HERHALEN: SAMENGESTELDE WOORDEN, BIJW. BEP. EN WERKWOORDEN VERL. TIJD.

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k, g
• Leerjaar 1,2

Herhalen; samengestelde woorden.

Ontleden.

Verleden tijd.

Samenstellingen

• Een samenstelling is een woordcombinatie.
• Knip de samenstelling in losse woorden. 
  
• Vind de betekenis van deze woorden. 
• Raad de betekenis van de woordcombinatie. 

Hij vroeg hen: ''Wat vinden jullie ervan dat hier een plaats komt voor auto's om te parkeren?

1. Kijk naar de dik gedrukte woorden.

2. Maak er een samengesteld woord van.

3. Kun je ook het samengestelde woord vinden dat uit drie woorden bestaat?

Samenstellingen met tussenletter -s en -(e)n

Twee woorden aan elkaar geplakt.

Als je een -s- hoort, dan schrijf je een tussen-s.

Soms hoor je geen tussen-s doordat het tweede woord met een s-klank begint. Verander het tweede woord dan.

Bijvoorbeeld:            dorpschool of dorpsschool?

                                        dorpsmeisje dus dorpsschool

Er zijn ook samengestelde woorden die, 

als je de woorden 'aan elkaar plakt', 

er iets bij komt...

Voorbeelden hiervan zijn:

Boek + plank = boekenplank

Fiets + drager = fietsendrager 

Je ziet hierboven dat er -en tussen komt. 

Dit komt omdat: als je er meervoud van maakt, komt er -en of -n  bij. 

(Boek - boeken   Fiets -fietsen)

Er zijn ook samengestelde woorden die,

als je de woorden 'aan elkaar plakt',

er iets anders bij komt...

Voorbeeld hiervan is:

Zon + scherm = zonnescherm

Je ziet dat er -ne tussen komt. 

Dit komt omdat het eerste woord een woord is waar geen meervoud van kan maken omdat er maar één van is. 

(Er is maar één zon)

Samenstellingen

Het is van groot belang te weten of je iets aan elkaar of los van elkaar schrijft.

In de lente beginnen alle vogels een nest te maken voor hun jongen.
Wat is het gezegde?

1. In de lente
2. alle vogels
3. een nest
4. beginnen te maken

In de lente beginnen alle vogels een nest te maken voor hun jongen.
Wat is de persoonsvorm?

1. In de lente
2. alle vogels
3. beginnen
4. een nest

In de lente beginnen alle vogels een nest te maken voor hun jongen.
Wat is het onderwerp?

1. voor hun jongen
2. beginnen
3. alle vogels
4. een nest

In de lente beginnen alle vogels een nest te maken voor hun jongen.
Wat is het lijdend voorwerp?

1. voor hun jongen
2. beginnen
3. alle vogels
4. een nest

In de lente beginnen alle vogels een nest te maken voor hun jongen.
Wat is het meewerkend voorwerp?

1. voor hun jongen
2. beginnen
3. alle vogels
4. een nest

Bijwoordelijke bepaling

Geeft antwoord op de volgende vragen: waar, wanneer, waarom, waarmee, waardoor, hoe en hoeveel.

In de lente beginnen alle vogels een nest te maken voor hun jongen.
Wat is de bijwoordelijke bepaling?

1. voor hun jongen
2. beginnen te maken
3. alle vogels
4. In de lente

Wat is de bijwoordelijke bepaling in de volgende zin?
In Den- Haag heb ik gisteren een nieuwe telefoon gekocht.

Voorbeeld

antwoorden, 

stam = antwoord, dus de verleden tijd is antwoordde

planten,

stam = plant, dus de verleden tijd is plantte

Schrijf de persoonsvorm op in verleden tijd enkelvoud.
RUSTEN

1. rust
2. ruste
3. rustten
4. rustte

wat is de persoonsvorm in verleden tijd enkelvoud, van "rusten "

1. rust
2. ruste
3. rustten
4. rustte

Wat is goed?
Hij (gooien) .......... (v.t.) de bal.

1. gooi
2. gooit
3. gooite
4. gooide

Wat is goed?
Hij (gooien) .......... (t.t.) de bal.

1. gooi
2. gooit
3. gooite
4. gooide

wat is goed?
Hij (verhuizen) ........... (v.t.) naar Bali.

1. verhuis
2. verhuiste
3. verhuist
4. verhuisde

Wat is de vt (ik vorm) van kiezen?

1. kieste
2. koos
3. kiesde
4. kiezte