Dimensies van Hofstede

Groepsleer is belangrijker dan iemands eigen mening. Welke dimensie past hierbij?
1 / 16
suivant
Slide 1: Question ouverte
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Groepsleer is belangrijker dan iemands eigen mening. Welke dimensie past hierbij?

Slide 1 - Question ouverte

In Saudi-Arabië bestaat een religieuze politie die strenge tradities handhaaft. Welke dimensie past hierbij?

Slide 2 - Question ouverte

In België spreken werknemers hun baas aan met 'u' maar in Nederland spreken werknemers hun baas aan met 'je'. Welke dimensie past hierbij?

Slide 3 - Question ouverte

In Zweden is er een lange periode van vaderschapsverlof als een kindje geboren wordt. Welke dimensie past hierbij?

Slide 4 - Question ouverte

In de VS vinden veel mensen het normaal dat bij een economische recessie of terugval veel bedrijven failliet gaan. Dat risico hoort gewoon bij de vrije markt economie. Welke dimensie hoort hierbij?

Slide 5 - Question ouverte

Een eeuw geleden was 'zuinigheid met vlijt' een norm in Nederland. Welke dimensie hoort hierbij?

Slide 6 - Question ouverte

In Nederland staat de zorgsector en het onderwijs bekend als de 'softe sector' omdat werknemers in die sectoren sociaal en betrokken dienen te zijn en daardoor elkaar niet goed durven te confronteren. Militairen werken in de 'harde sector' waar het praten over feiten de norm is.

Slide 7 - Question ouverte

Vragen over de dimensies van Hofstede?

Slide 8 - Diapositive

Wat is een goede onderzoeksvraag? 
1. Een goede vraag is een onderzoeksvraag, geen opzoekvraag. De vraag is dus niet goed als het antwoord eenvoudigweg is op te zoeken.
2. Een goede vraag bestaat uit één vraag. De vraag is niet goed als die is samengesteld uit meerdere vragen.
3. Een goede vraag is een open vraag. De vraag is niet goed als het antwoord simpelweg ‘ja’ of ‘nee’ is.
4. Een goede vraag is duidelijk geformuleerd. De vraag is niet goed als een ander er vragen bij moet stellen ter verduidelijking.

Slide 9 - Diapositive

Luisteren leerlingen beter naar de docent dan naar een andere leerling?
A
Ja, perfect
B
Ja, maar kan beter
C
Nee, niet gebruiken

Slide 10 - Quiz

In hoeverre veroorzaakt kuddegedrag gehoorzaamheid?
A
Ja, perfect
B
Ja, maar kan beter
C
Nee, niet gebruiken

Slide 11 - Quiz

Welke factoren zorgen ervoor dat leerlingen in havo 4 van het Isendoorn luisteren naar de docent tijdens de Nederlands les?
A
Ja, perfect
B
Ja, maar kan beter
C
Nee, niet gebruiken

Slide 12 - Quiz

Variabelen
Een variabele is een kenmerk van een object, actor of samenleving dat kan variëren. 
Wat zijn de variabelen in onderstaande vragen? 
1. Hoe kunnen social media ingezet worden om burgerparticipatie bij de politie te vergroten?
2. Welke gevolgen heeft de vergrijzing in Nederland voor de werkgelegenheid?
3. Wat zijn de beste manieren om Nederlanders bewust te maken van gezonde voeding?

Slide 13 - Diapositive

Opdracht
1. Kijk naar jouw hoofd- en deelvragen. Bespreek met elkaar of dit goede onderzoeksvragen zijn.
2. Verander waar nodig jouw onderzoeksvragen. Zijn ze:
- één vraag (per hoofdvraag/ deelvraag)
- open vraag
- duidelijk geformuleerd
- meetbaar (specifiek genoeg)
3. Benoem alle variabelen in jouw onderzoeksvragen. 

Slide 14 - Diapositive

Wat is een goede bron?
1. Is de bron objectief?
--> Wat is het doel van de geschreven bron
--> Hoe zijn de woorden en afbeeldingen gekozen
--> Door wie, waar en wanneer is de bron geschreven?
2. Is de bron volledig correct (betrouwbaar)?
3. Is de bron representatief voor jouw onderzoek?


Slide 15 - Diapositive

Opdracht
Zoek 3 goede bronnen op voor jouw onderzoek.
Beargumenteer met jouw groepje in hoeverre deze bronnen toepasbaar zijn.
Schrijf samen jouw theoretisch kader = alle informatie uit de bronnen die toepasbaar zijn voor jouw onderzoek. 

Slide 16 - Diapositive