Cette leçon contient 24 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Vidéo
Slide 2 - Vidéo
Verschillende soorten licht bundels
Slide 3 - Diapositive
lichtbundels
Slide 4 - Diapositive
Lichtbundels
Slide 5 - Diapositive
Schaduw
Slide 6 - Diapositive
Schaduw
Als een voorwerp een lichtbundel blokkeert,ontstaat er een schaduw.
De rand van de schaduw wordt door de z.g. randstralen gemaakt
Slide 7 - Diapositive
Schaduw
Een schaduw is een plek waar het licht niet kan komen.
Slide 8 - Diapositive
Hoe teken je schaduw?
1.Randstralen
2.Arceren
Slide 9 - Diapositive
Kernschaduw vs halfschaduw
Slide 10 - Diapositive
Schaduw
Slide 11 - Diapositive
Schaduwen
Slide 12 - Diapositive
Soorten licht
Direct licht
Indirect licht (reflectie)
Diffuus licht (verstrooiing)
Slide 13 - Diapositive
Lichtbronnen
Directe lichtbronIndirecte lichtbron
Slide 14 - Diapositive
Direct licht
Indirect licht
Slide 15 - Diapositive
Direct en indirect licht
Direct licht is afkomstig van een lichtbron.
Indirect licht is afkomstig van licht reflectie, dit zou je 2e hands licht kunnen noemen.
voorbeelden op volgende dia.
Slide 16 - Diapositive
Licht kan direct, indirect en diffuus zijn
Direct: zonder omweg, meteen.
Indirect: tegenovergestelde van direct.
Diffuus: Als licht door een doorschijnend material beweegt. verstrooid, niet geconcentreerd, alle kanten op.
Slide 17 - Diapositive
Verstrooiing
Bij een verstrooide weerkaatsing wordt het licht alle kanten op weerkaatst.
Slide 18 - Diapositive
Direct licht
Indirect licht (diffuus)
Slide 19 - Diapositive
Diffuus licht
Slide 20 - Diapositive
verstrooiing
diffuus licht
Slide 21 - Diapositive
Direct, indirect en diffuus licht
Hoofdstuk 6. Licht
§6.2 Direct, indirect en diffuus
Direct licht
Indirect licht / reflectie
diffuus licht / verstrooiing
Slide 22 - Diapositive
Schaduw
Hoe ontstaat een schaduw?
3 dingen nodig voor een schaduw:
Lichtbron
Een voorwerp (ondoorzichtig)
Een scherm (muur/vloer)
Slide 23 - Diapositive
Hemelsblauw en avondrood
Licht van een kleinere golflengte wordt beter verstrooid dan licht van een langere golflengte. Het blauwe licht wordt dus het best verstrooid, groen al wat minder, en rood het minst van allemaal. Het resultaat: de hemel kleurt hemelsblauw.