Les 10: luisteren, schrijven, werkwoorden

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

On a besoin de quoi?

un stylo

un cahier

le livre A

un ordinateur

pas de portable!

Est-ce qu'on va...

...écouter la prof? 

...travailler en silence?

... ou travailler ensemble?

On va...

...écouter la prof! 

Aujourd'hui, on va:

• Regarder une vidéo
• Répéter les verbes (grammaire)
• Lire trois petits articles

Le but: hoe schrijf je een tekst met de informatie: wie, wat, waar, wanneer (en waarom)?

(Voor morgen: heeft iedereen 16B in zijn werkboek staan?)

Notez en français:

Noteer in je schrift in het Frans:

Qui?   

Quoi?
Où?
Quand?
(Pourquoi?)

Regardez la vidéo et répondez en français simple - en anders in het NL.

Notez en français:

Qui a bien compris?

Qui?   

Quoi?
Où?
Quand?
(Pourquoi?)

Notez en français:

Les réponses:

Qui?   Les Canadiens, les consommateurs canadiens

Quoi? (Essayer de) boycotter / ne plus acheter des produits américains
Où? Au Canada, au Québec, à Montréal, aux supermarchés
Quand? Maintenant / récemment / la semaine dernière
(Pourquoi? Parce que les Etats-Unis ont augmenté les prix pour les produits américains)

Aujourd'hui, on va:

• Regarder une vidéo
• Répéter les verbes (grammaire)
• Lire trois petits articles

Le but: hoe schrijf je een tekst met de informatie: wie, wat, waar, wanneer (en waarom)?

Est-ce qu'on va...

...écouter la prof? 

...travailler en silence?

... ou travailler ensemble?

On va...

...travailler en silence.

Brein-buur-baas (page 138)

Brein-buur-baas (page 138)

vois (/prends)

ai pris

allons prendre 

/ prendrons

a vu

prenais

vont voir / verront

voyais

prends

On va...

...écouter la prof! 

Attention:

Zowel in het Nederlands als het Frans:

J'ai donné

"Ik heb gegeven" 

Je donnais

"Ik gaf"

twee ww-vormen

één ww-vorm

Instruction:

1. Lees de Franse tekst en de Nederlandse vertaling.

2. Onderstreep alle Franse ww-vormen. In de Nederlandse tekst staan ze al dik gedrukt.

3. Markeer met een eerste kleur alle ww-vormen (zowel Frans als Nederlands) die bestaan uit twee vormen

4. Markeer met een tweede kleur alle ww-vormen (zowel Frans als Nederlands) die bestaan uit één vorm

5. Bedenk voor jezelf: zie ik verschillen? Overleg na vijf minuten met elkaar.

Il y avait plein d’étoiles, c’était le soir et j’arrosais mes plantes. Le silence était total. Soudain,

une boule brillante, orange et rouge, est apparue dans le ciel. Elle l’a traversé du nord au sud, sans aucun

bruit. Le matin, tous les journaux en ont parlé : qu'est-ce qui s'est passé ? Qu’est-ce que nous avons vu la nuit

dernière ? 

Er waren veel sterren, het was avond en ik gaf mijn planten water. Het was helemaal stil. Plotseling verscheen er een schitterende bol, oranje en rood, aan de hemel. Hij ging van noord naar zuid, zonder geluid te maken. 'S ochtends vertelden alle kranten erover: Wat is er gebeurd? Wat hebben we afgelopen nacht gezien?

Aujourd'hui, on va:

• Regarder une vidéo
• Répéter les verbes (grammaire)
• Lire trois petits articles

Le but: hoe schrijf je een tekst met de informatie: wie, wat, waar, wanneer (en waarom)?

Instruction:

1. Choisissez un article

2. Lisez-le

3. Marquez: met een andere kleur voor elke vraag, waar in de zin het antwoord staat op de vragen: qui? quoi? où? quand? (pourquoi?)

Réponses

Rouge: quand

Bleu: qui

Vert: où

Rose/violet: quoi

Noir: pourquoi

Faites ex. 29!

On va...

... travailler ensemble!