H6 Assisteren in de gezondheidszorg

1 / 56
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 56 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 7 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vandaag anders dan normaal:
Starten om 9:20
Pauze gaan we door (wel 5 min telefoonpauze)
Einde les om 11:00

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom worden kinderen vaker ziek dan volwassenen?

Slide 4 - Question ouverte

Kinderen worden veel vaker ziek want hebben een lagere weerstand.
Hierna bestaat in het algemeen volledige immuniteit wat inhoudt dat herhaling van de ziekte bij ouderen niet snel meer voorkomt.
Maar ook volwassenen kunnen enkele van deze ziektes nog oplopen.
Hoe krijg je deze kinderziektes?

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem minimaal 6 kinderziektes

Slide 7 - Question ouverte

  1. Bof, 
  2. difterie, 
  3. hersenvliesontsteking, 
  4. mazelen, 
  5. kinkhoest, 
  6. krentenbaard, 
  7. polio, 
  8. pseudokroep, 
  9. rode hond, 
  10. roodvonk, 
  11. rotavirus, 
  12. vrijfde ziekte, 
  13. waterpokken, 
  14. zesde ziekte. 
Welke kinderziektes heb je?
  • Waterpokken                            
  • Rodehond 
  • Mazelen
  • Kinkhoest
  • Roodvonk 
  • Krentenbaard
  • Hersenvliesontsteking 
  • Bof
  • 5e ziekte /6e ziekte

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Inentingen tegen kinderziekten
Kinderen krijgen een vaccin om te voorkomen dat ze ernstige ziektes krijgen. Door het vaccin maakt het lichaam van het kind antistoffen tegen de ziekte. 
Tussen 0 en 4 jaar oud en als je 9 jaar oud bent
(rond 12e voor baarmoederhalskanker (HPV)) 

Kinderen worden voor 12 ziektes ingeënt. 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

natuurlijke immuniteit
kunstmatige immuniteit

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Actief = zelf antistoffen maken

 
Natuurlijke immuniteit
ziekte zelf doormaken, waardoor je antistoffen gaat maken

Passief= antistoffen worden ingespoten

Kunstmatige immuniteit = vaccinatie (inenting) waardoor je antistoffen gaat maken

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

antiserum
vaccin
Natuurlijke actieve immuniteit
Kunstmatige actieve immuniteit
Kunstmatige passieve immuniteit

Slide 14 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke 3 infectieziektes leveren gevaar voor moeder en kind op tijdens de zwangerschap?
A
Waterpokken, Rubella, Rode Hond
B
Waterpokken, Rode hond, Toxoplasmose
C
Roodvonk, Diabetes, Krentenbaard
D
Roodvonk, Toxoplasmose, Rode Hond

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

zesde ziekte
roodvonk 
Krentenbaard 
Waterpokken 

Slide 16 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welke kinderziekte krijgt het kind jeuk?
meerdere antwoorden mogelijk
A
waterpokken
B
krentenbaard
C
roodvonk
D
vijfde ziekte

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

hoeveel inentingen krijgen de kinderen in het 1e jaar?
A
3
B
2
C
5
D
4

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom worden kinderen ingeënt?
A
om te voorkomen dat ze rode vlekken krijgen
B
om te voorkomen dat ze erge ziektes krijgen
C
zodat ze erge ziektes krijgen
D
om onderzoek te doen naar de ziektes

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag:
Maken 6.01 blz. 203 (kolom soort ziekte hoeft niet)
en 
maken 6.02 blz. 205 

timer
10:00

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Chronische ziekte, wat is dat?
  • Een aandoening waarbij over het algemeen geen uitzicht is op volledig herstel

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 33 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 35 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 37 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 39 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar kun je een CVA aan herkennen?

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 44 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vaak wordt gedacht dat Alzheimer en dementie dezelfde ziekte zijn. 

Dementie is een verzamelnaam voor meer dan vijftig verschillende ziektes. 

Alzheimer is een vorm.
Wat is Dementie?

Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

soorten dementie:
1. ziekte van alzheimer (eiwit ophoping in de hersenen)
Symptomen grotendeels hetzelfde als bij dementie.
verschillen:  stemmingswisselingen, (lichamelijke) onrust en lichamelijke achteruitgang.

2. Vasculaire dementie
Er is een probleem met de bloedtoevoer naar de hersenen. Hierdoor kunnen hersencellen in bepaalde delen van de hersenen afsterven. Om welke delen het gaat, verschilt per persoon.

3. Parkinson 
Neuronen in specifiek deel van de hersenen zijn aangetast. Grotere kans op dementie.

Slide 47 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 48 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 49 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 50 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 51 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 52 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 53 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maken
opdracht 6.03 tot en met 6.11
Blz. 207 t/m 217

Slide 54 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Einde Les
Benoem 5 ziekten bij jongeren?
  • Pfeiffer
  • Soa's
  • Koortslip
  • Obesitas
  • Verslaving

Slide 55 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Einde Les
Noem 5 ziekten bij volwassenen en ouderen.
  • Kanker (kan ook bij kinderen/jongeren)
  • MS
  • ALS
  • Hart- en vaatziekten (hart ook bij kinderen/jongeren)
  • Ziekte van Parkinson en Dementie
  • Reuma
  • Depressie (kan ook bij kinderen/jongeren)

Slide 56 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions