Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Atoombouw
Slide 1 - Diapositive
Wat zou jij allemaal van atomen willen weten? Beschrijf dat kort hieronder.
Slide 2 - Question ouverte
Wat is waar?
A
Een atoom is opgebouwd uit moleculen
B
Een molecuul is opgebouwd uit atomen
Slide 3 - Quiz
Wat is waar ?
A
atomen zijn de kleinste deeltjes die bestaan
B
protonen en neutronen zijn de kleinste deeltjes die bestaan.
C
protonen en neutronen zijn weer gemaakt van nog kleinere deeltjes !?!
D
Alle kleine deeltjes bestaan uit nog kleinere deeltjes? Hoe lang kan dat doorgaan !?
Slide 4 - Quiz
Rutherford (1911)
Atomen bestaan uit een kern met daaromheen een elektronenwolk.
Slide 5 - Diapositive
Atoombouw (Bohr, 1913)
Een atoom bestaat uit:
elektronen (..wolk)
protonen (kern)
neutronen (kern)
Nieuw: de elektronen zitten in schillen:
Slide 6 - Diapositive
Atoombouw
Een atoom is opgebouwd uit protonen, neutronenenelektronen. De 1+ geladen protonen (p+) en de ongeladen neutronen (n0) bevinden zich in de atoomkern. De 1− geladen elektronen (e-) bevinden zich in schillen rond de atoomkern.
Slide 7 - Diapositive
Atoomnummer
Het atoomnummer is gelijk aan het aantal protonen in de kern van het atoom. Alle atomen van dezelfde soort hebben hetzelfde atoomnummer.
atoomnummer = aantal protonen
Koolstof (C) heeft atoomnummer 6
Slide 8 - Diapositive
massagetal
massagetal = aantal protonen (p+) + aantal neutronen (n0).
u = atomaire massa-eenheid
massa proton = 1 u
massa neutron = 1 u
Massa elektron = verwaarloosbaar klein
Dus het massagetal van dit koolstofatoom =
6 + 6 = 12 u
Slide 9 - Diapositive
Wat is het massagetal van dit lithium-atoom
A
3
B
4
C
6
D
7
Slide 10 - Quiz
Wat is het atoomnummer van dit atoom?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 11 - Quiz
Wat is het massagetal van waterstofatoom?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 12 - Quiz
Het atoomnummer van dit koolstofatoom is:
A
6
B
8
C
14
D
20
Slide 13 - Quiz
Wat is de lading van dit waterstofatoom?
A
0
B
1
C
2
D
3
Slide 14 - Quiz
Wat is het atoomnummer van dit stikstofatoom?
A
0
B
7
C
14
D
21
Slide 15 - Quiz
Wat is het massagetal van dit stikstofatoom?
A
0
B
7
C
14
D
21
Slide 16 - Quiz
Wat is de lading van dit stikstofatoom?
A
0
B
7
C
14
D
21
Slide 17 - Quiz
Notatie atomen (in het periodiek systeem)
Helium (He)
Slide 18 - Diapositive
Het atoomnummer van dit waterstofatoom is:
A
1
B
2
C
3
D
0
Slide 19 - Quiz
Het massagetal van dit waterstofatoom is:
A
1
B
2
C
3
D
0
Slide 20 - Quiz
Het massagetal van dit waterstofatoom is:
A
1
B
2
C
3
D
0
Slide 21 - Quiz
Het massagetal van dit koolstofatoom is:
A
6
B
8
C
14
D
20
Slide 22 - Quiz
Het aantal neutronen in dit koolstofatoom is:
A
6
B
8
C
14
D
20
Slide 23 - Quiz
Isotopen
Meesteelementen hebben meerdere isotopen. Isotopen zijn atomen met hetzelfde aantal protonen in de kern, maar een ander aantal neutronen. Isotopen hebben dus hetzelfde atoomnummer, maar een andere massa.
Slide 24 - Diapositive
Isotopen
Slide 25 - Diapositive
Isotopen
Slide 26 - Diapositive
Voorbeeld: chloor
Twee isotopen van chloor in de natuur: Cl-35 en Cl-37
Slide 27 - Diapositive
massagetal, atoomnummer en isotopen
Slide 28 - Diapositive
Gemiddelde atoommassa (relatieve atoommassa)
Slide 29 - Diapositive
Gebruik bij deze opdrachten het periodiek systeem: