Farmaceutische zorg: WHAM-vragen

Geneesmiddelenleer: OTC, zelfzorg, WHAM-vragen
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
BSP apothekersassistentenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 180 min

Éléments de cette leçon

Geneesmiddelenleer: OTC, zelfzorg, WHAM-vragen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een patiënt met keelpijn gaat naar de apotheek. Wat verwacht je dat de apotheker/apotheekassistent zal doen?

Slide 2 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

DOELEN?
  • UITLEGGEN wat  OTC-medicatie is
  • SAMENVATTEN hoe een ZELFZORGGESPREK wordt opgebouwd
  • TOEPASSEN van WHAM-VRAGEN in een ZELFZORGGESPREK




 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

OTC
💊 OTC = "Over The Counter" medicatie
➡️ zonder voorschrift  ➡️ geen terugbetaling
🔹 Kenmerken:  
          - gebruikt voor zelfzorg 
          - veilig en doeltreffend, belang juiste advies! 
          - OTC- geneesmiddelen: regulatie door FAGG (Federaal Agentschap voor  eneesmiddelen en Gezondheidsproducten)

Slide 4 - Diapositive

OTC staat voor "Over The Counter" medicatie, wat betekent dat je deze medicijnen kunt kopen zonder een voorschrift van de arts. Ze worden vaak gebruikt voor zelfzorg en zijn veilig en doeltreffend, als ze juist worden gebruikt, het is dus belangrijk om het juiste advies te krijgen bij het gebruik ervan.

Er zijn een paar dingen die je moet weten over OTC-medicijnen:
  • Ze worden niet terugbetaald door de mutualiteit.
  • Ze zijn bedoeld om eenvoudige klachten zelf te behandelen, vaak in zelfzorg.

Slide 5 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke van de onderstaande uitspraken over OTC-geneesmiddelen is juist?
A
OTC-geneesmiddelen zijn enkel verkrijgbaar op voorschrift van een arts.
B
OTC-geneesmiddelen mogen enkel verkocht worden in supermarkten.
C
OTC-geneesmiddelen zijn vrij verkrijgbaar in de apotheek zonder voorschrift.
D
OTC-geneesmiddelen mogen enkel door artsen worden voorgeschreven in noodgevallen.

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

ZELFZORG
🧴 Zelfzorg = Het zelf herkennen en behandelen van kleine gezondheidsproblemen
➡️ Zonder tussenkomst arts, maar vaak met advies apotheker
🔹 VB: behandelen van verkoudheid, lichte pijn, allergieën,                    zonnebrand, …
🔹OTC-medicatie, supplementen of  
       verzorgingsproducten

Slide 7 - Diapositive

Zelfzorg is het vermogen van een persoon om zijn of haar eigen gezondheid te beheren zonder de directe tussenkomst van een arts. Dit kan het gebruik van OTC-medicijnen omvatten, maar ook aanpassingen in levensstijl, zoals gezonder eten, meer bewegen of het toepassen van eenvoudige remedies voor veelvoorkomende klachten. Zelfzorg helpt mensen om op een verantwoorde manier om te gaan met hun gezondheid, maar het is belangrijk dat dit gebeurt met de juiste kennis en advies.


ZELFZORGGESPREK 
https://www.knmp.nl/richtlijnen/consultvoering

Slide 8 - Diapositive

In een zelfzorgconsult volgt de zorgverlener een gestructureerde aanpak om ervoor te zorgen dat het gesprek effectief en gericht is. Dit consult bestaat uit vier belangrijke fasen:

Begin van het consult: De zorgverlener begroet de patiënt, stelt vast wat de klacht is en legt de structuur van het gesprek uit.

Informatie inwinnen: De zorgverlener verzamelt belangrijke informatie over de klacht, zoals de duur, intensiteit en eventuele andere symptomen. Ook wordt er gekeken naar de medicatiegeschiedenis van de patiënt.

Uitleg, advies en besluit: Op basis van de verkregen informatie wordt er advies gegeven over geschikte zelfzorgmaatregelen, zoals het gebruik van OTC-medicijnen of aanpassingen in gedrag. Indien nodig wordt er een doorverwijzing naar een arts besproken.

Afsluiting van het consult: De zorgverlener bevestigt de gemaakte afspraken, bespreekt mogelijke vervolgstappen als de klachten niet verbeteren en legt alles vast in het patiëntendossier.

Deze aanpak zorgt ervoor dat zelfzorg op een verantwoorde manier kan worden toegepast, waarbij de patiënt goed geïnformeerd is en de juiste keuzes maakt voor zijn of haar gezondheid.

HET KNMP= 
Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie: 
  • ontwikkelt wetenschappelijke zelfzorgstandaarden
  •  ook gebruikt in Vlaamse opleidingen
Zet de vier fases van het consultgesprek volgens de KNMP-richtlijn in de juiste volgorde. Sleep de blokken naar de juiste plek (1 t/m 4)
🟨 Begin van het consult : de apotheker/assistent begroet vriendelijk en verkent de zorgvraag van de patiënt.
🟥 Afsluiting van het consult: de apotheker/assistent bevestigt het beleid, bespreekt vervolgstappen, en legt eventueel vast in het patiëntendossier.
🟦 Informatie inwinnen: de apotheker/assistent verzamelt informatie over de klacht, de context,... van de patiënt en analyseert de zorgvraag.
🟩 Uitleg, advies en besluit: de apotheker/assistent bespreekt de behandelopties, geeft advies en besluit samen met de patiënt een behandelplan.

