unit 4 Grammar

   Can/can't    Could/couldn't    WH
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
EngMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

   Can/can't    Could/couldn't    WH

Slide 1 - Diapositive

Herhaling 
Could/could'nt =  verleden tijd van can/can't, formeel en specifiek 
Can/can't= tegenwoordige tijd en informeel 
Om can/can't formeler te maken kan je er 'please' achter zetten.

Slide 2 - Diapositive

Herhaling 
Wh-vraagwoorden 
Wie kan ze opnoemen? 

Slide 3 - Diapositive

Dit zijn ze:
Who, what, when, where, how 

Wie kan er een zin bedenken
bijvoorbeeld: 'What are you doing?' 

Slide 4 - Diapositive

Wat gaan we doen? 
Kleine quiz
Zelfstandig werken 

Slide 5 - Diapositive

Welk vraagwoord moet in deze zin?:
......is your party?

Slide 6 - Question ouverte

Wat ontbreekt er?
..... you help us, sir?
A
Can
B
Could
C
Can't
D
Could'nt

Slide 7 - Quiz

Wat ontbreekt er?
I........play the guitar

A
Can
B
Can't
C
Could
D
Could'nt

Slide 8 - Quiz

Maak een ontkennende zin met can't

Slide 9 - Question ouverte

Noem alle WH-vraagwoorden op, eentje krijg je cadeau:
Who,

Slide 10 - Question ouverte

Wat is de vertaling van Can/can't?
A
konden/ konden niet
B
Mogen/ niet mogen
C
vragen of iets zou mogen (aan onbekenden)
D
Kunnen/niet kunnen

Slide 11 - Quiz

Wat is de vertaling van Could/could'nt
A
Konden/kon
B
Vragen of iets kan
C
Zeggen dat iets zou kunnen
D
Mogen/ niet mogen

Slide 12 - Quiz

Maak een zin met could

Slide 13 - Question ouverte

Maak een zin met een Wh-vraagwoord.

Slide 14 - Question ouverte

Ga lekker aan de slag in je online boek

Slide 15 - Diapositive