? en wel/niet elastisch?

veel kracht > bloeddruk is laag/hoog?

Liggen diep/oppervlakkig? in het lichaam.




Slide 6 - Diapositive

Slagaders
Bloed stroomt weg van het hart

bloed stroomt naar organen toe
bloed is zuurstofrijk
wanden zijn dik en elastisch
veel kracht > bloeddruk is hoog
Liggen diep in het lichaam.




Slide 7 - Diapositive

Aders

Bloed stroomt naar of van de organen weg?

Bloed stroomt naar/terug? naar het hart.

Bloed is zuurstofarm/zuurstofrijk? (behalve de longader)
Bloeddruk in de aders is laag/hoog; je voelt geen hartslag

Wanden van aders zijn dikker/dunner? dan de wanden van slagaders


Slide 8 - Diapositive

Aders

Bloed stroomt van de organen weg

Bloed stroomt terug naar het hart.

Bloed is zuurstofarm (behalve de longader)
Bloeddruk in de aders is laag; je voelt geen hartslag

Wanden van aders zijn dunner dan de wanden van slagaders


Slide 9 - Diapositive

Haarvaten
  • de kleinste bloedvaten zijn haarvaten
  • ze hebben een hele dunne wand (veel dunner dan aders)
  • bloed en vocht (met zuurstof en voedingsstoffen kunnen door de wand heen.
  • het vocht gaat naar de cellen van je lichaam (organen)
  • Haarvaten brengen zuurstof naar de organen, en zorgen dat afvalstoffen weer afgevoerd worden.


Slide 10 - Diapositive

Wat moet je niet doen voor de goede werking van je hart?
A
heel veel bewegen
B
veel vet eten
C
weinig bewegen
D
weinig bewegen en vet eten

Slide 11 - Quiz

Waar liggen de kransslagaders?
A
In je hoofd
B
In je longen
C
In je hart
D
In je benen

Slide 12 - Quiz

Waar zitten de hartkleppen?
A
Tussen de linker - en de rechterhelft van het hart
B
Tussen het hart en de aorta en longslagader
C
Tussen de boezems en kamers in het hart
D
In de aders die naar het hart toelopen

Slide 13 - Quiz

Zitten de boezems boven of onder in het hart?
A
boven
B
onder

Slide 14 - Quiz

Waar ligt je hart
A
Borstholte
B
Buikholte

Slide 15 - Quiz

Wat scheidt de linker- en rechter harthelft?
A
Hart-tussenvlies
B
Hart-tussenspier
C
Hart-wand
D
Hart-tussenwand

Slide 16 - Quiz

Wat is de functie van het hart
A
Bloed rondpompen
B
zuurstof door het lichaam pompen
C
koolstofdioxide door het lichaam pompen

Slide 17 - Quiz

Hoe vaak klopt het hart gemiddeld per minuut in rust
A
30
B
50
C
70
D
90

Slide 18 - Quiz

Hoeveel kamers heeft het hart?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 19 - Quiz