Slide 9 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke vragen zou jij stellen als apotheekassistent tijdens een zelfzorggesprek?

Slide 11 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

WHAM-VRAGEN BIJ ZELFZORGGESPREK

WIE: voor wie is het middel of het advies?
HOE LANG: Hoe lang al klachten?
ACTIE: Wat al aan de klachten gedaan?
MEDICATIE: Zijn er andere geneesmiddelen of ziektes waar je rekening mee moet houden?

Slide 12 - Diapositive

Voor wie is het vereiste product bestemd? Voor wie is het advies bedoeld? Volwassene – baby of peuter – bejaarde – zwangerschap – borstvoeding - risicogroepen (patiënt met nierinsufficiëntie, cardiovasculaire aandoeningen, diabetes, astma, hypertensie, …)
Hoelang heeft de patiënt reeds last van de klachten? Analyseer de symptomen. Indien de patiënt na een vijftal dagen medicatiegebruik niet geholpen is of wanneer de klachten duidelijk toenemen, de patiënt adviseren een arts te raadplegen. Sluit misbruik uit.
Welke acties heeft de patiënt al ondernomen? Zowel hygiënische als medicamenteuze maatregelen worden onder de loep genomen en, indien nodig, bijgestuurd.
Neemt de patiënt geneesmiddelen voor een andere aandoening? Sommige symptomen kunnen het gevolg zijn van het gebruik
(recent opgestarte) van andere geneesmiddelen. Heb aandacht voor dubbel medicatiegebruik, interacties met co-medicatie van de
patiënt (patiënthistoriek) en contra-indicaties.

OPVOLGEN EN DOORVERWIJZEN
  • Patiënt informeren over wanneer ze contact moeten opnemen voor verdere opvolging of wanneer doorverwijzing naar een huisarts nodig is

Slide 13 - Diapositive

Leg uit wanneer opvolging of doorverwijzing nodig is en bespreek mogelijke symptomen of situaties waarbij dit van toepassing is.
VOORBEELD WHAM VRAGEN
Mevrouw Oosterbosch (62) komt in de apotheek en vraagt ”iets tegen verstopping”...

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

VOORBEELD WHAM VRAGEN
Voor wie is het advies of product bedoeld?
  • patiënt zelf? 
  • 2-jarig kleinzoontje?
  • zwangere dochter? 
  • bejaarde vader? 

Slide 15 - Diapositive

Als het is voor haar kleinzoontje dat pas is overgestapt op flesvoeding, kan de apotheker haar bijvoorbeeld adviseren om te controleren of er niet te veel poeder in de flesvoeding zit. Als het voor haar zwangere dochter is, weet de apotheker dat hij niet om het even welk laxeermiddel mag meegeven. De apotheker kan mevrouw Oosterbosch misschien geruststellen: bij jonge kinderen, zwangere vrouwen en oudere mensen komt verstopping vaak voor en is een laxeermiddel niet per se nodig.  
VOORBEELD WHAM VRAGEN
Hoelang zijn de klachten er al? 
  • niet dagelijkse een ‘grote boodschap’ 
  • klachten >2 dagen: laxeermiddel kan 
  • kinderen <4 jaar: extra voorzichtigheid ! 

Slide 16 - Diapositive

Als mevrouw Oosterbosch iets komt halen voor haar kleinkind, dan zal de apotheker haar doorverwijzen naar de huisarts. Die kan eventueel een laxeermiddel voorschrijven.
VOORBEELD WHAM VRAGEN
Welke acties zijn er al ondernomen?
  • eten vezelrijke voeding  (volkorenproducten, groenten, fruit) 
  • niet-medicamenteuze tips: voldoende lichaamsbeweging, genoeg water drinken (vooral belangrijk bij ouderen)
  • laxeermiddel gebruikt? 
Verwijs naar huisarts bij aanhoudende klachten ondanks laxeermiddel!

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

VOORBEELD WHAM VRAGEN
Neem je nog andere medicatie?
  • obstipatie is vaak een bijwerking (opioïden!)
  • andere medicatie zegt ook iets over voorgeschiedenis/ ziektes van de patiënt vb. diabetes? --> suikervrij: macrogol (Movicol) versus lactulosesiroop
  • belang interacties

Slide 18 - Diapositive


Veel geneesmiddelen kunnen verstopping veroorzaken. Dat is bijvoorbeeld het geval met opioïden (sterke pijnstillers), diuretica (plaspillen) en hoestsiropen met codeïne. Ook magnesium kan tot verstopping leiden. En zwangere vrouwen kunnen last krijgen van verstopping omdat ze ijzertabletten nemen. De vraag naar andere medicatie is ook belangrijk om te weten welk product al dan niet geschikt is. Sommige laxeermiddelen bevatten veel suiker. Als de apotheker weet dat mevrouw Oosterbosch medicatie tegen diabetes neemt, dan zal hij haar een suikervrij laxeermiddel adviseren.
OPDRACHT WHAM VRAGEN
WERKBLAADJE NEUSLOOP

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

DOELEN?
  • UITLEGGEN wat  OTC-medicatie is
  • SAMENVATTEN hoe een ZELFZORGGESPREK wordt opgebouwd
  • TOEPASSEN van WHAM-VRAGEN in een ZELFZORGGESPREK




 

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kijk jij terug op deze les ?
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions