Fictie 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Socialiseren

Je pakt je spullen

leesboek, lesboek, pen, schrift,

laptop, deze laat je dicht. 

Lesopbouw

• lezen in je eigen boek
• begrippen Fictie  (dossier) 
• Zelf aan het werk met je fictie dossier
• Evaluatie
• Afsluiting les

                                                         stil 

                                                              lezen!!!!

Fictie 2

verhaalsoorten

Welke verhaalsoorten lees jij graag?

Hoofdpersoon

Er wordt aangegeven wie de hoofdpersoon is...

...en er wordt verteld hoe de hoofdpersoon eruit ziet en wat het karakter van de hoofdpersoon is… 

…en er wordt verteld welke ontwikkeling de hoofdpersoon doormaakt.

Welke uitspraak over hoofdpersonen klopt? Je weet over de hoofdpersoon...

1. Alles, behalve de gedachten
2. Niets
3. Veel, informatie maar ook gevoelens en gedachten

Wat is een hoofdpersoon?

1. De minst belangrijke persoon.
2. De persoon die het meest aan het woord is.
3. Het belangrijkste personage.

Hoofdpersonen en bijfiguren

Spanning

Hoe ontstaat spanning?

1. Door vragen van de lezer te beantwoorden.
2. Door vragen bij de lezer op te roepen.

Wat is GEEN middel voor spanning?

1. Een gevaarlijke of enge omgeving
2. De hoofdpersoon is in een gevaarlijke situatie
3. Een gesprek tussen twee personen
4. Een raadsel of een probleem dat opgelost moet worden

Waar was er meer spanning?

1. Trailer 1 (Undercover)
2. Trailer 2 (Kees & Co)

Wat is een cliffhanger?

1. Wanneer een verhaal op een spannend moment plotseling stopt.
2. De belangrijkste gebeurtenis in een verhaal.
3. Een grote ruzie tussen twee belangrijke personages.
4. Een verhaal dat continu heel veel spanning heeft.

Personages beschrijven

Als je een personage uit een verhaal beschrijft, kijk je naam verschillende elementen:

• het uiterlijk van het personage
• belangrijke kenmerken zoals geslacht, leeftijd, gezondheid
• karaktereigenschappen die je opmaakt uit wat het personage doet, zegt en denkt.
• de relaties die het personage heeft met anderen in het verhaal.

Naar welke elementen kijk je als je een personage beschrijft?

1. Uiterlijk, kenmerken, karaktereigenschappen en relaties
2. Uiterlijk, kenmerken, hoofdpersoon en helper
3. Uiterlijk, kenmerken, bijfiguur en tegenstander
4. Uiterlijk, kenmerken, karaktereigenschappen en sportiviteit.

Wat is geen voorbeeld van een uiterlijk kenmerk?

1. groene ogen
2. blauwe plekken
3. blonde haren
4. gebroken hart

aan het werk met Poëzie en fictie- voor 17 februari klaar!!!

Werk in stilte (Zs)

Uitleg: eindopdracht in SOM

• Open Word
• Maak een nieuw document
• Maak een voorkant: 
  Titel = fictiedossier klas 3
  Naam + klas
  Docent
• moet het op een blaadje?=overleg met mij

Feedback/beoordeling

Je kunt 1 keer feedback krijgen, daarna volgt de beoordeling. 

1 onderdeel inleveren via SOM op uiterlijk vrijdag 17 februari.

- Je maak alle opdrachten van je keuze onderdeel "online".

- de eindopdracht/ laatste opdracht van je onderdeel maak je in Word en lever je in via SOM.

???

goed weekend!