mavo 3 chapitre 2 les 2 2021-2022

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

BONJOUR et BIENVENUE   mavo 3

Bonjour

et 

bienvenue!!

Aujourd'hui c'est mardi 23 novembre

Bonjour

et 

bienvenue!!

            Bonjour!

•  Ben je rustig gaan zitten volgens de plattegrond?
•  Zit je telefoon in de telefoontas, op stil?
•  Heb je je boek/schrift/pen/opgeladen laptop op tafel? 
  (Laat je laptop nog even dicht!)   

Oui? --> On y va!

Présence

tout le monde est présent?

Les buts

- Je weet wat je gaat leren in chapitre 2;

- Je oefent met leesvaardigheid en kunt de hoofdzaken uit een leestekst halen;

- Je kunt uitleggen waar een voorwerp voor bedoeld is en hoeveel het kost. 

- Je maakt kennis met de woordjes van voc B en weet hoe deze worden uitgesproken;

- Je herhaalt de getallen 0 t/m 100;

- Je kunt wat vertellen over 'l'Alsace';

Qu'est-ce qu'on va faire?

* Révision   / les devoirs          10'

* Lecture                                         10'

* Vocabulaire + phrases          5'

* Au travail                                     15' 

   * Evaluation                                     3'    

      Chapitre 2

     À la caisse

l'Alsace en France.

La petite France en Alsace

La cathédrale

Le parlement européen

Spécialités d'Alsace.

La choucroute est une spécialité d'Alsace...

 Costume d'Alsace...

Wat weet je nu van 'l'Alsace'?

Lecture B: page 25

1. Bekijk de tekst. Wat voor soort tekst is dit?

2. Waar gaat deze tekst over?

3. Waarom staan er vijf foto's van jongeren in de tekst?

4. Welke vragen worden gesteld in deze tekst?

5. Met wie zou jij willen ruilen als het gaat om zakgeld krijgen?

6. Waarom?

Les nombres

De tientallen t/m 60

0   - zéro

10 - dix

20 - vingt

30 - trente

40 - quarante

50 - cinquante

60 - soixante

De tientallen vanaf 60

60 - soixante

70 - soixante - dix    (60 - 10)

80 - quatre-vingts   (4 x 20)

90  - quatre-vingt-dix   (4 x 20 + 10)

100 - cent

BINGO

0 t/m 20

tientallen 30 t/m 100

Les devoirs

- Apprendre: voc A (fn) 

- Faire: intro + source A (online)

Wat betekent 'tout le monde'?

Wat betekent ' sourire'?

Wat betekent 'assez d'argent'?

Wat betekent 'au moins'?

Wat betekent 'prochain'?

Wat betekent 'quelqu'un'?

Wat betekent 'partager'?

Wat betekent 'seulement'?

Wat betekent 'en promo'?

Au travail

Chapitre 2:

- opdrachten bij B (ex. 8 t/m 12, (9*)

Oefen de woordjes van B met Quizlet

Les buts

- Je weet wat je gaat leren in chapitre 2;

- Je oefent met leesvaardigheid en kunt de hoofdzaken uit een leestekst halen;

- Je kunt uitleggen waar een voorwerp voor bedoeld is en hoeveel het kost. 

- Je maakt kennis met de woordjes van voc B en weet hoe deze worden uitgesproken;

- Je herhaalt de getallen 0 t/m 100;

- Je kunt wat vertellen over 'l'Alsace';

Les devoirs

- apprends: voc B (fn)

- révise: voc A (fn)

- fais: source B (online) / ex. 8 t/m 12 (9*)

Wat heb je geleerd tijdens deze les?

Wat weet je nu over l'Alsace?

Welke vraag / vragen heb je nog?