B4B Les 20-09-2023 Questions-Negations + clip drugrunner
Startklaar?
Ik heb mijn boeken en laptop bij mij en op tafel
Ik heb mijn tas op de grond
Ik heb mijn jas uit en over de stoel
Ik heb geen oortjes/koptelefoon in
Ik heb mijn telefoon in mijn Zakkie
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3
Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Startklaar?
Ik heb mijn boeken en laptop bij mij en op tafel
Ik heb mijn tas op de grond
Ik heb mijn jas uit en over de stoel
Ik heb geen oortjes/koptelefoon in
Ik heb mijn telefoon in mijn Zakkie
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
Ik kan vragen en ontkennende vragen maken in het Engels
Ik kan een video bekijken en hier in het Engels vragen over beantwoorden en over vertellen.
Slide 2 - Diapositive
Maak deze zin vragend: We should go on holiday
Slide 3 - Question ouverte
Maak deze zin vragend: He eats an apple
Slide 4 - Question ouverte
Making Questions?
Stel jezelf de volgende vraag:
- hoeveel werkwoorden heeft de zin? 1 of 2?
bij 2 werkwoorden zie je vaak could, would, should, will, havegot, can voor het hoofdwerkwoord staan
I can buy that new Iphone.
She would love to go to Paris.
Slide 5 - Diapositive
Making Questions
Heb je 2 werkwoorden in de zin....dan verplaats je het eerste werkwoord helemaal naar voren
I will buy --> Will I buy?
She would love to go to Paris --> Would she love to go to Paris?
Slide 6 - Diapositive
Making Questions
Heb je maar 1 werkwoord....dan MOET je gebruik maken van to do
We buy a new Iphone --> Do we buy a new iPhone?
She loves Harry --> Does she love Harry? (let op, bij she/he/it gebruik je bij vragen het HELE werkwoord!)
Slide 7 - Diapositive
Making Questions
Heb je maar 1 werkwoord....dan MOET je gebruik maken van to do
Hierop is 1 uitzondering! --> Heb je een vorm van to be (am/are/is) dan hoef je to do niet te gebruiken, maar mag je de vorm van to be verplaatsen
I am crazy --> Am I crazy?
They are really angry with him --> Are they really angry with him?
Slide 8 - Diapositive
Maak deze zin vragend: Emre could eat a horse!
Slide 9 - Question ouverte
Maak deze zin vragend: Achraf is good at mathematics.
Slide 10 - Question ouverte
Maak deze zin vragend: They love English
Slide 11 - Question ouverte
Ontkenningen
NEE!
Je zegt nee
I don't like school
We aren't happy
Slide 12 - Diapositive
Maak deze zin ontkennend: Malak could go home.
Slide 13 - Question ouverte
Maak deze zin ontkennend: We have homework.
Slide 14 - Question ouverte
Ontkenningen
Ook nu moet je weer kijken hoeveel werkwoorden er in de zin staan.
- hoeveel werkwoorden heeft de zin? 1 of 2? bij 2 werkwoorden zie je vaak could, would, should, will, have got, can voor het hoofdwerkwoord staan
Slide 15 - Diapositive
Ontkenningen
Heb je 2 werkwoorden in de zin....dan plak je not vast aan dit eerste werkwoord
I will buy that --> I will not buy that She would love to go to Paris --> She wouldn't love to go to Paris
Slide 16 - Diapositive
Ontkenningen
Heb je maar 1 werkwoord....dan MOET je gebruik maken van to do
He sleeps all day --> He doesn't sleep all day
They talk too much --> They don't talk too much
Slide 17 - Diapositive
Ontkenningen
Heb je maar 1 werkwoord....dan MOET je gebruik maken van to do
Hierop is 1 uitzondering! --> Heb je een vorm van to be (am/are/is) dan plak je not vast aan de vorm van to be
I am crazy --> I am not crazy They are really angry with him --> They aren't really angry with him
Slide 18 - Diapositive
Maak deze zin ontkennend: We could be angry with you
Slide 19 - Question ouverte
Maak deze zin ontkennend: Ouiam works all day
Slide 20 - Question ouverte
Snap ik het echt?
Beantwoord de volgende vragen.
Slide 21 - Diapositive
Maak deze zin vragend: It should be raining today
Slide 22 - Question ouverte
Maak deze zin ontkennend: Rayane loves school
Slide 23 - Question ouverte
Maak deze zin vragend: They have got no time left
Slide 24 - Question ouverte
Maak deze zin ontkennend: We love homework
Slide 25 - Question ouverte
Oefening 26, page 20WB
Kijk naar de zin.
Staat er een +, dan maak je de zin vragend
Staat er een -, dan maak je de zin ontkennend
Slide 26 - Diapositive
Kijk- en Luisteroefening
First, watch the video on the smartboard Try to answer these questions: - what did the man do? - what was/were his feeling/feelings? - how does he change during the interview?
Slide 27 - Diapositive
Slide 28 - Vidéo
Kijk- en Luisteroefening
Answer the following questions: - Would you do what this man did? Why (not)? - What would you do if one of your brothers/sisters/uncles/? did this? Would you help them if they got caught? - You are the judge. How many years in prison would you give this man? Why this number of years? - What do you think about his lawyer?
Slide 29 - Diapositive
Voor vandaag klaar met oefenen?
- Oefen met de gesprekjes van Language Village
- English Essentials (via Magister Leermiddelen)
- Stepping Stones online (via Magister Leermiddelen)