De vragen B4: 1, 8 en 10 en B5: 2, 6 en 7 waren relatief vaak fout gemaakt, die bespreken we daarom even klassikaal.
Heb je een andere vraag fout gemaakt en heb je daar hulp/uitleg bij nodig? Vraag me dan straks om uitleg.
Slide 3 - Diapositive
De leerdoelen voor deze week:
-Je kunt uitleggen dat bij ongeslachtelijke voortplanting de nakomelingen dezelfde erfelijke eigenschappen hebben als de ouder.
-Je kunt voorbeelden geven van ongeslachtelijke voortplanting.
Slide 4 - Diapositive
Je kunt uitleggen dat bij ongeslachtelijke voortplanting de nakomelingen dezelfde erfelijke eigenschappen hebben als de ouder.
Geslachtelijke voortplanting.
Als er bevruchting plaatsvindt, spreken we van geslachtelijke voortplanting.
Ongelachtelijke voortplanting.
Als een deel van de plant uitgroeit tot een nieuwe plant spreken we van ongeslachtelijke voortplanting
Slide 5 - Diapositive
Geslachtelijke voortplanting
Ongeslachtelijke voortplanting
Slide 6 - Diapositive
Geslachtelijke voortplanting
Ongeslachtelijke voortplanting
Slide 7 - Diapositive
Je kunt uitleggen dat bij ongeslachtelijke voortplanting de nakomelingen dezelfde erfelijke eigenschappen hebben als de ouder.
Omdat de "nieuwe" planten na ongeslachtelijke voortplanting de zelfde chromosomen hebben bezitten ze dezelfde erfelijke eigenschappen.
Noem eens een voordeel van ongeslachtelijke voortplanting.
Slide 8 - Diapositive
Wat is zou een voordeel kunnen zijn van ongeslachtelijke voortplanting.
Slide 9 - Question ouverte
Wat zou een nadeel kunnen zijn van ongeslachtelijke voortplanting?
Slide 10 - Question ouverte
Planten die zijn ontstaan uit ongeslachtelijke voortplanting zien er ook niet altijd precies hetzelfde uit. Waardoor zou dat kunnen komen?
Slide 11 - Question ouverte
-Je kunt voorbeelden geven van ongeslachtelijke voortplanting.
Vandaag:
celdeling
knollen
bollen
uitlopers en wortelstokken
Volgende les:
weefselkweek
andere organismen
Slide 12 - Diapositive
celdeling.
Voor groei is celdeling nodig. Bij ongeslachtelijke voortplanting is er een cel die zich deelt tot een cel met dezelfde eigenschappen van de een nieuwe plant.
Dit kom je dus bij alle vormen van ongeslachtelijke voortplanting tegen.
Slide 13 - Diapositive
Knollen
Verdikte stengel onder de grond met reservevoedsel
(Aardappel, raapjes)
Slide 14 - Diapositive
Bollen
Verdikte bladeren onder de grond
Bolschijf met rokken (Tulp, ui)
Slide 15 - Diapositive
Wortelstok
Wortels groeien naar de zijkant.
Een stukje verderop groeit er uit de wortel een nieuwe plant
Slide 16 - Diapositive
Uitlopers
Er komen speciale stengels uit de plant.
Waar deze stengels de grond raken groeit een nieuwe plant.
Slide 17 - Diapositive
0
Slide 18 - Vidéo
-Je kunt voorbeelden geven van ongeslachtelijke voortplanting.
Stek (volgende les)
Deling
Uitlopers
Bol
Knol
Wortelstok
Slide 19 - Diapositive
timer
5:00
Leerdoelen:
-Je kunt uitleggen dat bij ongeslachtelijke voortplanting de nakomelingen dezelfde erfelijke eigenschappen hebben als de ouder.
-Je kunt voorbeelden geven van ongeslachtelijke voortplanting.
Kun je bereiken door:
-Te lezen / bestuderen de tekst van B6 van thema 6
-Te maken B6 opdr 1 t/m 6.
-De antwoorden van de opdrachten serieus te controleren.
-Je kennis van de leerdoelen te toetsen met de flitskaarten en de test je zelf.
Laatste 5 minuten sluiten we klassikaal af met 5 vragen.
Zorg er voor dat je om 13.13 weer in deze vergadering (les) en in lessonup zit.
Morgen geen bio maar herkansing, dus na vakantie verder met B6.
Slide 20 - Diapositive
Afsluiting.
Vijf vragen om te kijken wat je al weet en dan nog de dia met extra uitleg (voor wie dan nodig heeft).
Slide 21 - Diapositive
Je ziet een lelietje-van-dalen, Kan het lelietje-van dalen zich ongeslachtelijk voortplanten? Kan het lelietje-van dalen zich geslachtelijk voortplanten?
A
ja, ongeslachtelijk en
ja, geslachtelijk
B
ja, ongeslachtelijk en
nee, niet geslachtelijk
C
nee, niet ongeslachtelijk en
ja, geslachtelijk
D
nee, niet ongeslachtelijk en
nee, niet geslachtelijk
Slide 22 - Quiz
Bij ongeslachtelijke voortplanting heb je twee planten nodig
A
Waar
B
Niet waar
Slide 23 - Quiz
Oeverkruid plant zich voort door uitlopers en door zaden. Geef bij elk van deze manieren van voortplanting aan of die geslachtelijk of ongeslachtelijk is.
In de afbeelding is een krokusknol met enkele scheuten getekend. De scheuten kunnen van de knol worden gehaald en verder groeien als afzonderlijke planten. Is dit een voorbeeld van geslachtelijke voortplanting of ongeslachtelijke voortplanting?
A
geslachtelijke voortplanting
B
ongeslachtelijke voortplanting
Slide 25 - Quiz
Wat is geen voorbeeld van ongeslachtelijke voortplanting bij planten?
A
Deling en stekken
B
Bollen en knollen
C
Uitlopers en wortelsstokken
D
Stuifmeelkorrels en eicellen
Slide 26 - Quiz
Extra uitleg
De volgende sites bevatten filmpjes en extra uitleg. (herhaling/oefenen)